Kelbergenschans - 'Der Herwaegen'

ALGEMEEN:

Straat: Langedijkstraat - Hasseltsebaan

Oppervlakte:

Waterbevoorrading:

Oudste vermelding: - Oprichtingsjaar: 1629

Terreinkenmerken: Het terrein is in gebruik als weiland. Het verhoogd schanslichaam en de lager liggende grachten zijn nog duidelijk waarneembaar.

Lambertcoördinaten: X: Y:

HISTORISCH:

In diverse bronnen wordt vermeld dat de schans van Kelbergen is opgericht in 1629 (Claes e.a.,1989). Deze vermelding berust op een akte waarin wordt gemeld dat de schans als gemeenschapsgoed is opgericht op 26 juni 1629. Afschriften van deze akte uit 1775 en 1818 zijn bewaard gebleven. Hoewel er tussen beide kopieën enkele verschillen zijn, lijkt volgende interpretatie plausibel: De huislieden Heylwiex Snijders en Jacob Bamps zijn voor de 7 schepenen (schepenen van de buitenbank) en de meier van het ‘buitenland’ van Diest verschenen. Zij schenken een heyrussel (hooieussel) gelegen in Vleugt aan de ingezeten van Kelbergen, Peer en Blanklaer (zowel Brabants als Luiks). Op deze hooieussel is tegenwoordig een schans gebouwd voor (door?) diezelfde ingezetenen (de Herre wagen). Het perceel grenst aan 3 zijden aan de bezittingen van Bamps en aan de vierde zijde aan bezit van Peter Celen.

Hieruit kunnen we opmaken dat de schans op 26 juni 1629 al gebouwd was, waarschijnlijk op een bezitting van Bamps. De akte geeft dus niet de oprichting van de schans zelf aan (hoewel deze mogelijk nog uit 1629 dateert), maar de stichting van de schans als gemeenschapsgoed. Opmerkelijk is dat de Kelbergse schans (en dat is een unicum) nog steeds eigendom is van de gemeenschap of Herrewagen (zijnde de inwoners van 3 straten: Peerstraat, Blanklaarstraat en Kelbergenstraat). Tot het schansgoed behoort overigens niet alleen de schans zelf, maar nog een tweede perceel. Dit perceel, het Zandhofke, ligt in de nabijheid van de schans, aan de Peerstraat.

In 1653 wordt de schans nog eens vermeld naar aanleiding van de verkoop van een aangrenzende grond: ...seeckeren dijck, gelegen onder Cagevinne, loopende vande strate naer die schansche van Kelbergen, ende voorder vande poorte der schansche tot achter die schansche, regenooten die selve schansche in drij sijden, Peeter Ruttens naer die noort sijde, d' erffgen(amen) Henrick Caels oost ende voorts loopende totten vloetgracht, en verder: Peeter Ruttens ofte thoonder deses omme den voors(chreven) dijck ende erffve, achter die voors(chreve) schansche liggende, ....

De indertijd gevormde schansgemeenschap bestaat nog steeds. Rosette Theys, André Goosens en André Aerts zijn allicht de drie laatste schansmeesters in Vlaanderen. Iemand die nu meer dan drie jaar in een van de straten woont is mede-eigenaar en krijgt hierdoor recht op zijn deel in de opbrengst van de grond. Zo werd in 2006 nog 2.5 € uitbetaald aan 26 gezinnen. Alles wordt nauwgezet bijgehouden in een schansboek.

Uitzonderlijk is dat van de Kelbergse schans nog twee schansboeken, vanaf 1725, bewaard zijn gebleven (bezit huidig schansmeester André Goossens). Het oudste boek is verloren gegaan. De boeken geven een goed overzicht van de organisatie en gebeurtenissen met betrekking tot de Kelbergse schans. Als een schansmeester overleed, namen de overgebleven leden ontslag en werden nieuwe schansmeesters verkozen. Aan hen werden ook de documenten en boeken overhandigd en de inhoud van de schanskas. Deze schanskas werd gevuld door de pachtgelden en de opbrengst van het hout. De schans mocht alleen verpacht worden aan een inwoner van de schansgemeente. Op geregelde tijden riepen de schansmeesters de Herrewagen samen wanneer het schansgoed opnieuw verpacht moest worden (Reynders, 1981). In 1818 werden reglementen van de Herrewagen opgesteld (bijlage 4).

Op basis van de akte uit 1629 kunnen we ons ook een idee vormen van de opbouw van de schans. Aan de schans was een klein erfje gelegen. Ook wordt een dijk en een voorschans (in de bezitting van Bamps) genoemd. Het is niet duidelijk of deze voorschans in het al genoemde erfje lag. Via deze voorschans konden de ingezeten van Kelbergen, Peer en Blanklaer de schans bereiken met hun vee. In 1640, 1641, 1644 en 1661 wordt er in bronnen gesproken over (meerdere) huizen op de schans (Claes e.a., 1989). Ze werd verder vermeld op 22.12.1667. Ook de schansboeken geven informatie over de opbouw. Omstreeks 1725 was het schanshuis (mogelijk de voormalige portierswoning) zodanig vervallen dat besloten werd het af te breken en de stenen publiek te verkopen (tussen 1725 en 1739). Ook de schanspoorten werden verkocht. Blijkbaar was het schanshuis (voor een deel) met stenen gebouwd. Ook was er nog steeds een poort aanwezig. In 1748 zou er echter volgens andere bronnen nog sprake zijn van een schanshuis (Claes e.a., 1989).

In de akte van 1629 staat vermeld dat de schansgemeenschap (de heerwagen) verplicht was de dijk te graven en de dijk te onderhouden tot in de eeuwigheid. De kanten van de dijk moesten ze beplanten met elzen en wilgenhout. De opbrengst hiervan was voor de schansgemeenschap. De kosten van onderhoudswerken waren ook voor de gemeenschap. De schansboeken geven een goed overzicht van de werkzaamheden. De kosten van het onderhoud werden betaald uit de schanskas. In 1868 komt er zelfs een rechtszaak over het water in de gracht. Blijkbaar was er water overlast (mogelijk liep de gracht over of mocht er geen water door de gracht lopen). Uiteindelijk werd besloten een scheidingsgracht open te maken en het water door middel van een houten goot te leiden. Uit vergelijking van de namen uit het schansboek en de eigenaars van de percelen volgens de Atlas van de Buurtwegen, kunnen we opmaken dat het om een scheidingsgracht ten oosten van de schans gaat. (Raap-rapport 2009).

Door verlegging van de aangrenzende grachten is de schansgracht droog komen te staan.

De schans is nog steeds duidelijk herkenbaar als een hoger gelegen terrein met een brede gracht er rond. Maar jarenlange erosie en gebrek aan 'onderhoud' maken dat het geheel al wel behoorlijk genivelleerd geraakt...


TOPONYMIE:

Schansbeemd (1746, BS367,f.158), Schansbroek (in 1904, GvD 18-6-1904), Schansdijk (1646, BS 2279/2,3,f.6v°), Schanseussel (in 1737, BS 365,f.124v°), Schanshuis (in 1748, BS BS 367,f.234), Schansstraat (in 1646, BS 2279/2,4,f.2v°), Schansveld (in 1860, BN35100, 118/8), Grote Schansstraat (1822, oud kadaster), Schansweide (DHGK blz 92, nr14), Schans (kadaster-Atlas der Buurtwegen)

HISTORISCH: (Google+)

  • Kaart : Atlas van Ferraris. Het perceel is hier terug te vinden maar wel niet duidelijk ingekleurd als schans.

  • Kaart : In de atlas der buurtwegen is de schans duidelijk weergegeven en als dusdanig benoemd.

  • Foto: De foto is genomen van noord naar zuid. Rechts ligt het hoger gelegen schans terrein. Recht vooruit de schansgracht. De huidige bomen staan aan de buitenzijde van de schansgracht.

  • Huurovereenkomst van de schans van 12.04.1774.

  • Kaart : visualisering van niveaus.

  • Snede : sectie doorheen de noordgracht

  • Snedes : sectie doorheen de zuidgracht en de voorschans.

  • Snede : sectie doorheen de westgracht

  • Snedes : sectie doorheen de oostgracht. De bruine strook is het verhoogd schansterrein.

  • Uittreksel uit het digitaal kadasterplan (2012). De Kelbergenschans betreft perceel 67, de gracht nr. 66, perceel 65 was de voorschans.

Op heden den 12 April 1774

wordt verheurt de Schanse Competerende

den heyer wagen van kelberghen Peer

Blanckelaer en neer Blanckelaer Vleught

in Neer Blanckelaer Adrianus verboven

Aen peeter Bosmans voor eenen

termijn van Ses jaeren voor thien

guldens eenen halven jaarlykx

item is verhuert het Sant hofken voor

eenen termijn van Ses jaeren jaerlyckx

Ses guldens Aen Hendrick Paessens

tot Blanckelaer.

(Kopij overeenkomst en vertaling: Koen Luts)

In 2009 werden 7 schansen onderzocht door het Archeologisch Adviesburo RAAP in opdracht van het agentschap R.O. Vlaanderen. De resultaten van de meetgegevens voor de Kelbergenschans zijn hiernaast weergegeven. Het ganse rapport vindt je hier terug (sub 2008-Archeo3 schansen).

Digitaal kadaster (2012)

Copie van de erfgifte gedaan aan de gemeenschap "De Schans":

den 16 Februari 1818 - Pour Copie

Wij Jan Corten, Henri van goeden huijzen, Jan van Meldert, Lenard Bathen, Pieter Buijcx‚ Jan Baex, en Henri Goossens. Schepenen Luyten.

In ‘s Heeren Landen van Diest tuggen en doen Condt dat voor ons en S’ Daniel Cools meyer buyten de Zelve landen heylwix Snijders en Jacob Bamps gehuyzen hebben ontlangen en daar naar opgedraegen de meyer voörk (voorkomende). In den band, een heyrussel zoo het zal gelegen is onbegrepen de maete onder de Vleugts daer tegen Noordelijk een schans afgemaakt en opgebouwd is reengs (reengenoten) den voorschreven Bamps in drij zijden de Pieter Celen ter vierden zijden met noch een pleenken (pleintje, open plaats) erfs daer aen gelegen alzoo het zelve tot eenen deyck en voorschanste uyt de voors (voorschreven) Bamps aenleggende erfs is afgeteekend om naer des voorschreve schanse te wegen en te drijven, vonnisselijk daer van verschijnende, resignerende ten naeme airbaer en behaeve van de ingezetene van Kelbergen, Peer, Blanklaer Brabants en Luyks en onder die der voors (voorschreven) plaets tot eene Schansche hebben begonnen te aanvaeren. Te accomoderen en betimmeren‚ daer in Henri Bosmans, en Wauter van Bauweycken. Zoo voor zelven als voor alle d'andere Werden gegrekt (7) en gegoyt i?) met manisse vonnisse en naer onser banken (schepenbank) recht behandelijk den Heer en een tegelijk zijn goed regie en den voorschr. (voorschreven) opgedraegen een plaats vrij en sonder kosten en kommer in de kooppenningen dezer rente daer voor te bekennen mits gaeders dat de voorschr. verkrijgers den voorzijden dijk ten gemeynten koste gehouden zullen zijn de gruwen maeken en onderhouden ten eeuwige dagen, en die kanten van dien te beplanten met elzen oft willigen hout, waer van 't profijt zal blijven ten eeuwigen dagen tot den voorschr. opgedraegen behoeft, hier in gesauëert. oft du voorschr. plaets en erve bij iemant gepredendeert worde te vermeerderen zoo zij verstaen dat den zelve en naederlinkt zoo verre naederschap valt des zij meynen neen, schuldig zal zijn alle onkosten van de graven, timmeren en anderzijds te draegen en te restitueren warenderende de opdragers de zelve erve op tijd uytgaende, gelovende warantschap daervoor bekennende hunne persoonen en goederen present en toekomende des Z’eircoud (accoord) hebben wij onzen gemeynen schependoms zegel ten zaeken dezen onzen haerv aangehangen in het jaer 1629.

Zes dagen in Junius ‘

was ondertekend: P. Buycx.

met paraph 1629 en den zegel van voorschreven schependom opdragd in geelen wasch. was daer aen uythangende in dobbelen steërt van perkament.

Deze gecollasioneert tegens den originelen brief geschreven op perkament is daer mede bevonden te accorderen

Ouod attestor W.J. Cox ,

Bouwakt van ‘t huls Lekens

Memori of minudes (minute: notarisakt) 1821

BIBLIOGRAFIE & INFO:

  • Historische info over deze schans via Koen Luts.

  • RAAP-rapport

  • Het Belang van Limburg: Kasboek van Schans uit 1618 nog elk jaar ingevuld

  • Fr. Claes, G. Hanegreefs, Fr. Loix en N. Reynders, Schaffen door de eeuwen heen, pag. 95-98, Oostbrabantse werkgemeenschap, Tielt-Winge, 1989.

  • schansverwijzing (terug gevonden door Eddy Exelmans): RAL, T 51, stuk 7007 Kaggevinne 17 de eeuw, 1653 Schans Kelbergen 9 april 1653 - Akte opgesteld door notaris Dominicus Coghen in Diest.