De mens is 3 miljoen jaar op Aarde. De eerste steden ontstonden 10.000 jaar geleden.
Een kleine rekensom leert dat de mens slechts gedurende 0,33% van zijn bestaan een stedelijke beschaving kent.
Evolutie gaat langzaam. Dit betekent dat we nog steeds zijn gebouwd voor het leven in kleine groepen op een savanne. Daarin leefden we immers 99,67% van de tijd dat de mens op Aarde is. Er is te weinig tijd geweest voor evolutie om zich aan te passen aan de veranderde situatie.
De stedelijke mens leeft tussen veel mensen die hij niet kent, dat is tegennatuurlijk. Het roept stress op want de mens is gebouwd om te leven tussen bekenden, mensen waar hij een band mee heeft. Ook onze voeding is tegennatuurlijk. Een natuurlijk voedingspatroon bestaat uit fruit, noten, kruiden en klein wild (oorspronkelijk slechts karkassen, later ging de mens ook op jacht). De huidige voeding van veel vet eten leidt tot ziekten, veel lijden en een 'gezondheidszorg' (ziekenzorg) die in snel tempo onbetaalbaar wordt. We vergiftigen onszelf. Vandaar ziekten als hart- en vaatziekten en kanker.
De mens moet functioneren in een mondiaal netwerk dat ingewikkeld in elkaar zit. Ook dat is tegennatuurlijk. De mens is niet gemaakt voor internet of computers, maar voor persoonlijke contacten die plaatsvinden in een stabiele groep, waarin 'wijzen' (vaak wat oudere mensen) aanwezig zijn om contacten te reguleren als het fout gaat. Dit gebeurt dan niet met behulp van wetsboeken, maar met behulp van wijsheid. Het huidige mondiale netwerk houdt tevens in dat een kleine groep mensen bijzonder veel macht vergaard.
Toen de mens nog in kleine groepen over de savanne ging had de gemiddelde leider het gezag over zo'n 50 mensen. Tevens was het gezag informeel. De leider over het jagen was iemand anders dat de leider over het verzorgen. Het feit dat de hele wereld één netwerk is geeft aan mensen met een onevenredig grote geldings- en machtsdrang de gelegenheid om belangrijke machtsposities te bekleden. Dit zijn niet de meest wijze en verstandige mensen, maar wel mensen die goed zijn in het klimmen naar de top.
We moeten leven in een culturele setting die niet past bij datgene waar we op gebouwd zijn. Dat is de situatie van de mensheid op dit moment.
Is er sprake van vooruitgang of de illusie van vooruitgang? Zijn we beter af in een maatschappij waar we niet voor gebouwd zijn? Dat zijn vragen die we ons kunnen stellen.
De vraag stellen is niet hetzelfde als een oplossing bedenken. Sterker, ik denk niet dat er een oplossing is.
Hoogstens is er een oplossingsrichting. Gedacht kunnen worden aan een overgang van een maatschappij die vooral waarde hecht aan aantallen (kwantiteit), centralisatie en grootschaligheid naar een maatschappij die uitgaat van kwaliteit , decentralisatie en kleinschaligheid (de menselijke maat).
Niet langer een gerichtheid op getallen, maar op kwaliteit en levensgeluk. Dat zou een oplossingsrichting kunnen zijn.