ZUID ITALIE 2011

Zondag 8 mei – 24 gr.

Eigenlijk zijn we thuis al op 1 mei vertrokken naar de Ardeche, waar we net als verleden jaar een weekje camping-inspectie hebben gedaan. We hebben de hele week mooi weer gehad, al waren de nachten nog wel koud.

Alles is vlot verlopen en gisteren zijn we dan van daaruit vertrokken naar Zuid Italië.

We gaan niet naar Rome, Pompei, Napels, we gaan niet naar de Vesuvius, want al die plaatsen hebben we al eens eerder bezocht. We willen vooral wat rondtoeren in Campanie en Calabria en dan verder naar Puglia. Deze laatste regio is dan wel volledig nieuw voor ons.

Vandaag zijn we rond 17 h aangekomen op Camping Villagio Paestum in Eboli Mare.

Dit is een heel grote camping aan zee gelegen. Omdat we moe zijn gaan we kijken of we ergens iets kunnen eten. De strandboulevard oogt slordig en rommelig en valt een beetje tegen. Leuke restaurantjes zien we niet direct, dus eten we een pizza met een glaasje wijn en gaan dan terug naar de camping.

Maandag 9 mei – 18 gr

Vandaag kunnen we niet veel doen. Het regent bijna de hele voormiddag. We wilden er vandaag na 2 dagen rijden een rustige dag van maken, maar de regen is toch een tegenvaller. Na de middag blijft het droog en de zon komt af en toe eens tevoorschijn, maar er waait een felle wind. We gaan een kijkje nemen op het strand, dat zo een 600 m van de camping ligt. Voor het strand is er een strook met parapludennen en eucalyptusbomen. Het is een uitgestrekt zandstrand, maar er ligt veel aangespoeld hout en vuil. Het seizoen is nog niet begonnen, misschien moet er nog aan gewerkt worden, maar het ziet er een beetje verwaarloosd uit.

We gaan nog boodschappen doen met de auto. In de late namiddag regent het opnieuw.

Morgen willen we graag een uitstap doen en hopen dus op beter weer.

Dinsdag 10 mei – 23 gr.

Vandaag gaan we een rondrit maken langs de Amalfiaanse kust. We volgens de kustweg vanaf de camping. In Salerno is het heel druk en ook daarna op de smalle, bochtige kustweg is het druk. De tourbussen en de vele (fout) geparkeerde auto's op deze enge weg zorgen voor opstoppingen en oponthoud. Maar de prachtige natuur maakt veel goed. De steile rotskliffen met op de hellingen de dorpjes en de schitterende villa's, het weelderige groen en de azuurblauwe zee: je raakt er niet op uitgekeken. Jammer dat er bijna nergens gelegenheid is om even te stoppen. Buiten de dorpen zijn er nergens parkeerplaatsen. Dan doen we maar net zoals de Italianen en plaatsen onze auto waar we maar kunnen, fout parkeren is hier schering en inslag.

Onze eerste halte is in Ravello: hoog op de bergflank gelegen, met zijn smalle steegjes en vele trappen een toeristische attractie. Daarna gaat het verder, langs Positano tot Sorrento. Vanuit Sorrento kunnen we de Vesuvius zien. Na ons bezoek aan Sorrento rijden wij naar het vissersplaatsje Marina dei Cantone. Dit eenvoudige plaatsje is een pareltje tussen de meer mondaine, toeristische bekende plaatsen. Als laatste bezoeken we op de terugweg nog Amalfi, een prachtig plaatsje naar wie de hele kustlijn is vernoemd. De mooie Duomo met zijn grootse trap en mooie toren trekt onmiddellijk de aandacht. De leuke winkelstraatjes, de haven en het strand liggen allen dicht bij elkaar en zijn natuurlijk druk bezocht door de vele toeristen.

Het was een vermoeiende, maar boeiende tocht, en we zijn pas laat terug op de camping, maar het was zeker de moeite waard.

Woensdag 11 mei – 26 gr.

In de voormiddag gaan we een kijkje nemen bij de uitgestrekte archeologische vindplaats Paestum. Het is een van de belangrijkste antieke vindplaatsen van Italie. Er zijn een drietal goedbewaarde griekse tempels, een forum, een klein amfitheater en er zijn nog grote stukken van de vestingsmuren die uit enorme stenen blokken bestaan.

Daarna gaan we verder zuidwaarts langs de prachtige kust naar Agropoli, Marina di Casal, Ascea en Palinuro, allen zonder uitzondering mooie kustplaatsjes met uitnodigende stranden en kleine havens.

Donderdag 12 mei – 24 gr.

Vandaag verhuizen we. We rijden met de caravan zuidwaarts naar de oostkust. Sellia Marina is ons einddoel, zo een 389 km waarvan grotendeels autostrade. De autoweg slingert zich door het parco nationonale del Polino, een schitterende bergweg dwars door Basilicata,

Maar het is ons dagje niet vandaag. De airco in auto liet het verleden week al afweten, dus nu doen we het net als vroeger: de vensters een beetje open en de aanjager vollen bak. Maar onderweg liet ook de turbo ons even in de steek. De auto met caravan kon de stijgingen niet meer aan en we haalden soms amper 40 km/h op de autobaan! Na een stop op een parking leek alles weer in orde, maar we waren er niet echt gerust in. Op een 10-tal km voor Sellia Marina was er dan een wegversperring. Een agent legde ons uit dat er werken aan de bovenliggende brug waren en dat we 'een uurtje' moesten wachten. Een alternatieve weg was met de caravan niet mogelijk. Tijdens het wachten belde mijn man even met onze garage, die ons geruststelde met het vermoeden dat het euvel met de turbo zich niet zou herhalen. Na bijna anderhalf uur wachten konden we verder rijden. Nieuwe pech: de camping in Sellia Marina is wegens werken nog niet open. We rijden dus verder naar een camping in Cropani Marina aan de Ionische zee. Deze camping lig vlak aan zee, aan een mooi zandstrand. Daar hebben we dus ons plekje gevonden. Klein min-puntje: we zijn de enige gasten op deze camping. De campingbaas is heel vriendelijk en biedt ons een uiterst voordelig prijsje aan voor ons verblijf. We blijven en voelen ons zelfs goed, want we hebben plaats zat.

Vrijdag 13 mei – 26 gr.

Voor vandaag hebben we een uitstapje gepland naar Stilo, dat in sommige reisgidsen het interessantste culturele plaatsje van Calabrië wordt genoemd.

Onderweg valt het ons steeds opnieuw op hoe gevaarlijk het rijgedrag van de Zuid-Italianen is. De verkeersregels lijken wel gemaakt om overtreden te worden: te snel rijden, voorbijsteken over een volle witte lijn, rode lichten worden vooral door scooters volledig genegeerd, letterlijk overal waar het niet mag wordt er geparkeerd, even een krant of sigaretten nodig, dan maar dubbel geparkeerd, alles wordt met italiaanse nonchalance overtreden.

Vlak voor Stilo rijden we even verkeerd en komen terecht in Monasterace, een dorp waar de tijd is blijven stilstaan.

In Stilo wandelen we over de geplaveide smalle straatjes. Er zijn een paar prachtige kerken, een fontein uit de XIII de eeuw, maar de grootste blikvanger en het bekendst is de kleine Byzantijnse kerk La Cattolica uit de XI de eeuw. Het kerkje zelf is goed bewaard, jammer dat de fresco's binnen niet zo goed zijn bewaard gebleven. De terugweg laat ons genieten van het mooie landschap. Opmerkelijk is de brede maar bijna uitgedroogde rivierbedding.

Ondertussen staan we ook niet meer alleen op de camping. Er zijn Fransen bijgekomen.

Zaterdag 14 mei – 26 gr.

Ons uitstapje van vandaag voert ons eerst langs de kust tot Le Castella. Deze Aragonese vestiging ligt vlak langs het strand in zee. Onze rit gaat verder naar Capo Colonna genoemd naar de Griekse zuil die er nog staat en naar Crotone, een kuststad die ons niet bijzonder kan boeien,. Daarna trekken we een stukje het binnenland in naar Cacurri, waar een kasteel met een werkelijk mooie toren het op het dorp neerkijkt. Op de terugweg zien we in de verte Santa Severina dat op een eenzaam 300m hoog rotsplateau is gebouwd en door zijn ligging als het ware de vlakte domineert. Net als gisteren is het woeste berglandschap waardoor we rijden heel mooi.

Vandaag hadden we een beetje van alles: de zee, de kust en de bergen.

Zondag 15 mei – 25 gr.

Zondagvoormiddag vertrekken wij naar Camping Villaggio Thurium in Corigliano nog steeds in Calabrie. We moeten slechts 150 km rijden en zijn er nog voor de middag. Het is een heel grote camping direct aan zee gelegen. We krijgen een plaatsje vlak aan het strand, want buiten een 10- tal andere campers of caravans, hoofdzakelijk Duitsers, is de camping leeg. Heerlijk rustig dus. Wij blijven de rest van de dag op de camping, genieten van het zonnetje met zicht op zee.

Maandag 16 mei – 21 gr.

Vandaag hebben wij een bijzonder mooi tochtje gemaakt. Wij bezochten eerst het stadje Civita, dat midden in het nationaal natuurpark ligt. Het stadje is in de 15de eeuw gesticht door Albanezen. Civita ligt aan de voet van de bergengte van Raganello: een indrukwekkend berglandschap met over de smalle kloof de “Ponte del diavolo”. In Civita komen we een hele groep Belgen tegen. Daarna rijden we door het prachtige landschap naar het Sanctuarium Maria delle Armi in Cerchiara. De heiligdom ligt hoog in de bergen tegen een rotswand. Het is er heel rustig, er is niemand te zien, maar alle toegangsdeuren staan uitnodigend open. Het kleine kerkje heeft prachtige muurschilderingen. Cerchiara zelf ligt lager en is gebouwd op een bergkam die uitkijkt over de zee: een eigenaardige maar heel schilderachtige ligging.

Op de terugweg zien we opnieuw de Belgen, die waarschijnlijk dezelfde plaatsjes bezoeken. Zouden ze toevallig dezelfde reisgids hebben ?

Dinsdag 17 mei – 18 gr.

Het heeft veel geregend vannacht en het is een koude ochtend. Het weer maakt dat we niet veel zin hebben om iets te doen, maar we hebben het stadje Corigliano nog niet bezocht, dus doen we dat in de voormiddag. Gelukkig blijft het droog, maar het is erg bewolkt. Corigliano ligt op een berghelling met zicht op zee. De San Antonio kerk heeft een zeer mooie blauwe koepel. Verder is er het oud stadsgedeelte met helemaal bovenaan een kasteel met vier cylindriche torens.

De rest van de dag doen we niet veel meer en in de namiddag regent het weer af en toe.

Woensdag 18 mei – 18 gr.

Onder een bewolkte hemel vertrekken wij naar een camping in Spechiolla (200 km noordwaarts). De camping bevalt ons onmiddellijk. Hij is vlak aan zee gelegen en heeft een prachtig zwembad. De rest van de dag is rustdag. Naast de camping kunnen we verse mosselen kopen en die laten we ons dan ook heerlijk smaken.

Donderdag 19 mei – 22 gr.

De zon is weer volop aanwezig. We rijden een klein stukje in het binnenland, in de Valle d'Itria, ook bekend als de vallei van de trulli. Trulli zijn huisjes die typisch zijn voor deze regio. Het zijn primitieve ronde stenen huisjes, torentjes eigenlijk met een stenen kegelvormig dak. Soms zijn er op het dak witgekalkte symbolen aangebracht. Het plaatsje Alberobello heeft een heel grote wijk met trulli en is opgenomen op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het toerisme en de vele winkeltjes doen wel een beetje afbreuk aan het authentieke karakter van de wijk, maar het is toch iets heel unieks en boeiends. De niet opgesmuktje trulli vindt je overal onderweg. We bezoeken ook het volgende stadje: Locorotondo. Het witte stadje is tegen een heuvel gebouwd. Het betekent letterlijk: “ronde plaats” vanwege zijn cirkelvorm.

Voor vandaag hebben we genoeg moois gezien en we keren terug naar de camping.

Vrijdag 20 mei – 24 gr.

Vandaag staat er een uitstapje naar twee schitterende kustplaatsjes op het programma. Eerst gaan we naar Polignano a Mare. Het oude stadgedeelte is uniek gelegen aan weerszijden van een diepe inham. Overal heeft men een schitterend uitzicht op zee. Het terrasje waar we 's middags eten is net een balkonnetje boven de zee. Dit is het plaatsje van waar de zanger van het wereldhitje “Volare” afkomstig is. Er staat dan ook een standbeeld van “Mister Volaré” We zagen er ook een wagen van een verkoopventer rondrijden met de koopwaren zoals, wasmanden, borstels, plastiek bakjes, toiletpapier... zo hoog opgestapeld dat het werkelijk een foto waard was. Zoiets ziet men bij ons niet meer.

Een 10-tal km verder ligt Monopoli, die eigenlijk al een redelijk grote stad is. Wij bezoeken alleen het oude stadsgedeelte met de haven. In dit stadsgedeelte liggen een aantal heel oude kerken en een kathedraal. In de haven is er een vesting.

En dit was het dan voor vandaag.

Zaterdag 21 mei – 24 gr.

In de voormiddag brengen we een bezoekje aan Ostuni, het witte stadje genoemd. Het ligt op een heuvel en alle huisjes zijn wit of witgekalkt. Het heeft een heel charmante oude kern, met smalle witte steegjes en trappen. De kathedraal uit de 15de eeuw heeft een bijzondere voorgevel met een prachtig roosvenster boven het portaal. Het is leuk om er eens rond te dwalen en de winkeltjes hebben vaak eigengemaakte sierraden, handtassen en handgemaakte sandalen.

Tegen de middag zijn we terug en maken er voor de rest van de dag een luie dag van.

Zondag 22 mei – 24 gr.

We staan nu op een camping in Giovinazzo, een kleine 120 km noordelijker langs de kust. Het is een wat oubollige camping, met veel vaste verblijvers, wel vlak aan zee gelegen en met een magnifiek uitzicht op het stadje. Jammer dat de camping volledig met een hoge prikkeldraad is omheind.

We wandelen vanaf de camping naar het stadje dat een zeer mooi middeleeuws centrum heeft en een kleine haven. Zoals overal hier in de streek: een kathedraal en een aantal middeleeuwse kerken op een kleine oppervlakte. Het is zondag en de inwoners zijn allemaal aan het flaneren langs het water, op de pleintjes, op de terrasjes... Dit maakt dat het plaatsje een levendige, charmante indruk geeft.

Een zestal km verder ligt Molfetta, iets groter en met een grotere haven, maar ook met een middeleeuwse kern. Als we door de smalle, oude straatjes dwalen, merken we op de de hoge huizen naar elkaar toe lijken te groeien, en dat op veel plaatsen de muren scheef staan en gestut worden met houten balken.

Maandag 23 mei – 21 gr.

De auto maakt al een paar dagen een raar geluid. De airco werkt al twee weken niet meer, de turbo is al eens uitgevallen en nu dit raar geluid, we zijn er niet gerust in. Niet ver hier vandaan is een VW garage en we gaan deze morgen even langs. Er blijkt veel meer aan de hand te zijn dan we dachten. Het heeft iets te maken met de compressor, we begrijpen het niet goed, want hier wordt alleen Italiaans gesproken en we moeten ons behelpen met de Google vertaling op PC die ook niet altijd begrijpelijk is. Er moeten wisselstukken besteld worden. We vragen een vervangwagen. Na wat over en weer getelefoneer met Belgie krijgen we de vervangwagen. Ondertussen blijkt dat de wisselstukken in Italie niet voorradig zijn, wat betekent dat het week zou kunnen duren vooraleer de wagen is hersteld. Als alternatief wordt voorgesteld een gebruikt en gereviseerd wisselstuk te plaatsen, wat wij aanvaarden. Mogelijks zal de auto dan woensdagavond hersteld zijn.

Tegen de middag rijden wij dan eindelijk weg met onze vervangwagen, een kleine Polo. We besluiten naar Matera te gaan. Matera is gebouwd aan de ene kant van een diepe ravijn en is vooral bekend vanwege de sassi: dit zijn holwoningen die trapsgewijs tegen de heuvelflank aanliggen. Er zijn ook een aantal kerken die uit de rotsen zijn gehouwen. Aan de overzijde van de ravijn hebben we een prachtig uitzicht op het stadje.

Als we terug bij de auto komen na enkele foto-opnamen activeren wij ongewild het alarm van de Polo. En we krijgen het niet meer uitgezet! Even verder op de heuvel staan een paar campers. Met veel lawaai dus rijden wij tot daar en gelukkig kan een Fransman ons uit de nood helpen. Na dit voorval durven wij de afstandsbediening van de Polo niet meer gebruiken.

Wij gaan dan in Matero zelf iets eten. En het is dus echt ons dagje niet. Als we na onze lunch het stadje zelf willen bezoeken, begint het hard te regenen. Wij hebben niets bij, geen jas, geen paraplu en al vlug zijn we kletsnat. Bovendien zijn de steil dalende straatjes, met hun gepolierde plaveien spekglad. Wij gaan dan maar terug naar de camping om droge kleren aan te trekken.

Jammer dat we maar een glimp hebben opgevangen van Matera, want het stadje zou beslist de moeite waard zijn geweest.

Dinsdag 24 mei – 24 gr.

Omdat Matera een bijzonder stadje is en en vooral de sassi en hun geschiedenis ons boeien, gaan wij terug naar Matera, speciaal om de sassi = de holwoningen te zien. De sassi liggen in de benedenstad die niet meer bewoond is. Tot de jaren 50 leefden meer dan 20000 mensen in deze holwoningen die trapsgewijs tegen de flank van een diepe ravijn zijn gebouwd. Ze leefden in armoedige en ongezonde omstandigheden. We dwalen langs de trappen en paadjes door de benedenstad. Bij verschillende sassi kan je nog binnen kijken hoe ze woonden en leefden tussen de kippen en de varkens, hoe ze hun regenwater opvingen. In de vergaarputten waar vroeger de uitwerpselen werden verzameld, worden door de toeristen muntjes geworpen. Er waren ook meer dan 150 holkerken. Velen hebben in de loop der tijden een andere bestemming gekregen van kerk tot schaapskooi tot wijnkelder. Wij hebben er geen spijt van dat we speciaal zijn terugggegaan, want zoiets hebben we nog nooit gezien. De sassi maken deel uit van de Unesco werelderfgoedlijst.

Ook het bewoonde gedeelte van Matera, de bovenstad heeft enkele prachtige oude kerken en gebouwen en een heel mooie kathedraal.

We vonden dit bezoek beslist een van de hoogtepunten voor deze regio.

Woensdag 25 mei – 25 gr.

Wij blijven de hele dag op de camping en hopen dat de auto tegen de avond zal hersteld zijn. Als we rond 17 h even gaan kijken zijn ze er nog aan bezig. Maar eind goed, al goed, tegen 18h45 is hij volledig hersteld. Nog de rekening betalen en we kunnen weer verder. De Duitsers die naast ons op de camping staan hebben gevraagd of we vanavond meewandelen naar Giovinazzi en er samen iets gaan drinken. Dat doen we dus en het wordt een gezellige avond op een terrasje met een flesje wijn.

Donderdag 26 mei – 27 gr.

We vertrekken in de vroege voormiddag naar camping Adria in Riccione, zo een 550 km noorderlijker aan de adriatische zee, waar we rond 16 h in namiddag aankomen. Hier is het al veel drukker dan in het zuiden. Het strand is schoon, maar staat vol met parasols en zetels die worden verhuurd. We zitten hier vlakbij Rimini en deze kuststrook is duidelijk ingesteld op toerisme.

Vrijdag 27 mei – 30 gr.

In de voormiddag brengen wij een bezoekje aan de vrijstaat San Marino. De stad heeft een middeleeuwse binnenstad, en een mooie wandeling voert ons langs de drie forten op de top van de heuvel. De drie vestingen zijn verbonden door dikke muren en loopgraven met de stad en overal kan men genieten van het schitterende uitzicht op het omringende land en de Adriatische zee.

Voor de rest van de dag is het siesta, want het is 30 gr. en drukkend.

Zaterdag 28 mei – 25 gr.

Omdat de omgeving ons niet erg kan bekoren, trekken we vandaag verder naar het Gardameer. Tegen de middag schuiven we aan voor een plaatsje op Camping Cisano/San Vito in Cisano. Deze camping is blijkbaar heel populair. Hij is dan ook schitterend gelegen, vlak aan het Gardameer. In de late namiddag wandelen we via het wandelpad dat langs het meer loopt, naar Bardolino. Het meer is schilderachtig, zonovergoten, met veel wandelaars en fietsers langs het pad, veel mensen die liggen te zonnebaden op het grasland aan het meer. We zien ook eenden en zwanen met hun kleintjes op de plaatsen waar het riet langs de oever van het meer staat. In Bardolino is een soort opvoering aan de gang. Er wordt een veldslag uit de jaren 1846 uitbeeld met veel lawaai, want er wordt flink geschoten, er is zelfs een kanon. Natuurlijk zijn er veel kijklustigen.

Het is nog maar onze eerste dag hier, maar het bevalt uitstekend.

Zondag 29 mei – 25 gr.

We gaan in de voormiddag naar de markt in Sant Ambrogio. In de namiddag ga ik via het wandelpad naar Lazise. Ook dit plaatsje heeft een bijzondere charme met een oud kerkje aan de kleine haven. Het stadje is nog ommuurd en binnen de muren veel winkeltjes terrasje en heel veel bezoekers.

Maandag 30 mei – 28 gr.

Vandaag gaan we naar Torri del Benaco en naar Garda. De plaatsjes liggen niet ver hiervandaan en behoren tot de mooiste plekjes langs het Gardameer. In Torri del Benaco is het ook markt, dus mijn dag kan al niet meer stuk, ik ben dol op markten. De beide stadjes zijn gezellig en charmant, met mooie yachthaventjes en vele uitnodigende terrasjes en natuurlijk de smalle straatjes met de winkeltjes. Het valt op dat langs de promenade langs het meer heel veel zorg wordt besteed aan bloemen en planten. Er zijn kleurrijke bloemenperken en veel bomen. Onder de bomen staat er veelal een bankje zodat men even in de schaduw kan verpozen en van het uitzicht genieten.

De rest van de dag zitten we in onze luie zetel aan de oever van het meer.

Dinsdag 31 mei – 28 gr.

Het is onze laatste dag en we doen hier niets bijzonders meer. We wandelen nogmaals naar Lazise omdat het wandelpad zo mooi is en omdat mijn man nog wat filmopnames wil maken en dat is alles.

De vakantie is voorbij en morgen vertrekken we naar huis. We hopen donderdagavond gezond en wel thuis te komen.

Alle foto's van deze mooi reis zijn terug terug te vinden in ons online-album ZUID ITALIE 2011