eenterugblik

een terugblik

24 juli t/m 5 augustus 2005

De vraag, of ik na al die jaren enige veranderingen bemerkt heb op dat heerlijke eiland, moet ik volmondig met 'ja' beantwoorden, met de nadruk op volmondig.

Het zal een jaar of twintig geleden zijn, de kids waren nog lang niet geboren, dat we er voor de eerste keer waren. Het was voor ons erg spannend zo'n verre vakantie en zoals het onervaren verre-vakantiegangers betaamt, zaten ook wij, onder het genot van een vakantiedrankje, bij de bijeenkomst van de reisorganisatie. Daar werd van alles en nog wat verteld, voornamelijk over de georganiseerde excursies, maar ook waren er nog een paar nuttige tips. 'Het kraanwater is drinkbaar, maar dan moet je wel een betonnen maag hebben (wij dronken dus wat anders). Er is 220 volt op het eiland, maar niet altijd (vaak aten wij bij kaarslicht). De winkels zijn meestal open, maar kunnen ook gesloten zijn (hebben we gemerkt).'

Toch was er één tip, die we in onze oren knoopten: 'Vaak mag je in een restaurant, als je de menukaart niet snapt, de keuken inlopen en gewoon aanwijzen wat je lekker vindt.'De volgende middag gingen we een stukje wandelen en kwamen langs een typisch Kretaans restaurantje. Wankele tafeltjes met wat bierviltjes onder een poot en daar omheen een paar krakkemikkige stoeltjes. Het was een uur of twee en we hadden door die eerste tip, over dat drinken, het ontbijt ook al gemist, dus we waren best toe aan een maaltijd.

Na een tijdje kwam er een lief uitziend omaatje op ons af en vroeg: "Joe iet?" Wij driftig knikken en hoopten op iets van een menukaart. In plaats van die kaart, begon dat mensje aan mijn shirt te trekken en riep zoiets als "Joe kom wit mie..."

Ik begreep, dankzij die nuttige tip van de dames reisorganisatie, dat we mee moesten komen naar de keuken. Daar zagen wij allerlei heerlijke gerechten en wezen verschillende dingen aan, waar wij wel iets van wilden proeven. Ongelooflijk eigenlijk, maar dat oude mensje boog als een knipmes en beduidde ons weer naar ons tafeltje te gaan. Even later, wij zaten weer te balanceren op die stoeltjes, kwam zij al buigend naar ons toe en schoof nog een tafeltje naast de onze. Daarna spurtte ze weer naar binnen, om even later terug te komen met een paar borden en bestek. Vlak achter haar kwam een continue buigende kok met in zijn armen verschillende schotels. Daarachter de hulpkok en daar weer achter de oude eigenaar zelf, allen met allerlei gerechten.

Alles wat we hadden aangewezen om iets van te proeven, werd als complete maaltijd op onze tafeltjes gezet, beter gezegd; gestapeld. Nou, gegeten hebben we toen... Die tweehonderd meter terug naar het hotel konden we echt niet meer lopen, dus ging per luxe kruiwagen.Dit fenomeen is er niet meer. Je komt niet in de keuken en mag niets meer aanwijzen; de

menukaart is nu overal doorgedrongen en is in helder Engels.

Toen we weer terug waren op Schiphol, moesten we wachten op de taxi die ons naar huis zou brengen. Terwijl wij daar zaten, kwam een jongen op krukken die wachtruimte binnen gestrompeld. 'Daar heb je onze taxibestuurder', riep ik direct. De rest van de familie lag in een deuk.

Het krukkenfiguur ging naar de balie en overlegde daar het één en ander. Uiteindelijk draaide hij zich om en riep: "Familie Izognoeg?" Het was echt onze chauffeur. Gniffelend en af en toe luid lachend zijn we hem gevolgd....

terug naar overzicht