naar-pompeii

Naar Pompeii

zaterdag 11 september 2010

Het was voor ons de zaterdag der zaterdagen, de zaterdag dat we zouden vertrekken.

Tegen 10.00 uur kwamen Nicole en Sven die met ons mee zouden rijden en daarna onze auto weer terugbrachten.

Heerlijk om niet zo afhankelijk te zijn van een taxi.

De bel gaat, de chauffeur staat voor de deur en dan snel de koffers in zijn auto.

Nu stonden de koffers al in de auto, die twee kwamen gewoon binnen, eerst nog een praatje en dan heel relaxed vertrekken.

Iets over 10.30 uur waren wij op Schiphol. Nicole en Sven gingen direct door naar de Makro en wij kuierden op ons gemak de vertrekhal binnen.

De avond ervoor had ik de boardingpassen al via het internet geprint, dus het was alleen een kwestie van koffers afgeven en door de douane gaan.

Eerlijk gezegd was ik het toen nog niet helemaal, maar het ging wel heel relaxed.

Wat rondneuzen, een Whopper eten en langzaam naar de gate.

De vlucht met Transavia verliep voorspoedig en na ruim twee uur stonden we op het vliegveld van Napels.

Dit was heel letterlijk, want we moesten in een bus stappen die ons naar de aankomsthal bracht.

De koffers rolden al vrij snel over de lopende band en nu moesten we op zoek naar de balie van het autoverhuurbedrijf.

Rechts in een hoek zagen we borden met de bekende namen, zoals Hertz, Avis en het voor ons niet zo bekende Europcar en juist die laatste moesten we hebben.

Wij hadden gelukkig maar één persoon voor ons, terwijl bij de anderen lange rijen stonden.

Volgens mij zei dat niets over de betrouwbaarheid van Eurocar maar meer over de naamsbekendheid.

Vrij snel stond ik oog in oog met een aardig Italiaans meisje.

Ze moest van alles van me hebben: huurvoucher, paspoort, rijbewijs en creditcard.

Het ging allemaal snel en zeer zakelijk tot ik het horloge om haar pols zag.

Zo’n soort horloge had ik Tonnie voor haar verjaardag gegeven en natuurlijk gaf ik haar een complimentje over dat sierraad.

Nou, dat heb ik geweten, want in redelijk Engels kwam er een heel verhaal.

Om het kort samen te vatten: Dat horloge had ze gekregen van haar ex-vriendje en dat was het enige goede wat hij ooit gedaan had…

Na alle paperassen geregeld te hebben kreeg ik de sleutel van de auto.

Terwijl ze me deze overhandigde zei ze: ‘This is a very nice car…’, om vervolgens uitvoerig uit te leggen waar we heen moesten.

Dat was snel gevonden, de straat oversteken en iets verder konden we in een shuttlebus stappen.

Deze reed zo’n vijftig meter, sloeg rechtsaf en stopte na nog eens vijftig meter op een groot parkeerterrein vol met auto’s.

Nou had ik een Mercedes B-klasse geboekt omdat deze, naast de Citroën Picasso, het enige model was met een automaat in de laagste prijsklasse.

Wij liepen langs heel wat B-klassen, maar elke keer kwam het nummer van de parkeerplek niet overeen met wat zij ons doorgegeven had.

Uiteindelijk vonden we het juiste parkeervak, maar er stond geen B-klasse. Wel stond er een C 200 turbo de lux

e klaar.Door een druk op de afstandsbediening gingen de deuren van slot en begonnen de koplampen vriendelijk naar ons te schijnen.

Aan een daar rondlopende medewerker gevraagd of het wel goed was, want deze auto had ik echt niet besteld. Hij nam de afstandsbediening uit mijn hand, drukte erop en toen de sloten reageerden knikte hij van ja.

In zwaar gebroken Engels kwam er iets uit van: ‘Jes, joer cart…’

Nou weet ik niet of de daar aanwezige B’s een automaat hadden. Misschien waren ze wel allemaal wel handgeschakeld, zodat ik iets vervangends meekreeg…

Of dat het aardig meisje mij, na dat compliment over haar horloge en het daarop volgende leuke gesprek, expres een klasse hoger gegeven had…

Hoe graag ik ook een B-klasse gereden had, het aanbod van zo’n splinternieuwe C kon ik onmogelijk afslaan.

En dat bleek later zowel voor- als nadelen te hebben.

Met de TomTom (onze Tommie) ging het deze eerste rit wat minder.

Hij snapte er af en toe helemaal niets meer van en wilde ons soms gelijktijdig links en rechts af laten slaan.

Eigenlijk geen wonder als je hier het wirwarrende en vreemde wegenstelsel zag. Na een goed uur kwamen we aan bij Hotel Diana in Pompeii, waar we allerhartelijkst en in perfect Engels werden ontvangen.

De auto kwam op een privéparkeerplaatsje en nadat we de koffers in de kamer hadden geïnstalleerd, gingen we terug naar beneden waar we in de knusse binnentuin een grote bier en een lemon soda nuttigden.

Wat een weldaad en wat een rust. De vakantie kon nu echt beginnen.

Die avond maakten we eerst een wandeling door het centrum.

Daar hoefden we niet al te ver voor te gaan, want als je het hotel uitliep en linksaf sloeg was je er al.

Na een paar honderd meter kwamen we bij de grote Basilica Pontificia waar een openluchtdienst werd gehouden.

Het plein ervoor, het park er omheen en alle omringende straten stonden vol met gelovigen en toeristen die de dienst volgden en overtuigd meezongen met de verschillende liederen.

Door nog wat straten gedwaald te hebben en Tonnie een zonnecrème gekocht had, die waren we natuurlijk vergeten, kwamen we terug bij de basiliek waar de dienst nog in volle gang was.

Schuin er tegenover belandden we in een restaurant met de veelbelovende naam ‘Pizza & Pasta’.

De pizza was er echt wel goed te noemen en de wijn, die de ober dringend aanraadde, was fabuleus. Een goed gekoelde en vonkelend rode Gragnano met heel in de verte iets mousserends.

Dit was de eerste keer dat ik een koude rode wijn dronk, maar het was een openbaring.

De volgende openbaring kwam toen wij wilden afrekenen. De ober was alle bonnetjes van die avond kwijtgeraakt en vroeg ons wat wij hadden gehad. Alleen de fles wijn hoefden we niet te noemen want dat wist hij nog wel…

Tijdens onze ‘eten-laten-zakken’ wandeling bleven we toch even staan bij die enorme mensenmassa voor de basiliek.

Op een gegeven moment ging iedereen zoenen en handen schudden en een wat oudere Italiaan kwam ook naar ons toe, gaf een hand en prevelde wat onverstaanbaars.

Dit was zeer emotioneel, een wildvreemd figuur die me vol overgave de hand kwam schudden om een voor mij totaal onbekende reden…

Iets verder, schuin voor de basiliek, stond een heel speciaal monument.

Een groot stuk verwrongen staal, wel een meter of vijf hoog, uit één van de Towers.

Dit stond er ter nagedachtenis van 9-11, de weerzinwekkende gebeurtenis van 2001 in New York.

Onze eerste dag sloten we af met een klein flesje Vesuvius wijn in de gezellige binnentuin van ons hotel.

Daarna vielen we op onze kamer gekomen als een blok in slaap.

Met het drinken van die Vesuvius sloten we vervolgens elke avond in Pompeii af.

En dat als een blok in slaap vallen zou ook een regelmatig terugkerend ritueel worden.

Gereden: 31 km

Terug naar overzicht Vervolg