Scherpenheuvel-Zichem

Rond het midden van de zestiende eeuw pelgrimeren de inwoners van het Brabantse Zichem naar de Scherpenheuvel. Het is een wat geïsoleerde heuvel die zich op 3 km van het stadje bevindt. Boven op de heuvel staat een oude eik en daaraan hangt een eenvoudig Mariabeeld.

In die periode maakt Zichem deel uit van de baronie Diest, een betrekkelijk groot leen dat eigendom is van Willem de Zwijger, prins van Oranje. Die band met de leider van de opstand komt het stadje duur te staan. Tijdens de godsdienstoorlopen worden alle uitingen van katholicisme met harde hand onderdrukt. Zo moet ook het beeldje in de eik eraan geloven. Op een dag is het verdwenen, zonder dat iemand precies weet wat er mee gebeurd is. Het herstel van het Habsburgse gezag in 1583 doet de rust niet weerkeren. De voortdurend heen en weer trekkende legers maken de streek nog lang onveilig. Bovendien slaan de garnizoenen van Diest en Zichem meer dan eens aan het muiten.

In 1602 timmerde men voor de eik een houten kapel en in 1604 reeds een grotere, stenen kapel.

In het voorjaar van 1607 geven Albrecht en Isabella opdracht om te beginnen met de voorbereidingen van de constructie van een basiliek. Het hoogaltaar werd geprojecteerd op de plek waar ooit de eik had gestaan. Het kost maar liefst twintig jaar voordat de zevenhoekige constructie met de hoge koepel was voltooid.

Er waren minstens schansen: in Messelbroek en in Testelt, in Schoonderbuken en ook in Okselaar. Allicht ook in Zichem. In Averbode is voorlopig enkel de verwijzing naar een oude 'borght' bekend.

  • In het kaartenboek van de abdij van Tongerlo is Scherpenheuvel mooi weergegeven met haar omwallingen. Onder nr. 4 is hoeve 'de Schuerwouwer' weergegeven als groot aaneengesloten bedrijf, liggend op een schans ("de schans met de huisinghe van de hoeve, groot 214 roeden"). Het noorden bevindt zich onderaan.
  • Stafkaart met situering van de schansen van Testelt, Messelbroek en Okselaar.
Stafkaart: Testeltseschansen