caïro2

Caïro 2

Sakkara, Memphis, gebedshuizen, bazaar en Citystars

Op de eerste dag van de Ramadan stond Ali, onze fantastische chauffeur tijdens deze vakantie, ons weer geduldig op te wachten. Vandaag stond eerst de Dodenstad Sakkara, zo'n dertig kilometer ten zuiden van Caïro, op het programma. Wij bezochten daar als eerste het in begin 2006 geopende Imhotep Museum. Imhotep werd geboren omstreeks 2650 voor Christus, werkte voor vier farao's en heeft in zijn functie als architect vele paleizen en piramiden gebouwd. Daarnaast was hij o.a. ook nog schrijver, hogepriester, astroloog en geneesheer. Hij deed veel onderzoek naar ziektes en had daar ook geneesmiddelen tegen ontwikkeld. Hippocrates, de Vader der Geneeskunst, heeft daar twee millennia later zijn voordeel mee kunnen doen.

Een beroemd citaat van Imhotep: 'Eet, drink en wees gelukkig want morgen zijn we er niet meer...'

Tweeduizend jaar na zijn dood werd hij door de Egyptenaren tot God verklaard.

Het museum was niet echt groot en na een korte rondleiding met de gids, hadden we nog een half uurtje om zelf rond te kijken en te fotograferen. Hierna gingen we weer terug naar de bus om naar Sakkara en de Trappenpiramide van Djoser te gaan. We hadden dat waarschijnlijk ook lopend kunnen doen, maar de temperatuur was op dat vroege uur al dusdanig, dat de bus met airconditioning een betere keuze was.

We liepen door de poort Sakkara in, de begraafplaats voor de inwoners van Memphis. In de oudheid was dit de hoofdstad van Egypte, waar we die middag ook nog naartoe zouden gaan.

Achter die poort lag een schitterende zuilengalerij en daarachter een enorm binnenhof, maar daar mochten we nog niet naar toe. Onze lieftallige gids moest eerst nog het één en ander vertellen over een paar andere opgestapelde stenen.

Eerlijk gezegd kon ik niet wachten om die unieke piramide te gaan zien. Toen we eindelijk werden 'vrijgelaten', stonden we voor een enorme vlakte waar nog wat restanten van gebouwen en graven stonden. En rechts van ons die schitterende Piramide van Djoser, de oudste en eerste piramide uit de geschiedenis. Met een hoogte van ruim zestig meter en opgebouwd uit zes lagen (trappen), als symbool voor de weg waarlangs de farao zou gaan om het dodenrijk te betreden. Ook deze was gebouwd door de 'duizendpoot' Imhotep.

Het was er redelijk rustig en een kameel en wat paarden maakten het tafereel sprookjesachtig. De eigenaren van die rustende beesten en de verkopers waren hier een stuk minder opdringerig.Hierna zouden wij Memphis bezoeken, maar eigenlijk was dat onmogelijk. Die oude Egyptische hoofdstad ging ten onder aan eeuwenlange overstromingen van de Nijl. En wat er op een gegeven moment nog van over was, werd vanaf de tiende eeuw als bouwmateriaal naar Caïro afgevoerd.

Wij bezochten dus de plek, waar ooit die indrukwekkende stad gelegen had. Die plek is nu niets meer dan een klein museum, wat beelden in de omringende tuin en een paar stalletjes met souvenirs.

Ook hier hadden ze weer een detectiepoortje waar iedereen doorheen moest lopen. Gelukkig voor mij, ging dat stuk technisch vernuft bij iedereen protesteren en mochten wij gewoon doorlopen.

Als eerste bezochten wij het museum waar de kalkstenen Kolos van Ramses II lag. Er was speciaal een soort balkon vier meter boven het beeld gemaakt, zodat je beter de enorme omvang hiervan kon zien. Als je geen groothoeklens op je fototoestel had, was het praktisch onmogelijk om dit gigantische fenomeen in één keer vast te leggen.

Buiten was er nog een diversiteit aan sculpturen, waarvan het granieten beeld van Ramses II en de albasten Sfinx de meest opvallende waren. In die tuin was ik Tonnie verschillende keren kwijt, maar zoals altijd vond ik haar dan weer, druk onderhandelend met de eigenaar van een souvenirstalletje.

Ook vandaag lunchten we weer in dat kiprestaurant en ik probeerde om deze keer eens iets anders te bestellen. Helaas, een kiprestaurant is zoals de titel al aangeeft, een restaurant waar ze kip serveren. Iets anders hebben ze gewoonweg niet. Mijn verzoek om een aangepast menu zonder kip en met extra brood en meloen, werd weliswaar geduldig aangehoord maar heb ik nooit gekregen. Was waarschijnlijk te ingewikkeld en had niets met kip te maken.

Eind van de middag waren we weer terug in het hotel en dat gaf ons mooi de gelegenheid om met fototoestel en videocamera onze onderzoekende en vastleggende ronde te doen.

Hierna ging Tonnie naar het zwembad en ik had mijn vingers vrij om een miniverslag te maken. Het hotel bood de mogelijkheid van draadloos internet, dus ik kon mijn bevindingen naar het thuisfront mailen en mijn favoriete fora even bezoeken.

Die avond werd er weer een ingewikkeld schuifspel met tafels en stoelen uitgevoerd bij het zwembad. Het hele gezelschap was aanwezig inclusief onze reisleider Khaled, die net zijn eerste vastendag achter de rug had. Afwisselend met een sigaret en waterpijp, deze laatste onder het mom ons te laten zien hoe je die moest gebruiken, om enigszins zijn rookachterstand van die dag in te halen.

Een beetje stoomlocomotief zou hier absoluut jaloers op kunnen worden.

We hadden het ook nog even over de opdringerigheid van bepaalde Egyptenaren en volgens Khaled was daar een simpele remedie tegen. Gewoon 'Lalalala!' roepen... 'La' betekent 'nee' en door dat viermaal te herhalen zou het meer indruk maken. Dit knoopten wij goed in onze oren.

De volgende dag, na een vroeg en stevig ontbijt, was het weer bijtijds verzamelen bij de receptie. Deze dag hadden we eigenlijk om vrij te besteden, maar het hele reisgezelschap had de extra excursie in Caïro bijgeboekt.De eerste stop was de Al-Moeallakah Kerk, de spirituele thuishaven voor de Koptische Christenen en gewijd aan de Heilige Maagd Maria.

Daar een deel van deze kerk gebouwd was boven de zuidwestelijke poort van een toenmalige Romeinse vesting, wordt deze ook wel de Hangende Kerk genoemd.

Wat me hier, ondanks het grote aantal bezoekers opviel, was de intimiteit en de serene rust die de binnenplaats en het interieur uitstraalden.

Hierna brachten we een bezoek aan de Ben Ezra Synagoge. Helaas mochten we binnen niet fotograferen en filmen, wat wij natuurlijk respecteerden maar wel jammer vonden.

Deze synagoge was tot het jaar 882 een Christelijke kerk en werd dankzij belastingproblemen van de Koptische eigenaren, door Abraham Ben Ezra voor de Joodse gemeenschap gekocht. Hij werd dan ook de eerste Rabbijn van Caïro.

Voor mij was dit bezoek een uniek gebeuren, want ik was nog nooit in een synagoge geweest. Wat me hier direct opviel was het gemis aan overdadige opsmuk. Hier beleefde men zonder overtollige tierlantijnen het gewenste spirituele gebeuren. Niks mis mee, maar zo hemelsbreed verschillend met die schilderachtige Al-Moeallakah Kerk.

Via smalle straatjes liepen we terug naar Ali en zijn bus, die ons naar de Mohammed Ali Moskee bracht. Daarvoor moesten we eerst naar de Citadel, een burcht die in de twaalfde eeuw gebouwd werd om de stad tegen de kruisvaarders te beschermen.

Daar liet Mohammed Ali in de negentiende eeuw 'zijn' moskee plaatsen. Een imposant bouwwerk met een centrale koepel omringd door vier halfronde koepels en twee enorme minaretten. Er was ook een klokkentoren, geschonken door Frankrijk, maar daar kon je niet de juiste tijd op zien. Die klok heeft nooit gelopen, ondanks verwoede pogingen om deze te repareren.

Bij het betreden van dit kunstwerk moesten wij onze schoenen uitdoen en deze in de hand mee naar binnen nemen. We kwamen in een enorme gebedsplek van zo'n 1700 m², welke ondanks de vele bezoekers een overweldigend gevoel van ruimte gaf.

De schoenen werden bij elkaar gezet op een rustig plekje en de hele groep ging, in kleermakerszit en in een kring, bij onze gids zitten. Zij had weer van alles over deze moskee te vertellen, maar het drong niet echt tot mij door.

Ik werd veel te veel in beslag genomen door de overweldigende indruk van 'het hier te zijn'. Er waren prachtige gebrandschilderde ramen, een soort gouden spreekgestoelte en over de hele oppervlakte enorme tapijten. Voor mij was dit de eerste keer dat ik in de gelegenheid was om de binnenkant van een moskee te bewonderen en ik was enorm onder de indruk.

Het was heel vreemd, maar ik voelde mij hier absoluut welkom en op mijn plaats.

Toen we naar buiten gingen, werd het weer een heel ander verhaal. Er kwam een zwerm verkopers op ons af en ik 'vluchtte' naar het uiteinde van het terras want dat 'Gelalalala...' van Khaled had op deze gasten geen enkel effect. Hier had je een prachtig uitzicht over Caïro.

Daar was wel een touw gespannen, zodat je niet te dicht bij de omringende stenen afrastering kon komen. Er liepen twee agenten en zodra zij een fototoestel of camera zagen, kwamen ze aangesneld. Het touw kon natuurlijk even weg worden gehaald zodat je dichterbij kon komen voor een beter plaatje. Alleen, dat kostte je ...Voor mij hoefde dat dus niet en tot mijn verbazing wilde ook verder niemand van dit 'buitenkansje' gebruik maken. Hier hoorde ik voor de eerste keer een ander 'Lalalala...' mompelen, terwijl die zich snel omdraaide.

Natuurlijk was ik Tonnie alweer een hele tijd kwijt, maar door richting verkopers te lopen, trof ik haar weer druk onderhandelend aan.

Later in de bus besefte ik pas, dat de Egyptenaren toch wel een tolerant volk zijn. Op korte afstand van elkaar een kerk, een synagoge en een moskee. Later zou ik in verschillende plaatsen nog een paar kerken tegenkomen.

Ik dacht dat zoiets alleen maar in Europa kon en absoluut niet in een Islamitisch land.

Tijdens deze rit zag ik iets wat in Nederland echt onmogelijk zou zijn, een halve geslachte koe hangend onder een soort overkapping, gewoon op straat voor een winkeltje. Een gesluierde vrouw stond erbij en er werd op haar aanwijzingen een flink stuk afgesneden. Later, we waren al een heel stuk verder, stond dat beeld nog steeds op mijn netvlies en in gedachten zag ik een zwerm vliegen angstig vluchten voor dat scherpe mes.

Ali zette de bus stil bij een plein en we werden vriendelijk verzocht om snel uit te stappen, want hij mocht hier niet stilstaan. Khaled wees naar een smal straatje en zei dat we daar maar in moesten gaan. Hijzelf ging op het terras van een koffieshop zitten en verwachtte ons met anderhalf uur weer terug.

We waren hier bij de Khan El Kahlili Bazaar, een wirwar van kleine steegjes en brede straten volgepropt met winkeltjes en stalletjes, overladen met de meest uiteenlopende koopwaar. Natuurlijk werd je ook hier weer uitgenodigd om elk winkeltje te bezoeken, maar de opdringerigheid was stukken minder. Wat een aparte belevenis om hier een tijdje rond te slenteren. Ook een aparte belevenis was dat kopje Egyptische koffie, dat ik later op het terras bestelde. Een heel klein kopje vol met, op Turkse wijze gezette, hele sterke koffie. Precies op tijd kon ik voorkomen, dat de ober er een enorme hoeveelheid suiker in zou gooien. Net zoals kip, blief ik absoluut geen suiker...

Het laatste bezoekje van die dag stond in schril contrast tot die bazaar: de Citystars Heliopolis. Een hypermodern winkelcentrum met zes verdiepingen en een parkeergarage geschikt voor ruim zesduizend auto’s. Naast de 550 winkels was er ook nog een compleet pretpark, een enorme expositieruimte, een uit verschillende zalen bestaand filmcomplex en dat alles op zo’n 150.000 m².

Hier moest ik voor het eerst van mijn leven door een detectiepoortje, om een winkelcentrum binnen te komen. Tassen werden op een band gezet en gingen dan door een apart röntgenapparaat.Natuurlijk liet dat poortje bij mij weer een luid sirenegeloei horen, maar toen ik snel de telefoon uit mijn zak haalde mocht ik toch gewoon doorlopen.

Wat een schitterend gebouw, met een gigantische centrale hal waar een prachtige fontein met waterstralen aan het spelen was. Wat een verschil met alles wat we tot dat moment gezien hadden.

Het was heel westers georiënteerd en ook de Pizza Hut, de Starbucks en de McDonald’s ontbraken hier niet. Om eens iets anders te doen, hebben wij de verlate lunch gebruikt bij de Burger King.

Dit was echt een plek voor welgestelde Egyptenaren en toeristen.

Het was al vrij laat voor we weer bij het hotel aankwamen. We waren pas om een uur of zeven vertrokken bij dat winkelcentrum en kwamen dus vast te zitten in de enorme verkeerschaos van Caïro. De auto’s kropen kriskras door elkaar met af en toe minder dan twee centimeter tussenruimte. Je zag er dan ook niet eentje die helemaal onbeschadigd was. De meesten waren door alle deuken zo misvormd, dat het model moeilijk te herkennen viel.

Toen we eindelijk op de snelweg waren, waar door dat maffe rijgedrag niet te ontdekken viel hoeveel rijbanen er nou echt waren, schoot het iets beter op.

Op een brug, waar we al vaker overheen gereden waren, zag je regelmatig auto’s, motoren en brommertjes aan de rechterkant geparkeerd staan. De berijders stonden daar dan gezellig kletsend een sigaretje te roken. Ook kwamen we voorbij een bestelauto met een open laadbak, waarop een man vreselijke klappen kreeg van twee agenten en daarna met touwen werd vastgebonden. Maar dit was nog niets vergeleken met de vrouw, die een meisje een plastic tas over haar hoofd trok en zomaar de snelweg opduwde. Overal zal wel een logische verklaring voor zijn geweest, maar deze ontging ons toch helemaal.

Die avond voerden we voor de laatste maal dat schuifspel bij het zwembad op. En ook deze keer lukte het ons, om dat restaurant binnen de kortste keren door hun voorraad Sakara (een heerlijk Egyptisch biertje) heen te helpen.

terug naar overzicht vervolg