Mijn verhaal schuift een paar jaar na de oorlog in.
Het treurige verhaal van oorlog en verlies lag als een beklemmende deken over ons gezin en overschaduwde het grote verhaal van toe we de rivieren van Babylon verlieten.
De geschiedenis moest opnieuw worden uitgevonden. Het nieuwe verhaal moest een verhaal worden van vooruitgang, van gelijkheid en eigen verantwoordelijkheid. In 1989 komt ook aan dat verhaal een eind. ‘Wat is er misgegaan? Welke link hebben we gemist?’, vroeg mijn moeder zich af.
De barsten in hun verhaal waren breekpunten geworden. De aard van de zaak stond geen barstjes toe. Ze werden gelijmd met veel grote woorden, bedekt en verdedigd door verbaal geweld.
Er werden hermetische discussies gevoerd, oppositie voerde je tegen het beton. Het de reden dat mijn geschut soms al te zwaar is en ik er op gewezen moet worden dat in deze tijden, na een warme en koude oorlog, een fijnzinniger touché effectiever is.
Ik herinner me nog een gesprek waar mijn tante het voor mij opnam. Achteraf zie ik dat zij als enige aandacht had voor wat Paul Ricoeur het tweede niveau noemt: Het gevoel dat de verteller uitstraalt door toonhoogte, gebaren, lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen. Mijn argumenten kunnen het niet geweest zijn.
Integriteit werd gemeten langs de lat van de rechte lijn. Als zoon wou ik mijn moeder overtuigen van mijn integriteit, maar zij kwam niet veel verder dan: ‘Je bedoelingen zullen wel goed zijn, maar je bent naïef. We moeten eensgezind zijn, anders verraad je de goede zaak.’
Toch heb ik mijn moeder voor één moment weten te overtuigen. Ik vertelde het verhaal van de sojaboon en het eiwitverlies. Mijn moeder luisterde en zag dat het met mijn integriteit wel goed zat: ‘Ik hoop dat ik dit moment niet zal vergeten’, zei ze na afloop. De barsten in mijn verhaal naar haar toe waren geheeld.
Moge haar ziel in vrede rusten.
Artikelen en documenten over leven en werk van de Duitse theoloog en godsdienstwetenschapper (1869-1937), bekend door zijn werk 'Das Heilige' (1917).
Het boek bevat een aantal documenten en artikelen over leven en werk van de briljante geleerde Otto (1869-1937). Hij was hoogleraar in de systematische theologie aan een aantal Duitse universiteiten, waaronder Marburg. Naast de theologie van Barth, die weinig of geen belevingsaspecten toelaat, plaatst Otto de metafysische beleving die hij volledig erkent en nauwgezet beschrijft. Zijn standaardwerk is Das Heilige (1917), dat als misschien het beste theologische boek uit de twintigste eeuw wordt beschouwd.
Na dit boek heeft hij vele reizen naar Azië gemaakt om de godsdiensten daar te bestuderen. Hij hield vast aan zijn christelijk geloof, maar erkende de andere godsdiensten als gelijkwaardig. Het heilige komt volgens Otto niet uit de mens voort en veroorzaakt een numineuze ervaring, schrikwekkend zodanig dat een mens door huivering bevangen wordt, maar dit wel beleeft als een positieve ervaring. De naam ervoor is 'mysterium tremendum'.
Otto beschrijft het als verschijnsel, waarom hij tot de fenomenologen wordt gerekend.
Wie 'Das Heilige' nooit heeft gelezen, kan door dit boek toch een goede indruk krijgen van de inhoud en de waarde ervan, alsmede van het leven van Otto zelf.
Biblion | NBC