Webbekom
Reeds vroeg behoorde Webbekom, samen met Zelem, Schaffen, Linkhout, Donk en Halen, toe aan de abdij van Sint-Truiden. De parochie Webbekom ontstond omstreeks 800, en omvatte tevens de "kapellanie" Assent tot voor het einde van de 18e eeuw.
Het dorp werd in 1507 tijdens de Gelderse oorlogen verwoest, de kerk ook gedeeltelijk. Tijdens de onlusten van de 16e eeuw en vooral in 1578 werd de kerk opnieuw geteisterd. In 1606 werd ze opnieuw ingewijd.
In het boek: Geschiedenis van Webbekom door Frans Claes, 1982, wordt verwezen naar twee schansen in Webbekom.
Het Goedje van de Matenelle wordt door Frans Claes als speelhof benoemd maar is wel in de Atlas van Ferraris voorgesteld als een schans (met schanshuisjes).
Op het grondgebied van Webbekom was er nog een tweede Speelhof, dicht bij de Leuvensesteenweg en vlak bij de grens met Diest. In 1728 wordt dit het eerst vermeld als een "speel-huysken", een buitengoed, toebehorend aan Godefridus Cremers. Op de kaart van Van der Maelen (1850) staat het aangegeven als "Speelhof van Webbecom". Naar dit Speelhof is de huidige Speelhofstraat in Diest genoemd.
Uittreksel uit de Atlas der Buurtwegen: langs de Hortensiastraat bevond zich het 'Speelhof van Webbecom". (Fr. Claes). Ze heeft echter wel het voorkomen van een buurtschans. Van deze site langs de Hortensiastraat rest er heden niets meer. De omgeving hier is ingrijpend gewijzigd.
Uittreksel uit topografische kaart van 1923 met de situering van beide "speelhoven". Het zuidelijke perceel (rood omcirkeld) wordt apart beschreven als het Goedje van de Matenelle.
