03. d - 15DE & 16DE EEUW (nrs. A-E)

FAMILIE VAN ELSLANDE

Heren van                                                                                                                        Seigneurs de 

                                                              Carpentieringhe, Schoonvelde, Ghisbalde,

                                     Ter Beke, Dilsemont,Ten Bormen Elst, Nobelmeers, De Lysselbroek,

                                                    Ten Heede, Ten Hooghen walle (of Duivelegoet),Ten

                                                     Paradijs,Ter Vliet, Watermeulen & Lan­ghen Hessel.

VAN ELSLANDE R., van Elslande 1267-1995, Heren van/ Seigneurs de Carpentieringhe, Schoonvelde, Ghisbalde, Ter Beke, Dilsemont, Ten Bornem Elst, Nobelmeers, De Lysselbroek, Ten Heede, Ten Hooghen Walle (Duivelgoet), Ten Paradijs, Ter Vliet, Watermeulen & Langhen Hessel, Wervik 1995, p. 30-54.



A Jan (einde / fin 14e eeuw/siècle)

I

A Stefaan / Etienne (ca. 1420)

I

A Denis (ca. 1450)

I

A (Bertel)meeus (einde / fin 15e eeuw/siècle

I

B Antheunis (+ 1568)

I

C Willem (einde / fin 16e - 17e eeuw / siècle)

I

D Maerten (+1635)                -                      E Jan   (+1644)  

cfr.: Stamvaders / ancêtres

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-de-nobele-wervikse-familie/a-stamvaders




A )           Jan vanden Helstlande, alias de Clerc


A 1           Jan vanden Helstlande, alias de Clerc (° ca. 1380).

                In 1421 was Jan vanden Helstlande één van de schepen van de heerlijkheid Kruiseke. Hij bezat landgoederen in deze heerlijkheid. Als zegelbeeld gebruikte hij een roos[1]. Jan van Elslande was in die periode notaris te Geluwe.

                 De alias-naam de Clerc wordt volgens sommige historici in verband gebracht met de functies van de voorvaderen van Jan, die in de 13de en 14 de eeuw ambtenaren waren. Dit zou echter niet betekenen dat deze klerken waren [2]. Anderen verwijzen naar de clerius en stellen dat talrijke leden van de familie van Elslande  geestelijken waren.

En 1421 il était échevin de la Seigneurie "Kruiseke". Il avait des terres dans cette seigneurie. Comme sceau il avait une rose.

                  Jan van Elslande était à cette époque notaire à Gheluwe. Le fait qu'il avait comme surnom "alias de Clerc", doit se rappoter d' après certains historiens à la fonction                      qu'avaient ses ancêties au 13e et 14e siècle les fonctionnaires étaient des "clercs", cela  ne signifie pas que ses ancêties étaient "clercs".

                 D'après d'autres historiens le surnom "le clerc" ferait du au fait qu'il y avait beaucoup  de cleres (prètres) dans la famille.

Bernard Cappelier,Le Diocese de Tournay Remarques Ce Diocese est apresent divisé en huit Doyenéz et contient 222 Paroisses, scavoir dans le Doyené de Tournay 44 de Lille 52, de Courtray 20, d'Helchin Wallon 28, d'Helchin Flamend 18, de Seclin 31, de St. Amand 17, de Wervick 12 / Presenté a son Altesse Monseigneur Jean Ernest de Loewenstein Prince du St. Empire Eveque de Tournay, Administrateur de Stavelot; Comte et Prince de Loewenstein Wertheim Par son tres humble et tres obeissant serviteur Bernard Cappellier Pasteur de St. Leger ; Avertissement Cette Carte a eté Corrigée sur les lieux et augmentée Considerablement de St. Leger 1725

                  

A 11 k: Willem van Elslande, woonachtig te Wervik, was in 1440 buitenpoorter van Kortrijk [3]. Willem van Elslande habitant de Wervicq, était en 1440 bourgeois de Courtrai.

A 12 Frans van Elslande stelde zich in 1449-1450 borg voor Willem vander Schuere /   Frans van Elslande se porta garant pour Willem vander Scheure[4].

A 13 Stefaan/Etienne van Elslande, alias de Clerc (° ca 1425), X Maartijne Van Acker (° ca. 1430), fa. Rogier & Julienne van der Motte. Hij werd vermeld in 1471/mentionné en 1471

A 131 k: Denijs van Elslande, alias de Clerc (ca. 1451), vermeld in 1476[5] / mentionné en 1476.

Georges-Louis Le Rouge (1740-1780)Carte Contenant le Pais entre Nieuport l'Ecluse Anvers Ypres et Bruxelles, in: Carte des Pais Bas : Contenant la Flandre, le Brabant, Pais de Liege, et de Namin, le Boulonnois, le Haynaut, et partie de la Picardie. [Dédié à Monsieur le Marquis de Vastan. Baron de Vieuxpont, Cons. 1r. du Roy Maître des Requestes Honoraire de son Hôtel. Prevôt des Marchands. Par son tres humble et tres Obeissant Serviteur le Rouge Ingenieur Géographe du Roy



A 1311 k: (Bertel)meeu(wel)s van Elslande woonde te Menen / habitant de Menin.

A 13111 k:     Antheunis van Elslande (cfr. B).

A 13112     Steven van Elslande, vermeld als vader van Wouter 

A 131121     k: Wouter van Elslande (begrafenis / enterrement le 18.11.1619 [6]), x Ieper 11-6-1618  Maria Borreman, fa . Petrus.

Wouter van Elslande werd in 1603 [7]  vermeld als voogd van de weeskinderen van Maer­ten  van den Meersch [8] / mentionné en 1603 comme tuteur des orphe­lins de Maerten van den Meersch

In 1579 werd Wervik volledig  verwoest tijdens de strijd tussen de Staatsen en de Malcontenten. De meeste inwoners vluchtten weg en vestigden zich voornamelijk in Frans-Vlaan­deren.  Tussen 1580 en 1585 kwam slechts een deel van de vroegere bevolking (ca.5000 inwoners) zich opnieuw vestigen te Wer­vik. De gevolgen van deze ramp voor de stad ­zijn duidelijke aantoonbaar o.m. in de Wervikse disrekeningen. In de rekeningen over 1578-1579 was Oultre van Elstlande het enige familielid, dat vermeld werd te Wervik [9]. Zijn weduwe Maria Borreman hertrouwde op 3-10-1621 te Ieper met Jan Pissonnier, fs. Petrus.

Inname van Menen door de Malcontenten in 1578, Amsterdam, Rijksmuseum

En 1579 Wervicq fut détruit entièrement au cours des ba­tailles entre les "Staatsen et Malkontenten". C'est pourquoi la plupart des habitants durent fuir. L'émigration se fit principalement direction Flandre et Artois. Au début des années 1580 seulement une partie des habitants d'antan revinrent. Des conséquences désastre à Wervicq , on trouve nombre de preuves dans les ar­chives d'antan, e.a. dans les comptes de table des pauvres. Au cours des années 1578-1579  Oultre van Elstlande fut le seul membre de la famille qu'on mentionne encore à Wervicq.

 

A 2 Joos van Elslande, alias de Clerc.

A 21 k: Daneil van Elslande, alias de Clerc, woonde in 1438-1441 in Wervik [61]

In 1440 was hij buitenpoorter van Kortrijk [62]. In 1457-1458 leende hij geld aan Tryskin vander Gheenste, zijn broer Pauwels stelde zich daarbij borg [63]. In 1468 bezat hij gronden in de heerlijkheid ten Wulfbrouck te Geluwe  [64]. In1472 kocht hij een lijfrente [65].

Daneil van Elslande, alias le Clerc, habitant de Wervicq en 1438-1441, était en 1440 bourgeois de Courtrai. En 1457-1458 il prêta de l'argent à Tryskin van  der  Gheenste, et son frère Pauwels se porta garant en cette occasion.En 1468  il   possidait des terres dans la seigneurie "Wolfbroek" à Gheluwe. En 1472 il acheta une   rente viagère.

De huidige hoeve "De Wulfbrouck" te Geluwe   

Anoniem (Italiaans), Cronache de singniori di Fiandra e de loro advenimenti ,Brugge 1452, Brugge, Openbare Bibliotheek, ms. 685, f° 208v°-209.

Door de in Brugge verblijvende Italiaanse auteur vermeldde Wervik als een lakenstad.

 

A 211 k: Joos van Elslande leende in 1463-1465 geld aan Hannekin van Heysackere. Zijn vader Daneel trad op als één van de borgen [66]. 

En 1463-1465 il prêta de l'argent à Hannekin van Heysackere. Son père Daneel était l'un de ceux qui se portèrent garants.

A 212 Rugger van Elslande.

A 22 Pauwels van Elslande was in 1434 één der voogden van de weeskinderen van Jan van Coeilgen en Paesschynen van Elslande. In 1456-1457 overleed zijn vrouw [67] 

/ mentionné en 1434 comme tuteur de l'orphelins de Jan van Coeilgem et Paesschynen van Elslande.

A 221 k: Maertyne van Elslande X Hellin Crucke [68].

A 222 Rugger van Elslande (+ 1483-1492) X Serroels.

                                In 1470-1472 werd hij als voogd aangesteld van Berthelmeeus en Joos d'Hondt, daar hij verwant was met hun moeder [69].  Het echtpaar van Elslande-Serroels bezat eigendommen te Wervik [70].   Caesin van Elslande werd in 1484 aangesteld als voogd van hun wezen.  En 1470-1472 Rugger van Elslande était tuteur de Berthelmeeus et Josse  d' Hondt, parce que il était parent de leur mère. La couple van Elslande-Serroels  avait du propriétés à Wervik. Caesin van Elsland fut détigné comme tuteur de leurs enfants orphelins.

A 2221 k: Matthys van Elslande (+ 1529) X Willemyne de Decker.

A 22211 k: Pieter van Elslande.

A 22212 Jeanne van Elslande.

A 2222 Anne van Elslande.

A 2223 Pieter van Elslande (°Wervik 1466).

Gabriel Bodenehr, Die Graffschaft Flandern nach dero Eintheilunge 21

A 22231 k: Malin van Elslande, was in 1529 buitenpoorter van Kortrijk. Hij  woonde te Wervik [71]. Een jaar nadien trad hij op als borg voor P'te  tSoen [72]. Op 15-2-1537 was hij een rente verschuldigd aan   Joos de Cat, deze lening was reeds op 15-2-1538 terugbetaald. 

Malin van Elslande habitant de Wervicq, était en 1529 bourgeois de Courtrai. Une anée plus tard il se porta garant pour P'te tSoen. Le 15-2-1537 il avait une dette envers Joos de Cat, mais elle fut déjà liquidée en 1538.[73]

 

A 223 Michiel van Elslande

A 224 Caesin van Elslande.

Op 12-11-1498 werd hij aangesteld als voogd van Copkin de Hondt, fs. Joos[74]mentionné le 12-11-1498 comme tuteur de Copkin de Hondt, fs.  Joos.

A 23 Paesschynen van Elslande (+ 1434) X Jan van Coeilgem (+ 1437) [75]. Zij bezat gronden te Geluwe en Wervik [76] / elle avait des terres à Gheluwe et Wervicq.

A 231 k: Joos Coeilgem.

In 1458 verbleef hij gedurende zeven maand in de gevangenis van Ieper [77]. Pauwels van Elslande en Boudewijn d'Hont beheren in die periode zijn  goederen. 

En 1458 il était emprisonné à Ypres. Pendant ce temps Pauwels van Elslande et Boudewijn d'Hont gérèrent ses biens.

A 232 Beelde Coeilgem

 Oude wapenschild van de familie / Ancien blason de la famille   van Acker



B)   Antheunis van Elstlande Van Ackere


B Antheunis van Elstlande (+ 1568), fs Meeus (cfr. A 1311) X Catherine Van Ackere (° ca 1489+ Menen 1573),fa Jan & Catherina van Heede

Hij ontleende op 3-11-1558 15 ponden groten uit de erfenis van de weeskinderen (Fran)sinckin en Myncken (= Jakemine of Willemine) van François Boutens [78].

Le 3.11.1558 Antheunis vanden Elstlande, empruntait de la succession des orphelins de François Boutens, (Fran)sincken et Myncken (= Jakemine ou Willemine) la somme de 15 livres grandes.


B 1 k: Jan van Elslande was gehuwd in 1569. In 1573 was hij eerste schepen van Wervik  [78]

B 2 Willem van Elstlande (Cfr. C)

B 3 Joanna van Elslande x 1571 Diederic Blomme

B4 Marie van Elslande was in 1568 nog minderjarig (- 25 jaar)



C)   Willem van Elslande van Dickele 

C   Willem van Elslande (° Geluwe), heer van Ter Beke / seigneur de Ter Beke, fs. Antheunis (cfr. B) X 1577 Joosijne van Dickele, fa. Denijs [79].

Op 10 december 1584 kocht hij het "hôte du (de) metier" te Ieper­ [80]. In 1615-1516 werd hij door Pieter Lanchals, heer van Olsene[81] aangesteld als ontvanger van de enkele stadsrenten van Wervik die deze heer bezat [82]. Willem van Elslande pachtte van de heer van Olsene cijnsgron­den, alsook het "Goed Ter Beke" gelegen deels te Wervik en deels te Geluwe (cf. Relatie tot Rubens).  De hofstede zelf werd bewoond door de weduwe van Jan Provoost. Op 4 november 1630 was Willem van Elslande schepen van de heerlijkheid "Hooghen Elslan­de" te Geluwe.

Hoeve Hooghen Elsland voor 1914, Geluwe, Privaatbezit

In 1632 bezat hij 440 roe bos te Wervik, dat paalde aan de straat van Kruiseecke naar de Nachtergaal [83].In die periode woonde hij op een erf dat paalde aan de kerk van Geluwe [84]. Tussen 21 april 1645 en 27 september 1650 werd hij vermeld in de staat van goed opgemaakt ten gunste van zijn acht kleinkinderen, de wezen van Jan van Elslande en Mayken Molet. Deze erfenis omvat­te o.a. land, een behuisde hofstede en een bos te Geluwe, alsook land te Geluveld, dat eertijds toehoorde aan Willem van Elslande [85]. Op 31 januari 1648 werd hij vermeld als schepen van de heer­lijkheid " Coelenber­ghe " te Geluwe, en tevens als baljuw van "Beech" (= Ter Beke) [86].

Matthäus Seutter (1678-1756), Carte Particuliere des environs de Menin, Courtray, Ypre, Dixmude et Deynse, in: Les provinces des Pais Bas Autrichiens : contenant en XXIV. Feuilles les Comtées d'Artois, de Flandres, de Hainaut, de Namur, et les Duchées de Luxembourg, de Limbourg, de Gueldre et de Brabant, divisées dans ses Baillag: Chatellenies, Quartiers ou Seigneuries, avec une partie de la France d'Angleterre et du Canal. On y trouve entre autres marquees toutes les Villes et Chat: fortifiées, qui appartiennent au Roi de France, a la Maison d'Autriche ou a la Republique de Hollande. (Sur la Copie de Bruxelles gravees par Matthieu Seutter Geographe de S.M. Imperiale a Augsbourg), 9.

Molen van Coelenbeghe te Geluwe (1916)

De heerlijkheid "Ter Beke" had hij verworven van de familie Robles,. De plaatsnaam "Ter Beke" is toponimisch verklaarbaar en verwijst naar een land gelegen aan een beek. De eigenaar van leengoederen en heerlijkhe­den mocht zich heer laten noemen. De heerlijkheid "Ter Beke" strekte zich deels uit te Wervik en te Geluwe. Het was afhankelijk van het leenhof van Nevele (die men tevens Ronsevaalse noemde). De heerlijkheid "Ter Beke" bestond uit een leenbodem van ongeveer elf bunders en half en uit de leenbodem van twee achter­lenen komende uit de heerlijkheid "Klein Gelubroek­". Deze laatste heerlijkheid werd gehouden door "Ayshove", een overgrote en rijke heerlijkheid in Vlaanderen.

Wervik, Hoeve ter Beke

Het goed ter Beke had een omvang van ca. 35 ha. en bezat tevens heerlijke renten, die jaarlijks betaald werden door cijnsgronden. Zelf bezat de heerlijkheid vier achterlenen, waardoor zij zelf een bestuur bezat bestaande uit een baljuw -dit ambt werd zelf waarge­nomen door de heer Willem van Elslande-, diens stedehouder of luite­nant, en een volle bank van zeven schepenen. Deze traden eveneens op als rechters en konden beboeten tot drie ponden pari­sis. Aan het goed was tevens het recht op de vijftiende penning van de waarde bij de verkoop van cijngronden verbonden, alsook de dubbele doodkoop (t.t.z. dat de erfgenamen van cijnsgronden het dubbele van de jaarlijkse rente verschuldigd waren bij het over­lijden van de bezitter), het tolrecht, de vond en het bastaarden­goed. Deze rechten waren gewoonlijk verbonden aan leengoederen die de lagere justitie bezaten. De andere justitierechten bleven in de bevoegd­heid van het Ronsevaalse.

Ter Beke zelf was het vol verheffingsrecht van tien pond parisis verschuldigd bij elke verandering van bezitter aan het Ronsevaal­se. Gebeurde deze verandering door verkoop, gift, enz. dan was de tiende penning van de koopwaarde verschuldigd aan het Ronsevaalse, een soort erfenis- en registratierecht.

De zetel van de heerlijkheid of het foncier was de hofstede Ter Beke. Deze hofstede genaamd "Goed Ter Beke" was en is nog steeds een landbouwbedrijf [87].

In het archief van de Raad van Vlaanderen te Gent (Rijksarchief) werd een proces (register 7580 (sententes a° 1620) f° 3352 e.v.) geregistreerd betreffende het sterfhuis van Willem van Elslande. Hij bezat een hofstede met 13 bunder land te Dadizele die wederrechtelijk gebruikt werd door de weduwe van Joos de Grendele en zijn erfgenamen waarvan het gebruik er van in vraag werd gesteld door de eiser Jan Vandermersch die optrad als curator van het sterfhuis. Deze akte is gedateert 9 september 1617.

Hoeve ter Beke, Wervik

Willem van Elslande (° Geluwe), seigneur de Ter Beke x Joosijne van Dickele, fa. Denijs.

Le 10.12.1584 il achetait le "hôte du métier" à Ypres. En 1615/­1616 Willem van Elslande fut nommé receveur du seigneur d'Olse­ne, qui était propriétaire de quelques rentes de ville à Wervicq. Willem van Elslande louait d'ailleurs quelques terres et le bien foncier "Ter Beke" , une métairie qui était la propriété du seigneur de Olsene. Le 4.11.1630 il exercait la fonction d'échevin de la seigneurie "Hogen Elslande" à Geluwe. En 1632 il possédait 440 r. des forêts à Wervicq, bornées par la "Rue de Kruiseik" jusqu'au "Achtergale". Entre le 21.4.1645 et le 27.9.1650, il est mentionné dans l'état des biens de ses 8 petits-enfants, orphelins de Jan van Elslande et Mayken Molet. Cet héritage contenait e.a. des terres se trouvant dans le domaine seigneurial de Geluwe, une ferme sise à Geluwe, une forêt à Geluwe et des terres à Geluweveld, ayant arraetennesenant jadis à Willem van Elslande. Le 31.1.1648 il était échevin de la seigneurie "Coelenberghe" à Geluwe et en plus seigneur et bailli de "Beeck" (= Ter Beke). Cette seigneurie Ter Beke, il l'avait obtenue de la famille Robles, qui était à la fois les seigneurs de Olsene. Le nom "Ter Beke" réfère à un toponyme situé le long du ruisseau. Le propriétaire des fiefs et des seigneuries pouvait s'appeler "seigneur". La seigneurie "Ter Beke" était située à Wervicq et à Geluwe et dépendait de la cour féodale de Nevele. (appelée également Ronsevaalse).  La seigneurie Ter Beke consistait en une terre de biens féodaux de 2 arrière-fiefs venant de la seigneurie de "Klein Gelubroek". Cette dernière seigneurie était dépendante de Ayshove, un domaine riche et étendu en Flandre. Le domaine Ter Beke avait une surface de + 35 hectares. En plus de cela la seigneurie "Ter Beke" avait droit aux contributions dues annuellement par des terres imposables. Celles-ci avaient elles-mêmes 4 arrière-fiefs. De tels fiefs le propriétaire, un bailli - cette profession était exercée par le seigneur Willem van Elslande - un lieutenant, tout comme le tribunal des échevins,avaient le droit d'y rendre justice et de pénaliser jusqu'à 3 livres parisis. A ces biens était également lié le droit sur la 15ième monnaie de la valeur lors de la vente des terres imposables. Les héritiers des terres imposables étaient redevables du double des impôts annuels lors du décès du propriétaire, du droit de douane, et de l'état de bâtard. Ces droits-là étaient liés en général aux biens féodaux appartenant à la justice inférieure. Les autres droits judiciaires dans cette seigneurie restaient sous la compétence du "Ronsevaalse". Ter Beke même était redevable du droit de relèvement entier de 10 livres parisis dû à chaque changement de propriétaire. Quand ce changement se faisait par vente, don, etc., la 10ième monnaie de la valeur "vénale" était due au Ronsevaalse, une sorte de droit de succession et de régistration. Le fontier de la seigneurie  était la métairie Ter Beke. Cette ferme appelée "Goed ter Beke" était et est à présent encore une entreprise agricole.

 

C 1 k: Maarten van Elslande (cfr. D)

C 2 Philips van Elslande werd op 21 april 1645 aangesteld als voogd van de  weeskinderen van zijn overleden broer Jan [88]. Mogelijks bezat Philips van Elslande  20c lands in de heer­lijkheid "de Seulpit" te Wervik [89]. In 1654 werd Philips vergoed voor het beheer van deze erfenis. Tijdens de Franse overheersing (1651-1654) had het huis en de landerijen van Philips van Elslande hard te leiden gehad van de bezette garnizoenen [90]. De verdrijving van de Franse bezetter in mei 1654 werd uitbundig gevierd. Op 29 mei 1654 leverde Philips wijn aan het pas aangestelde schepencollege van Wervik [91]. Toch was  de vrede niet volledig terug gekeerd daar de Frans-Spaanse oorlog, waarin de Spaanse Nederlanden een belangrijke rol speelden,  pas in 1659 een einde kende.

            Le 21.4.1645 Philips van Elslande fût désigné comme tuteur des orphelins de son frère décédé. Il est possible que Philips van Elslande possédait 20 c. de terre dans la seigneurie  "de Seulpit" à Wervicq. En 1645 Philips a été compensé pour la gestion de l'héritage des orphelins de son frère. Au cours de la domination française (1651-1654) la maison et les terres de Philips van Elslande souffrirent fort des garnisons d'occupation. Il va de soi que la joie était immense quand l'occupant français fût refoulé. Le 29.5.1654 Philips fournissait  du vin au collège échevinal de Wervicq à peine élu.

 

C 3 Jan van Elslande (Cfr. E).

C 4 Joanna  van Elslande (+ Menen 7-1-1679) X Menen 12-6-1624 Marijn De Bal (+  Menen 6-1-1663), fs. Jan & Jeanette Bousette [92]. Zij hadden 9 kinderen, waaronder één meisje.

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/05-15de-16de-eeuw/aa-jeanne-van-elslande-nr-c-4





D)  Maerten van Elslande Calmijn 


D  Maerten van Elslande (+ Geluwe voor / avant le 1-5-1635) heer van / seigneur de Ter Beke, fs. Willem (cfr. C) X Mayken Calmijn (+ Geluwe voor mei / avant mai 1633).

Maerten van Elslande bezat in 1632 te Wervik een bos van 227 roeden ten noorden van de straat naar de "(N)achtergaele", dat hij voor zichzelf had voorbehouden, alsook 1114 roeden bosgrond ten westen van de Beslarestraat, waarvan er 508 roeden verhuurd waren [93]. Blijkbaar was er een goede relatie tussen de families van Elslande en Calmijn, in 1630 trad Marie van Elslande als borg op voor Jan Calmeyn [94].

Maarten van Elslande possédait en 1632 à Wervicq 227 ares de forêts au nord de la rue "Achtergaele" qu'il avait réservés pour lui-même, 508 ares de forêts à l'ouest de la Rue Beselaere qui étaient louées et en plus de cela 606 ares de bois à l'ouest de la Rue Beselaere.A mentionner certainement est le fait qu'en 1630 Maria van Elslande se prêtait garant pour Jan Calmeyn.


D1 /AB k: Tanneke van Elslande (°Geluwe 1620, + Geluwe 1655) x 1641/1642 Antoon Huus (°Geluwe ca.1615), fs Joos. cf. AB. 

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-de-nobele-wervikse-familie/05-a-huys-nrs-ba-bq

D 2 Joosijne van Elslande x 1635 Michiels De Breyne (° Geluwe ca. 1610, na 1643) [97] ,fs  Joannes burger van Kortrijk en baljuw van Geluwe & Anna van den Bulcke. 

Op 13 juni 1682 [98] werd melding gemaakt van hun successie.

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-d-15de-16de-eeuw-nrs-a-e/d-joosijne-van-elslande

D3             Jan van Elslande (Vlamertinge) werd in 1657 vermeld als voogd van Jan en Pieter Huys,fs. Antoon (cfr. D1) [100]. Jan van Elslande était mentionné comme tuteur de Jan et Pieter Huys, fs. Antoon.

D 4               Philips van Elslande [101].

D 5               Catharina van Elslande (° Geluweca. 1645, Geluwe 29-5-1700), fa. Maerten (nr. D) X  Antonius Hollebeke ( * Geluwe ca. 1640, + Geluwe 3-10-1689) (cfr. D1).

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/b-catharina-van-elslande-nr-d-5

Nummer D 5 = BR


Eugène Henry Fricx, Carte Particuliere des environs de Menin, Courtray, Ypre, Dixmude et Deynse (1644-1730), uit: Table Des Cartes Des Pays Et Des Frontieres De France Avec un  Recueil Des Plans Des Villes, Sieges Et Battailles Données entre Les Hauts Allies Et La France

D 6         Antoon van Elslande x Nn.

In augustus 1662 bezat Antoon van Elslande 1 b. 1 c. 34 r. bos in Geluwehoek. In het zettingsboek van Wervik werd hij vermeld als "buutlander", d.w.z. dat hij te Wervik land bezat, maar niet in deze stad woonachtig was. In augustus 1669 was hij nog steeds eigenaar van dit onroerend goed [103] . In 1678 was hij buitenpoorter van Kortrijk. Op dat ogenblik woonde hij te Geluwe. Antoon moet gehuwd geweest zijn, daar in 1724 nog zijn weduwe werd vermeld   [104] ..

Anth(oo)n van Elslant fs. martens; notering van Antoon van Elslande, zoon van Maarten, in het Kortrijks poorterboek van 1678; Kortrijk, Rijksarchief, Poorterboek jaar 1678, Geluwe f° 35v°.




E)  Jan van Elslande MolIet 


E  Jan van Elslande (°Geluwe, + Wervik 19.4.1644), fs. Willem (cfr. C) X Menen 8.11.1621 Mayken Mol(l)et (+ Gent 1645), fa Pieter et Pierijne Potvliet.

In 1632 woonde Jan van Elslande op de hofstede "Ter Beke" (ca. 16 bunder). Toen bezat hij 730 roede zaailand, dat hij voorbehield voor eigen gebruik. Mogelijks  was hij in 1627/1628 en 1360/1631 dismeester van Wervik [105].

Hoeve ter Beke omstreeks 1990

Het rijke landbouwersgezin van Elslande-Molet verliet omstreeks 1648 deze heerlijkheid, gelegen te Wervik en Geluwe,  en vestigde zich te Wervik [106]. Opvallend is dat in hetzelfde jaar Willem van Elslande -de vader van Jan- de heerlijk­heid "Ter Beke" kocht. We mogen aanvaarden dat het gezin van Elslande-Molet zich vestigde in de heerlijkheid Ongereet, dat in de documenten ook vermeld werd als Tonghereets, Tongherest, Onghe­reits, Hongreel, Onghereet, enz.. Volgens een oude familieoverle­vering zou hun zoon Pieter (cfr. F) afkomstig zijn van Hongrie. Mogelijks kan de vestiging van het echtpaar van Elslande-Molet in verband gebracht worden met het huwelijk van hun zoon Joos (cfr. G) met Jacoba Berten op 20 april 1648 te Wervik. In die periode was de heerlijkheid met de hofstede Ongereet eigendom van Jan Berten [107]. Een andere zoon van Jan van Elslande, nl. Andries (cfr. E6), verhuurde in 1659 6c. land aan Pieter Berten,fs. Michiels [108]. Hieruit mogen we afleiden dat er een nauwe wisselwerking was tussen de families van Elslande en Berten.

Hoeve Ongereet, Atlas Buurtwegen (ca. 1840), Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I

Het Middelnederlands woord "Ongereet" heeft de betekenis van niet gereed (= klaar), onwillig, moeilijk, wat niet gemakkelijk in geldwaarde kan omgezet worden. Oorspronkelijk zal dit land zich gemakkelijk geleend hebben als landbouwgrond. Door volgehouden arbeid verbeterde de grond. Ten tijde van het echtpaar van Elslande-Molet was Hongereet een belangrijke heerlijkheid met een welvarende hofstede. De heerlijkheid strekte zich uit in Wervik en Komen en fungeerde onder de heerlijkheid van Nevele, ook het Ronsevaalse genaamd. De heerlijkheid van Nevele en haar 380 achterlenen (o.m. Ongereet) was eigendom van de familie Van de Woestyne. Zelf hing deze grote heerlijkheid af van het grafelijk hof de Oudburg te Gent met haar zetel in het Gravensteen.

Het foncier (= de kern: hofstede) van Ongereet bevatte tot 1574 steevast 9 bunders en 1200 lands (= ca. 13 ha.).

De heer of bezitter van deze heerlijkheid had het recht om een baljuw, stedehouder en amman aan te stellen. Verder had Ongereet een volle schepenbank (= 7 schepenen), die aan de bewoners een boete kon opleggen van maximum 3 ponden. Daarnaast bezat de heer­lijkheid de normale heerlijke rechten: tol, vond, bastaard- en stragiersgoed [109].

Wervik, De hoeve Ongereet voor 1914

Ongereet had vier volglenen: te Pattijns, te Smets, te Most en Vilain. Deze volglenen moesten zich beroepen op de heer van Onge­reet om hun belangen te behartigen [110].

De erfenis van Jan van Elslande bevatte allerlei bezittingen te Wervik en te Menen. Op 21 april 1645 werd oom Philips (cfr. C2) aangesteld als voogd van de wezen van Jan van Elslande. Als oudste zoon en "hoir feodaal" zag Pieter (cfr. F) af van zijn eerstgebo­ortenrecht en liet het gehele bezit in de gemeenschap. Hierdoor kreeg elke wees een achtste deel van de erfenis [111].

En 1632 Jan van Elslande vivait à la métairie "Ter Beke" à Gheluwe-Wervicq (+ 16 hectares). Il possédait lui-même déjà 730 ares de terre agricole pour ses propres besoins. Il était probablement le  "maître de tronc des pauvres" de Wervicq en 1627-1628 et 1630-1631. La riche famille paysanne Van Elslande - Mollet quittait Geluwe vers 1648 pour s'installer à Wervicq. Il est à remarquer que, cette année-là, le père de Jan van Elslande, Willem, achetait la seigneurie "Ter Beke". Nous pouvons supposer que cette famille s'installa à la seigneurie Ongereet, nommée dans les documents comme "Tonghereets, Tongherest, Onghereits, Hongreel, Onghreet, etc (= non préparée). Selon une vielle tradition familiale le fils de Jan van Elslande, Pieter (cfr E) serait originaire de Hongrie. Probablement l'installation du couple peut être mise en rapport avec le mariage de leur fils Joos (cfr G) avec Jacoba Berten à Wervicq le 20.4.1648. Durant cette période la seigneurie avec la métairie étaient la propriété de Jan Berten. Un autre fils de Jan van Elslande, notamment Andries (cfr E6) louait en 1659 6 c. de terre à Pieter Berten, fs Michiels. Nous pouvons conclure qu'il y avait une interaction entre la famille van Elslande et Berten.

Heerlijkheid ongereet, Joseph de Feraris, Carte de cabinet des Pays-Bas Autichiens, vol. III, Cartes, 12 (5 6)(2), Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België.

A l'origine ces terres n'étaient certainement pas faciles à travailler, toutefois par un travail acharné les terres devinrent plus fertiles et étaient déjà, à l'époque de la famille van Elslande - Mollet, une ferme florissante et une seigneurie importante. Ce domaine seigneurial s'étendait sur Wervicq et Comines et dépendait de la seigneurie de Nevele (appelée Ronsevaalse), qui était la propriété de la famille Van De Woestijne. La seigneurie Nevele et ses 380 arrière-fiefs (e.a. Ongereet) dépendait elle-même de la cour ducale "de Oudburg" à Gand, avec siège dans le Château des Comtes. Le foncier (la métairie et propres terres) de Ongereet contenait jusqu'à 1574 + 13 hectares de terres. La seigneurie avait le droit de nommer un bailli et un lieutenant, en plus elle possédait un tribunal d'échevins (= 7 échevins) qui pouvait imposer des amendes aux habitants des fiefs s'élevant à max. 3 livres. Pour le reste la seigneurie avait les droits normaux et légitimes : péage, trouvaille, état de bâtard. Ongereet avait 4 fiefs : Te Pattijns, te Smets, te Most et Vi­lain". Ces fiefs devaient faire appel au seigneur Van Ongereet pour défendre leurs intérêts. Selon l'héritage de Jan van Elslande, noté le 21.4.1645, les 8 orphelins recevaient de leur père maintes propriétés à Wervicq et à Menen. Leur oncle Philips (cfr 2) fût désigné comme tuteur. L'aîné Pieter (cfr F) renonça aux droits d'aînesse et laissa le tout en communauté. Chaque enfant reçut donc 1/8ième partie de l'héritage.

E1 k:    Pieter van Elslande

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-e-17de-18de-eeuw-nrs-f-y-ca-cj-da/a-pieter-van-elslande-mignot-nrs-f-y

nr. / n° F


E2        Philips van Elslande (°Wervik 8-9-1627,  p.: Philips van Elslande/m.: Catharina Molet) x 18-5-1647 Eleonora Debbels (° ca. 1627), fa François, (getuigen / témoins l'abbé François  Debbels & Antoinne Feys).

Na 1656 betaalde Philips van Elslande "commende van Gheluwe" gedurende elf jaar het poortergeld van Kortrijk [112] . Na een korte onderbreking was hij opnieuw  twaalf jaar tot in 1684 buitenpoorter van Kortrijk [113]. De baljuw Philips van Elslande betaalde in 1658-1659 12 lb. contributiegeld. Hij woonde toen aan de Leiestraat (thans: Brugstraat) [114]. In dezelfde periode pachtte hij een boomgaard in het goed van de heer van Bundere. Deze boomgaard moest worden gelabeurd [115]. In 1659 betaalde "Philips van Elslande tot Meenen" 9 lb. contributie voor 1 b. é c land te Wervik. Dit bundergeld werd geregistreerd onder de "buutlanders Lebekehouck" [116]. Nog hetzelfde jaar moest hij opnieuw contri­butiegeld betalen voor dit land ten bedrage van 11 lb. 5 s.. In 1659/1660 betaalde "Dheer Philips van Elslande Lieutenant Baillu" 12 lb. contributie. In het Zettingboek treffen we hem als eerst ingeschrevene aan, wonende aan de Leiestraat.

Guillaume Delisle (1675-1726), Carte d'Artois et des Environs ou lon voit le Ressort du Conseil Provincial d'Artois / 

Par Guillaume del'Isle Premier Geographe du Roy de l'Academie Royale des Sciences

Op 19 juni 1660 werd hij vermeld als schepen van de heerlijk­heid "ten Driessche,  gezeid Hontschoot" [117]. Gilles Serroen "van outs XV c. XLV r. augmenteert Bamesse (= Sint-Bavomis / 1 oktober) 1660 van Dhr.Philippe van Elslande, tot Menen, VIIJ c." [118]. In 1661 was Pilippe van Elslande nog steeds het land 1 b. 2 c. te Wervik [119].  In 1662 betaalde "den Bailliu Elslande"  voor 6 c. land 1 b. 10 c. 25 r. gelegen aan de Leiebrug aan de stad Wervik 40 lb. 6 (s.) 3 d.[120] . In het­zelfde jaar voerde baljuw  Philippe van Elslande een proces tegen A. Cortecuisse in verband met eigendommen [121]. Het volgende jaar voerde hij een proces tegen de weduwe van D. Dont; een proces dat twee jaar zou duren [122]. In 1667 spande hij een proces in tegen pastoor A. De Bay [123]. Voor het voeren van al deze processen vroeg hij in 1670 aan de magistraat van Wervik een vergoeding aan [124] . In de staat van goed opgemaakt in 1667 ten behoeve van Jo'e Antoinette Clara de Bels, dochter van Jo'r Josse Frans de Bels, naar aanleiding van de dood van haar moeder Jo'e   Antoinette Sabina Vustart , wordt vermeld "...wat aan­gaat het huus en erve dat  staet binnen Wervicke in de Leyes­traete, gekocht jegens Philips van Els­lande"  125]. Een jaar nadien in september 1668 kocht Philips van Elslande 5 c. labeurland,genaamd het "Geuse Kerchof",   te Wervik van Jo'r Josse François de Bels, heer van Clorbus en hoogbaljuw van Wervik. Dit land paalde ten oosten aan de Magdalenastraat, ten westen aan de Silvermitsstraat en ten zuiden aan de eigen­dommen van Jan Castelein,fs. Steins, en van Frans de Lamme.     Daarnaast kocht Philips  27 c. boomgaard van deze hoogbaljuw, alsook drie partijen gewonnen land "ligghende over de zuid­zijde van de Leie gehouden van de heerlijkheid van... (niet ingevuld) aklsnu gebruikt bij Philips van Elslande zelf, habouterende van oost de weg genaemd de Conynck-straete vulgo de Blatoene-straete en van oost de landen van Mons'r Henry­..."[126]. Deze twee aankopen werden in 1674 opnieuw gespecifi­cieerd: "alve huys ende erve, ghestaen ende ghelegen binnen der stede (van Wervicke) inde Leystrate, voor 300 lb. gr. metten 5 c. labeurland, ghenaempt het Geuse Kerckhof, met 27 c landt, consisterende in die partyen..." [127]. In die periode was Philips van Elslande reeds een fortuinlijk man, dit leren we uit een akte waarin vermeld wordt: "... une taille de deux livres par. sur chaque bonnier à payer promptement et san(s) délai pour la ville d'ecosche la rivière du Lys es mains du S'r Philips van Elslande, receveur de la  dicte ville" [128]

In 1676 voerde hij opnieuw een proces tegen Joos Sornoois in verband met de  hofstedepacht [129]. in hetzelfde jaar werd tegen hem een proces aangegaan door A. Plouvinaige [130].

In 1686 was Philips van Elslande schepen van de stad Wervik ­[131].­ In 1694 nam Philips van Elslande het op voor zijn onlangs overleden zoon Emanuel, in zijn leven ontvanger van de zettingen, tegen de weduwe van Jan de Cuypere, voormalig burgemeester van Wervik. De belasting op een hofstede van 14 bunders 12 honderd en 16 roe waren niet betaald door de gebruiker die de aangeslagene was zoals gebruikelijk, maar voor welke pachter de eigenaar verantwoordelijk bleef en niettemin weigerde te voldoen (Wervik, Stadsarchief, procesbundel nr. 563). Het procesloopt in de jaren 1694-96 vóór Burgemeester en Schepenen van Wervik. 

De ontvanger, Emanuel van Elslande fs Philips had aan de baljuw een mandaat overgegeven om beslag te leggen op de oogst van sommige stukken land toebehorende aan de weduwe en erfgenamen van wijlen de Burgemeester Jan de Cuyppere, tot verhaal van een bedrag van 282 ponden en 16s pars verschuldigde achterstallige zetting. De baljuwssergeant had de beslaglegging uitgevoerd en het mandaat geapostilleerd als volgt: ‘Ensuite et en conformité du mandat cy-dessus, je Pierre Desbonnet, sergeant a l'office de bailly de ceste ville de Wervicq,... ay saisys de plaintys, primes une partie de bled croissant sur un fief nommez en thiois Brootbacker, et le touback et orge croissant sur une piece de terre en grandeur de huict cens..., present les Srs Jean Wemeau, bourgemestre et Mathieu Pardoen, eschevin de la ville de Wervicq ce 29 juillet 1694’. Slechts een deel van het procesbundel, namelijk dit van de aanlegger van Elslande, is aanwezig, zodat we niet zien hoe de zaak afgelopen is, maar het is blijkbaar dat de verweerders weinig goeds verwachtende waren van de uitslag en alle middelen wilden te baat nemen om de zaak uit te stellen, ook het taalgebruik aan het betwisten gingen, want uit een ‘quadruplicque’ (het argument werd dus maar laat te berde gebracht) dd. 17 juli 1696, van Philips van Elslande, de vader van de overleden aanlegger, lezen we:‘... jl n'y pas d'édit, qui défend de coucher en flamand les mandats au recouvrement destailles attendu que cessortes de mandats ne se depeschent point par forme de procédure ou pour en jntroduire des procès, mais seulement pour donner a connoitre a ceux a qui on fait des sommations, ce, dont ils sont redevables. Ainsy jl n'y a rien de plus juste, que les dits mandats et aussi les sommations se fassent en flamand, afin que le peuple scache sa redevance, sans estre obligé a se faire explicquer ce que contiennent les billets des dittes sommations. Jl y a d'autant plus de raison pour en user de la manière, parce que les livres des tailles se dressent en flamand.’

In 1698 werd hij voor de laatste maal vermeld en dit in een proces tegen de weduwe en de erfgenamen van J. Decuypere [132]. We mogen aanvaarden dat Philips van Elslande kort daarna overleden.

Après 1656 Philips van Elslande "venant de Geluwe" payait, comme citoyen de Courtrai, une contribution pendant 11 ans. Après une courte interruption il devenait de nouveau pendant 12 ans citoyen de Courtrai, jusqu'en 1684.Le bailli Philips van Elslande "Bieuten" payait 12 livres aux contributions en 1658/1659. En ce temps-là il habitait à la "Leiestraat" (maintenant : Brugstraat) près du "pont de la Lys". A cette époque il louait également un verger, situé sur les terres du seigneur Van Bundere, à condition que le verger soit entretenu. En 1659 "Philips van Elslande tot Meenen" payait 12 livres de contribution pour 1 hectare 2 c. de terre à Wervicq. Ces contributions étaient   régistrées sous le "buutlanders Lebekehouck". La même année il dût de nouveau payer une contribution de 11 livres 5 s. pour 1 hectare de terre. "Dheer Philips van Elslande Lieutenant Baillu" payait en 1659/1660 12 livres de contributions. Dans le "Zettingsboek" (Livre de Taxe) on le retrouve comme premier enregistré, domicilié à la "Rue de la Lisse". Le 19.6.1660 on le mentionnait comme échevin de la seigneurie "ten Driessche, dite Hontschoot". En 1661 Philips van Elslande possédait encore toujours une terre ayant une surface de 1 hectare 2 c. Pour la propriété de 6 c./terre 1 b. 10 c. 25 r. située au pont de la Lisse le  "Bailli Elslande" payait en 1662 40 lb 6s 3d à la ville de Wervicq. La même année le bailli Philips Van Elslande est impliqué dans un procès contre A. Cortecuisse concernant les propriétés. Un an plus tard un procès était intenté avec la veuve de D. Dhondt; un procès qui durera 2 ans. En 1667 il s'attaqua au curé A. De Bay.  Pour tous ces procès il demande en 1670 une compensation au magistrat de Wervicq. Dans l'état de bien de 1667 au profit de Sr. Josse Frans de Bels, à l'occasion du décès de sa mère D'lle Antonette Sabina Vustart, on mentionne "... En ce qui concerne la maison et les champs appartenant au territoire de Wervicq dans la "Leystraete", achetés à Philips van Elslande. Un an après, en septembre 1668, Philips van Elslande achetait de Sr. Josse François de Bels, seigneur de Clorbus et bailli supérieur de Wervicq, 5 c. de terres arables, nommé "Geuse Kerckhof" . Dans cette période Philips van Elslande était déjà un homme important, ceci nous  apprend un acte qui mentionne : "... une taille de deux livres par. sur chaque bonnier à  payer promptement et san délai pour la ville  d'ecosche la rivière du Lys es mains du S'r  Philips van Elslande, receveur de la dicte ville". En 1676 il intentait de nouveau un procès contre Joos concernant la location de fermes. La même année A. Plouvinaige intentait un procès contre lui. En 1686 Philips van Elslande était mentionné comme échevin de Wervicq.  En 1694 on le mentionnait pour la dernière fois dans un procès contre les héritiers de la  veuve J. Decuypere. Nous pouvons accepter que Philips van Elslande est décédé peu après.


E 21    k:    Emmanuel van Elslande (+ voor 1694)

E 22           Maria Catherine van Elslande (° 1648, + Wervik 27-5-1747) x Sr. Jean Vandamme ( ° ca. 1648).

                   Maria-Catherina van Elslande werd op 26 april 1698 meter van Johannes- Philippus Balloy,fs. Johannes-Baptista & Sibiliana Lahousse [133].

                   Het perceel grond in de heerlijkheid van Churluy (= Seulpit) te Wervik  toehorende aan "le sieur Jean Vandamme venant de son beau-pere Philippe van  Elslande" [134]

E 23           Joos van Elslande (° ca. 1649, + Gent 1744), priester.

                  Na zijn dood erfde zijn zus Marie Catherine 700 r. land in de heerlijkheid  Canonckhove [135].

E 3       Joos van Elslande (cfr CA)

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-d-16de-17de-eeuw-nrs-f-y-ca-cj/b-joos-van-elslande-berten-nr-g-ca


E 4       Gerard van Elslande  (°Wervik 4-8-1639) x Wervik 8-2-1660 Catheline Paret,fa. Antoinne & Anna van Elslande.

Als getuigen voor dit huwelijk traden Jean Mariage en Jean Bonte op / pour ce mariage Jean Mariage et Jean Bonte étaient té­moins.

Anna van Elslande overleed kort na haar huwelijk. Jacques de Buus, curator van het sterfhuis van Anna, moest in 1660 een repliek van de staten van goed maken gericht aan dhr. de Bels, voogd van Catheline Paret [136]. Een overeenkomst werd echter niet bekomen, want in 1665 werd er opnieuw een staat van goed opgemaakt voor een proces in verband met het sterfhuis [137]. Gheeraert van Elslande was niet tevreden met de verdeling en bracht in 1671 deze zaak voor de Raad van Vlaan­deren te Gent [138]. De zaak bleek nog niet volledig rond te zijn want in 1673 maakte Jacques de Buus op verzoek van Geeraert van Elslande een nieuwe staat van goed op van dit sterfhuis [139].Frans Pareyt was blijkbaar niet tevreden over deze herziening Hij liet in 1676 een inventaris opmaken van dit sterfhuis door curator Pieter Derouck als bewijsmate­riaal voor een nieuw proces tegen Gerard van Elslande [140].Het laatste proces in verband met deze erfenis dateerde uit 1679 [141]. Wat was nu eigenlijk het grote probleem bij deze erfenis?

Jonkvrouw Anna van Elslande was de stiefmoeder van de wees­kinderen van Antheunis Paret. Zijn eerste vrouw Jacquemine Gryson,fa. Pieters, was reeds in 1636 overleden. Hierdoor was er reeds op 3 juli 1654 een staat van goed opgemaakt ten behoeve van deze weeskinderen. Tijdens het huwelijk met Anna van Elslande werd de hoeve aanzienlijk uitgebreid met o.a. keukens en een kalkhoven [142]. Na haar dood werd dit aandeel betwist door de erfgenamen [143].

Wanneer Gerard van Elslande het levenslicht zag weten we niet, maar het geboortejaar moet zeker voor 1624 geplaatst worden daar hij in 1648 als meerderjarige (+ 25jaar) een proces voerde tegen Jacques de Buus [144].

Vanaf Bamesse (= St.-Bavomis / 1 oktober) 1658 huurde Samuel Berten een herberg "over Leie Westhouck" aan Gheerart van Elslande. Tussen 1659 en 1661 werd Gerard van Elslande in het Zettingboek van de stad Wervik opgetekend als "buutlander Overleie Oosthouck". Deze vermogende man bezat in 1662 o.a. een "stede beghonnen an(de) Leibrugghe, rivaige taux 1 bunder l(b). 20.0.0." [145]. Dat zijn bezittingen aanzienlijker moeten geweest zijn bewijst een document van 1664 [146]. De grondlasten waren dan ook aanzienlijk hoog. In 1666 betaalde hij 16 lb. per bunder voor zijn gronden aan de Leiestraat. Voor de rivaige van 1 bunder 8 c. land moest hij 24 lb. 0 s. 0 d. betalen. Zijn "taux van' contributie" bedraagde in 1667-1668 48 lb. [147].

Vanaf 1662 tot 1682 was Gerard van Elslande buitenpoorter van Kortrijk [148].

In 1663 ging hij een proces aan tegen F. Bertholomeur [149] en in 1665 werd Gerard van Elslande gedagvaard door procuteur de Cuypere [150]. Vier jaar later treffen we hem opnieuw aan in een proces tegen H. De Febvre [151]. Op 19 januari 1680 bezat Gerard van Elslande een derde deel van een rente van 400 pond pari­sis, tegen de twaalfde penning, op de stad Wervik. Een ander derde deel behoorde toe aan Elisabeth van Elslande  , priorin van het St.-Janshospitaal te Wervik en het laatste deel behoorde toe aan het hoger vermelde hospitaal [152].

Anna van Elslande citée ci-dessus décédait peu après car J. de Buus, curateur de la maison mortuaire de Anna van Elslande devait faire en 1660 un état de biens contre le tuteur de Catheline Paret, notamment Mr. de Bels.

En 1665 on a de nouveau fait un état de biens pour un procès concernant cette maison mortuaire. Gheeraert van Elslande n'était apparemment pas satisfait du verdict, car en 1671 il interjeta appel et porta l'affaire devant le "Conseil de la Flandre" à Gand. En 1673 Jacques de Buus doit de nouveau établir un état de bien à la demande de Gheeraert van Elslande, ceci concernant la succession de la maison mortuaire de Anna van Elslande. Frans Pareyt n'était apparemment pas heureux de cette révision et fit établir, par le curateur Pieter Derouck, en 1676, un inventaire de la maison mortuaire qui devait servir comme preuve dans un nouveau procès contre Gheeraert van Elslande. Le dernier procès contre Gheeraert van Elslande concernant la succession de la demoiselle Anna van Elslande date de 1679. Anna van Elslande était la marâtre des orphelins de Antheunis Pareyt. Sa mère, Jacquemine Gryson, fa. Pieters, était déjà décédée en 1636. Le 3.7.1654 un état de biens avait déjà été établi au profit de ces orphelins. Au cours du mariage de Antheunis Pareyt et Anna van Elslande la ferme avait été considérablement agrandie. Après sa mort sa part dans les fracis fût discutée par les héritiers. Chose remarquable : Le "Zettingsboek" (Livre de Taxe) 1669 mentionne :"Gheraert van Elslande Rivaige, 1 bunder; landt 1b. 7c 57 r. vand(e) weesen Anth(euni)s Pareet JX c".Déjà en 1648 Gheraert van Elslande a dû être majeur (+ 25 ans) car il intentait un procès en son propre nom contre Jacques de Buus. Depuis Bamesse (= St-Bavomis/1 octobre) 1658 Samuel Berten louait une auberge "over Leie Westhouck", qui était la propriété de Gheraert van Elslande. En 1659 et 1661 Gheraert van Elslande était mentionné comme "étranger" dans le "Zettingsboek" (Livre de Taxe) de la ville de Wervicq. Un document de l'année 1664 prouve que les biens de Gheraert van Elslande ont dû être considérables. Les contributions foncières étaient très élevées. De 1662 jusqu'à 1682 Gheraert van Elslande habitait en dehors de la ville de Courtrai. En 1663 il intentait un procès contre F. Bertholomeus et en 1665 Gheraert van Elslande était cité par le procureur de Cuypere. 4 ans plus tard on le rencontre de nouveau dans un procès contre H. De Febvre. Le 19.1.1680 Gheraert van Elslande possédait un tiers des   intérêts de 400 livres parisis. Un autre tiers appartenait à Elisabeth van Elslande [153] , prieure de l'hôpi­tal de Wervicq et la dernière partie appartenait à l'hôpital mentionné ci-dessus.


E 41 k: Sr. Ignatius Augustinus van Elslande (° ca 1662).

             Ignatius van Elslande werd in 1694 vermeld  in een proces tegen Isaak Baes [155].  Een proces dat twee jaar duurde. In 1695 werdt hij vermeld als "...Sieur Ignas van Elslande ontfanger deser stede ende prochie van Wervick als ghecommiteerden van weghen dheeren Burgh­m(eest)re ende schepenen der vors(eide) stede" [156].  Samen met zijn broer Pieter van Elslande (cfr. F3) spande Ignaas een proces in tegen Albert  Depoortere, die een verdeling had gedaan ten nadele van de aanklagers

Ignace van Elslande est mentionné pour la première fois en 1694 dans un procès contre Isaak Baes. Un proces qui durera 2 ans. Avec Pieter van Elslande (cfr. F3) Ignace intente un procès contre Albert Depoortere, qui a divisé les biens, au désavantage des plaignants.

E 42 Pieter van Elslande

E 43 Marie-Catherine van Elslande[158] x Albert de  Poortere, tabakskoopman.

Albert de Poortere was gehuwd met Marie-Catherine van Elslande fa Geraard. Hij bewoonde een huis dicht bij het stadhuis op het St Maartensplein met rivage (= aan de Leie) dat hij, causa uxoris, in " medeeigenaarsschap voor een derde, bezat met zijn twee schoonbroers, Pieter en Ingnaes van Elslande, die bij hem inwoonden, en met dewelke hij in conflikt imam naar aanleiding van aanpassingen en verbeteringen die hij aan de winkel en de rivage liet aanbrengen. Bij deze gelegenheid bleek, uit de wederzijds gedane offerten van afkoop van de derde delen, dat het gedoe in kwestie 600 £ gr. Vlaams waard was, weze 7200 £ pars"., een wel belangrijke som [157].

E 5 Jacobus Philips van Elslande (°Wervik 4-8-1632) , cfr. DA

Voor verdere afstammelingen cfr.  / pour descendance cfr.

https://sites.google.com/site/genealogievanelslande/03-d-16de-17de-eeuw-nrs-f-y-ca-cj/d-jacobus-van-elslande-nr-h-da

Johann Baptist Hacque, Disegno di Covrtray (1678), 

De eerste transacties werden waargenomen door zijn broer en voogd Pieter, o.a. op 3 juli 1653 bij het overbrengen van een verkaveling grond. Opvallend was dat deze grond gelegen ten noorden van de molen te Geluwe gebruikt werd door zijn oom Antoon Huus (cfr. D 1) [159].

In de Overlei Oosthouck (= Wervicq-Sud) bezat Jacob van Elslande in 1659 iiij c. land, dat verpacht was en dat in 1662 op naam stond van Jan Pareet [160]. Ondanks de vrijgevig­heid van zijn broer spande Jacob in 1666 een proces in tegen Pieter van Elslande [161]. In 1695 blijkt alles bijgelegd te zijn en Pieter van Elslande staat zijn broer Jacob toe ge­bruik te maken van de heerlijkheid Ter Vliet. Jacob van Elslande werd hierbij vermeld als vrij sche­pen. In 1683 werd hij voor de laatste maal vermeld [162].

E 6         Andries van Elslande (°Wervik, + Wervik 1659) x

In 1659 bezat Andries van Elslande gronden in de Overleie Westhoek (= Wervicq-Sud), waarvan 6 c verhuurd werd aan Pieter Berten,fs. Michiels. In hetzelfde jaar overleed hij, waardoor bij de overige twee landeigendommen in de Overleie Westhoek die opgetekend werden in het Zettingboek "Ende de JX c. van Andries van Elslan(de)...Memorie". In het Werviks Zettingsboek van 1666 worden "Dhoirs (= erfgenamen) Andries van Elslande" vermeld zonder verder de namen te noemen. Nog in hetzelfde jaar kwam er een financiële vereffening tussen de familie van van de weduwe van Dries van Elslande en Jan Berten in verband met de pacht van de gronden, die toebehoren­de aan de familie van Elslande [164].

En 1659 Andries van Elslande possédait des terres à Wervicq-Sud, desqu­elles 6 c. furent louées à Pierre Berten, fils de Michel. Lors de la citation des 2 propriétés terriennes situées "Overleie Westhoek" (= Wervicq Sud) son nom est rayé, ce qui est un signe de son décès. Dans le "Zettingsboek" (Livre de Taxe) de 1666 les noms Dhoirs (= héritiers) Andries van Elslande furent mentionnés sans plus. La même année les comptes furent réglés entre la famille de la veuve Dries van Elslande et Jean Berten concernant la location de terres appartenant à la famille van Elslande.

E 7         Mayken van Elslande werd in verband met de erfenis van haar vader tussen 1645 en 1665 vermeld als dochter van Jan, zoon van Willem (cf. supra). Tussen de verschillende takken van de familie van Elslande waren er nauwe banden. In 1630 trad zij als borg op voor Jan Calmeyn (cfr. D). Ook Mayken (cfr. D 4) had reeds vroegtijdig te maken te had met processen tegen Jacques De Buus en meer bepaald tussen 1638 en 1657 in verband met een rente.


 Nicolas Sanson (1600-1667), a Flandre Françoise, dreßée sur les Memoires les plus nouueaux Par le Sr. Sanson, Geographe ordinaire du Roy 


E8         Joanna van Elslande (°Wervik) Dame van de heerlijkheid / de la Seigneurie "Ten Paradijze" (Le Paradis) x 7-5-1660 Hugo Gillon (+ voor / avant le 5-3-1692),fs. Jan.

Reeds in 1659 bezat Janneke van Elslande 3 b. 6 c. land in de Overleie Westhouck, dat verpacht werd. Ze was tevens eigena­res van 8 c. land in de Overleie Westhouck, waarvan 3 c. werhuurd werd aan de herbergier Samuel Berten. Verder bezat ze 4 c. land, waarvan 2 c. vanaf 1 oktober 1659 verpacht was aan Michel de Lannoy. In 1661 werd dit land opgetekend in het zettingboek van Wervik. Joanna van Elslande verpachtte vanaf 1 oktober 1653 twee c. land aan Jan Berten,fs. Christiaen, dat op 1 oktober 1657 vermeerderd werd met vijf c. land. In 1661 huurde Jan Berten niet alleen dit land, maar tevens 3 b. 7 c. grond in de Overleie Westhouck aan Janneken van Elslan­de. In hetzelfde jaar werd ze nog vermeld als eigenares van 1 b. 6 c. grond gelegen in de Overleye Oosthouck [165]. Pieter Hughelot pachtte in 1662 [166] 4 c. grond in de Overleie West­houck aan Joanna van Elslande.

Op 5 maart 1692 werd ze vermeld als vrouwe van de heerlijk­heid ten Paradijs [167].

 Zicht op Wervik Overleie (thans: Wervicque-Sud) met rechts de heerlijkheid ten Paradijs, 

Albums van de Croy (1603).

Jeanne van Elslande, Dame de la seigneuri "Le Paradis" possédait déjà en 1654 3 b. 6 c. de terres dans le Westhouck (= Coin ouest), de Wervicq-Sud en louait à Samuel Berten, hauberger. Elle en avait une autre de 4 c. dont elle louait 2 c. à Michel de Lannoy à partir du 1er actobre 1654. A partir de 1661 elle donna 2 c. en location à Jan Berten, fs. Christiaen. En 1657 elle est mentionnée comme propriétaire de 1b.6c. de terres dans le Oosthouck (Coin Est) de Overlei (= Wervicq-Sud). En 1692 on la trouve mentionnée comme Dame de la Seigneurie "Le Paradis.


VOETNOTEN

        [1]         J. Carpentier, akte X; schepenbrief 20-7-1421.

     [2]         Wervik, Stadsarchief (verder vermeld als SAW.), Dossier van Elslande.

     [3]         Kortrijk, Rijksarchief, Poorterboek 1440.

     [4]         RAK., Wezenboek K.,nr. 15 "Sente Simoen", f. 22.

     [5]         Brugge, Rijksarchief, Chartres Ieper, nr. 7864.

     [6]          Funérailles Wouter van Elslande 18.11.1619, Brussel, Alge­meen Rijksarchief,         

Fonds Mergelyck (verder vermeld als Merge­lynck), Archief Ieper, lade 2/42/198.

   [7]         Kortrijk, Rijksarchief (verder vermeld als RAK), Wezen­boek 54 "den berg" Meenene, f° 5.   [8]     Mogelijks gaat het hier om / il s'agit peut-être de Maerten van der Mersch, fs. Robert Vandermersch (+ 24-10-1544) & Jacquemine vanden Bussche. Robert Vandermersch was de zoon van Jean (° ca. 1488) en Peronne Borrewals (+ Waasten 12-2-1537). Jean Vandermersch werd op 25-3-1514 vermeld als zoon van Arnould. / Robert Vandermersch était fils de Jean (° ca. 1488) et Peronne Borrewals (+ Warneton 12-2-1537). Un document datant du 25 mars 1514 fait mention de Jean Vandermersch, fils d'Arnould; Brugge, Rijksarchief (verder vermeld als RABg) Blauw charter / Bruges, archi­ves de l'Etat charte bleue, nr. 6424.

     [9]         J. Roelandt, Een lijst van Wervikanen uit 1578-1579, in: Vlaamse stam, 6de jg., 1970, nr. 8, blz. 543-546.

     [61]        Kortrijk, Rijksarchief (verder vermeld als RAK.) Akten & kontrakten 1438-1441, f.127v°.

    [62]      In hetzelfde jaar was ook Joos van Elslande,fs. Willems, die tevens woonde te Wervik,   buitenpoorter van Kortrijk; RAK., Poorterslijst Kortrijk, Stad en Casselrie.

     [63]        RAK., Wezenboek "de Sterre", f. 21.

    [64]        RAK., Akten en kontrakten 1466-1468, f. 126. De heerlijkheid Ten Wulbrouck  was een " groot onder lant, watere, busch ende meersch twee bundere ende een vierendeel, lettel min ifte meer, liggende binnen de prochie van Gheluwe in een stede ghenaemt den Wulfbrouck, oost van de hove (van Eeckhoute)"; E. Huys, o.c., 297; 

     [65]        RAK., Akten en Kontrakten 1471-1472, f. 98 v°.

     [66]        RAK., Wezenboek Kortrijk nr. 26 "de Backe", 1463-5, d. II, leningen; Ibidem nr. 28 "den Grooten Bril", dl.II 1466-1468, f. 2.

     [67]        RAK., Wezenboek nr. 20 "De Catte", nr. F., niet gefoliëerd.

     [68]        RAK., Wezenboek nr. 20 " De Catte", F.

     [69]        RAK., Wezenboek Kortrijk nr. 31 "den Jonghelick", Wervicke, f. 3v°.

     [70]        RAK., Wezenboek Kortrijk nr. 35 "Den Bril" 1484-1492, iiij Werveke, f. 1.

     [71]        RAK., Poorterslijst, f. 1.

     [72]        RAK., Stad, Akten en kontrakten, f.103.

     [73]        RAK., Stad, Akten en kontrakten 1536-1537, f. 159v°.

     [74]        RAK, Wezenboek Kortrijk nr.32 "den Britoen" 1474-1478, Wervicke, f. 4.

     [75]        Jan Coeilgen/Coolgem, reeds vermeld in 1402, was daarvoor gehuwd geweest 

met Margriete van Catthem (+ 1417). Samen hadden zij een dochter Peluene Coeilgen die in 1422 huwde met Boudin den Houck.

     [76]       RAK., Wezenboek Kortrijk nr. 8 " Den Thomaes", f. 204v°; ibidem, nr. 4 "den Kruys", niet   gefolieerd.

     [77]        C. Mussely, Inventaire des archives de la ville de Courtrai, Kortrijk 1868, dl.I, blz. 22.

     [78]        K.M. De Lille, blz. 17; RAK, Wezenboek 49 "Dromedaris", Wervicke, f° 6; A. Merghelyncks Vade-mecum / L'Exemplaire annote du Vade-mecum d'A. Merghelynck, Berchem 1990, blz. 41.

     [79]        RAK, Wezenboek A1 "Nerinc" Tielt, f° 10.

     [80]        Mergelynck, Poortersboeken, dl.I, f° 232.

     [81]       J. Roelandt-J.P. Renier, De heerlijkheid 'Ter Beke' en het goed 'Ter Beke' op Wervik en     Geluwe, Wervik 1975.

     [82]     Brussel, Algemeen Rijksarchief van België, Stadsrekeningen Wervik, Rekenkamer nr.   58.586.

     [83]          Wervik, Stadsarchief (verver vermeld als SAW), onvolledig landboek W.

     [84]           SAW., Oud archief Geluwe, Kerkrekeningen 1639-1640, Reg.31, f°71.

     [85]           Mergelynck, dl. I, f° 232; 240, dl. III, f° 75.

     [86]            RAK., Scabinaal Annex nr. 32, onder wettelijke werken Gheluwe.

     [87]            J.Roeland - J.P. Renier, o.c..

     [88]         RAK., Weznboek K nr. dl. "Nerinc" Werveke, f° 10; deze akte werd geregistreerd onder Tielt, daar er onder Wervik geen plaats meer was.

     [89]           Rijsel-Lille, Archives département du Nord, 130, f° 192.

     [90]           Betaelt Philips van Elslande...965 ponden par. ...van ghelevert thebben zyn huus mette appendentien van diere te logie­ren de voors' Lieutenant Cornel de Gillis met zijne suite ende peerden gheduerende tvoorscreven ghehele garnisoen (vanaf 27 januari 1653), megh' eick van ghelike leveringhe gedaen thebben van tvoors zyn huus om den Cornel Bruot, gheduerende het garnisoen van volghende wynter. Begrepen de schade an tzelve huus ghedaen gheduerende de voors' twee garnisoenen, ende reparatie van diere, tsamen jx c lxv lb.; SAW., Rekeningen van eind 1651 tot mei 1654, f° 24.

     [91]          Betaelt Ph'l's van Elslande, over leveryn' van' wyn ghe­dronken op 29 mey 1654, int   vernieuwen Weth, by de afghae'de ende ancommende schepenen, lb. 51.6.0 d.p.; SAW, Stadsrekeningen van eind 1651 tot mei 1654, f° 44.

      [92]              DE RIDDERE E., Histoire de la famille van Ackere, in: Tablettes des Flandres Receuil III, Brugge 1952, blz. 54-55.

http://genescan.free.fr/tdf/r03/original/TdFR3_vanAckere_054.html

     [93]          SAW., Onvolledig landboek voor Wervik 1632. We mogen hem niet verwarren met     Maerten van Elslande, fs. Jan, die heer was van Lysselbroek. Lysselbroek was een klein bloot leen van 3 gemet meers in het zuidelijke deel van Beselare, palende aan het leen "de Stalpaert" te Geluwe. Het was één der voornaamste achterlenen onder de Grote Vierschaar te Beselare. In een akte van 1630 wordt vermeld dat Pieter Pauwels er de eigenaar van was en dat hij het gekocht had van Maeter van Elsla­nde fs.Jan; J.H. Maes, Het Markie­zaat van Beselare , 't geslacht van der Woestine, burge­lijke besturen. Met een aanhangsel over folklore en heksen, Bese­lare 1965, blz. 41.

     [94]              SAW., Inventaris Dossier B/4.

     [95]             P.Huys, De familie Huys uit Geluwe, vier eeuwen familiegeschiedenis (1610-1980),         Gent 1980, blz.24-123,152-153.

     [96]    De genealogische gegevens van dit hoofdstuk zijn volle­dig gebaseerd op: P. Huys, De familie Huys uit Geluwe, Vier eeuwen familiegeschiedenis (1610-1980), Gent 1980, blz. 24 e.v..

     [97]             M. De Breyne, De Roeselaarse poorterij, Brussel 1964, blz. 28.

We vermelden hier tevens dat een Jossine van Elstlande de groot­moeder was van Joos De Carne,fs. Mathieu. Op 5 april 1662 huwde Joos De Carne met Catharina Lootens. Hij erfde van zijn grootmoe­der onroerende goederen te Waasten. Joos had een neef Antoine De Carne; Vlaamse Stam, 2Oste jg., 1984, nr. 1, blz. 34.

     [98]           Nu Michiel de Breyne fs. Michiels, lantsman proprietaris woonende binnen de prochie van Wervijcke soo bij successie van sijnen voors. vader, als bij successie van sijne moeder Joosijne van Elslande fa. maertens die daer inne gheregt was bij verdeelin­ghe jeghens haere broeders ende sustersvan wien het selve toecom­mende was bij successie van Willem van Elslande fs. Anth(one)s ende Joosijne van Dickele fa. Denijs hunnen grootvader ende groot­moeder, volghens rapport ende oock mondelijnck consent op hedent 13 juni 1682

Anth(one)s Huys

                       1 p. 2 sch. 1/4 18 p.

                       ontfaen 1680 2 p. 16 sch. 4 d. 1/2

                       ontfaen 1681 2 p. 14 sch. 10 d. 1/8

Hier af verstelt fol. 170 op Marije Poullaert fa. Raphael we van Anth(one)s Huijs fs. Joos ter causen van thien hondert lants een havot twee pinten 1/4 1/8 1/32 p., met consent van Pieter Huijs fs. Anth(one)s hem sterck maekende soo over sijnen broeder Jan Huijs als Michiel de Breyne fs. Michiels geproduceert bij joosijne van Elslande fa Maertens Willems sone ten wiens laste het reste­rende vanden bovenstaenden item van 1 r. 2 h. 1/4 1/8 p. is blij­vende ende danof den voors. Pieter ende consorten metten eersten sullen moeten rapport overbringhen actum 25 julij xvi c eenentach­entich. ....

                       Michiel de Breijne.

RAK, Scabinale II, nr. 488, f° 122.

     [99]        Wat opvalt is dat talrijke aanverwante families van van Elslande gronden verpachtten   aan elkaar. Michiel de Breyne was hier zeker geen uitzondering op, hij verpachtte in juli 1681 grond aan zijn neef Jan Huys; P. Huys, De familie Huys uit Geluiwe, vier eeuwen familiegeschiedenis (1610-1980), Gent 1980, blz. 29.

     [100]        RAK., Losse staten van goed bij het wezenrijregister "Obrecht"; P.Huys, o.c., blz.148-150.

     [101]        Bij de opmaak van de staat van goed van zijn zuster Anna van Elslande wordt vermeld dat hij samen met zijn zuster een behuisde hofstede groot vier bunder en 1171 roeden bezat.

Dit land paalde ten westen aan de straat van Geluwe naar Dadizele en werd in gebruik gehouden door Antoon Huus,de man van Anna van Elslande ; RAK., Losse staten van goed bij het Wezen­rijre­gister

"Obrecht". Antoon Huus was in de hoger vermelde staat van goed "de somme van 17 ponden groote vlamsch uut pachtrecht" (verkeerdelijk in de staat omgerekend tot 220 lb. par.) schuldig aan Philips; P. Huys, o.c., blz.28.

     [102]       Haar broer Jooris Vanacker was getuige van dit huwelijk / leur frère Jooris Vanacker était   temoins de ce mariage; A. Vanmar­cke, Huwelijkscontracten te Menen, in: Vlaamse stam, 11de jg., nr. 7-8, 1975, blz. 379.

    [103]      Gent, St.Bavoklooster, Regesten op de documenten familie van Elslande; een gecopieerd dossier bevind zich in het Stadsar­chief te Wervik onder de benaming Annotaties op de familie Els­lande. Als auteur er van wordt J Roelandt vermeld, de zuster van Elslande vermeldt dat dit document werd opgesteld door een familielid van haar vader.

     [104]        RAK., Kortrijkse poorterboeken, Jaar 1678, f° 35v°; Menen, Stadsarchief, Leehof nr. 723, Geluwe 1724-1750.

     [105]        SAW., Onvolledig landboek van Wervik; SAW., Inventaris Disarchief W. Dossier B.

     [106]        K. De Lille, Twee kwartierstaten, Ieper 1974, blz. 17-18.

     [107]        Brugge, Rijksarchief (verder vermeld als RABg), Ieper I 50121563/54, f° 237.

     [108]        Wervik, Hospitaalarchief, Afschricht door Dr. Verhaeghe.

     [109]        Cfr. J. Roeland - J.P. Renier, "Ter Elst", Wervik 1978.

     [110]        J. Desreunaux - J.P. Rnier, "Ongereet", enkele historische aantekeningen over het goed    en de hofstede Ongereet, Wervik 1984.

     [111]         K.M. De Lille, blz.18.

     [112]         RAK., Fonds stad Kortrijk, Poortersboek Kortrijk nr. 23, f° 33.

     [113]       RAK., Fonds stad Kortrijk, Poorterboeken Kortrijk nr. 24, f° 158v°. In 1661 werden er 32 Wervikse inwoners vermeld als buitenpoorter van Kortrijk. Philips van Elslande en Jan Masselis, fs. Guille waren de enige Wervikanen, die in 1684 nog vermeld werden als buitenpoorten. Deze laatste bleef tot aan zijn dood in 1692 buitenpoorter. Zijn weduwe werd nog tot in 1696 vermeld als buitenpoorter. Daarna treffen we geen inwoners van Wervik meer aan in de poorterslijsten van kortrijk.

     [114]        SAW., Dossier van Elslande, Annotaties op de familie van Elslande G/1, f°8.

     [115]        SAW., Rekeningen verpachtingen 1658/1659.

     [116]        Ibidem, f° 8.

     [117]        SAW., Jean Carpentier, Cartulaire St.-Janshasthuis, akte 71.

     [118]        SAW., Zettingboek Lebekehouck, f° 19 (20 lb. in het bunder).

     [119]        SAW., Buutlanders Lebekehouck, f° 21.

     [120]        SAW., Zettingsboek, f° 1v. (20 lb. per bunder).

     [121]        SAW., Dossier C/2 5LOS BLAD°.

     [122]      E. Warlop, Inventaris van het oud archief van de stad Wervik, Wervik 1968, blz.14, nr.    449.

     [123]        E. Warlop, o.c., nr. 468.

     [124]        SAW., Dossier C/3, nr. 601.

     [125]        SAW., Wezenboek nr. 85 "de burchgrave", Wervicke 4, f° 3v°.

     [126]        SAW., Dossier O/3, nr. 722.

     [127]        SAW., Dossier van Elslande, Annotatie o.c., f° 9.

     [128]        SAW., Dossier C/3.

     [129]        SAW., Dossier 0/3, nr. 53.

     [130]        E. Warlop, o.c., blz. 16, nr. 516.

     [131]        SAW., Dossier C/4., nrs. 1110-1117.

     [132]        SAW., Dossier C/5, nr.1255; E. Warlop, o.c., blz.17, nr.563.

     [133]        RAK., Doopregister Wervik 1698.

     [134]        Rijsel, Archives département. du Nord, 130, n. 185.

     [135]        In 1695 treffen we te Bavikshove pastoor Joos van Elslande aan; E. Huys, Bavikshove, in: Handelingen van de Kring Kortrijk, XVIII, 1939-40, blz.35.

     [136]        SAW., Bundel 6/1 ; E. Warlop, o.c. , blz. 41, nr. 437.

     [137]        SAW., Bundel 6/2 ; E. Warlop, o.c. , blz.14-15, nr.473, 456.

     [138]        Gent, Rijksarchief, Fonds Raad van Vlaanderen, Processen nrs. 246, 271.

     [139]        SAW., Bundel 6/3 , nr. 711.

     [140]        SAW. , Dossier c/3, nr. 845.

     [141]        E. Warlop, o.c., blz.. 16, nr.527.

    [142]      "...andere partien komende uit hoofde van der wezen moeder (jacquemyne Gryson):   een vijfde van de helft van een rivaige, met de helft van schuur en huus, met nog andere kateilen gehouden van Oosthove, danof de wederhelft competeert an Jonkvraue Anne van Elslande der wezen stiefmoeder,... ende mits dat de bac keukens en(de) calck ovene" gemaakt werden tijdens haar huwelijk, moest de wees Hansken Pareyt "danof volgen het vijfde part van 279 lb. p." en de overige wezen de schuldvorderingen van 1056 lb. p., die Maximiliaen Pareyt,fs. Antheunis,-voogd in 1645 over de andere wezen- die hij ontvangen had van Anna van Elslande terug betalen aan haar familie; RAK., Wezenboeck 77 "vander Schuere", Wervicke 4, f° 1.

     [143]       Opvallend is wel dat het Zettingboek bloting oogst 1669 vermeldt "Gheraert van               Elslande, Rivaige, 1 bunder; land 1 b. 7 c 57 r.; vand(e) weesen Anth(euni)s Pareet JX c.; Gent, St.Bavo­klooster, Archief zuster Jean-Noel, Annotaties op de familie van Elslande, f° 11.

     [144]        E. Warlop, o.c., blz. 14, nr. 412.

     [145]        Gent, St.-Bavoklooster, o.c., f° 10.

    [146]        "Charles Beguain, Lt. Bailly... dans leurs terres et seigneuries de lEecke et Cheurlain ou du Quesne à Wervy... diverse rentes seign'lles et fonsières et autres certaine terre apparte­nant à Gerard van Elslande chargé de 6 s.p. de rentes, habout(ant) de bise la rulette de Saint Georges, de midi ledit Saint-Georges, de couchant M.Steeghele et d'écoche sa propre  terre... 12 lb. 14 s. p. d'argent échuau terme de la Saint Remy; Lille, Arch. Dep. du Nord, 130 H. 371.

     [147]         SAW., Zettingboek over de jaren 1666-1668.

     [148]         SAK., Poortersboek Kortrijk nr. 23, f° 33; Poortersboek Kortrijk nr. 24, f° 18; RAK., Stad     Kortrijk, Poorterslijsten over 1662-1682, RAK, Aanwinsten VI, nr. 2033.

     [149]         E. Warlop,o.c., blz.14, nr.445.

     [150]         E. Warlop, o.c.,blz. 15, nr.454.

     [151]         E. Warlop, o.c., blz. 15, nr.478.

   [152]        Maria-Elisabeth van Elslande was vanaf 1653 tot 1713 zuster van het St.-Janshospitaal te Wervik. Ze werd priorin van het hospitaal vanaf 1675 tot 1689 en vanaf 1695 tot 1699 (J. Carpentier, Cartulaire de l'Hôpital St.-Jean,Wervik, in: Handelin­gen van de Kring Kortrijk, dl.XXI, 1944-1945, akten 89, 94, 98, 103 & bijlagen). Reeds op 30 november 1674 was zij co-adjutrice van dit hospitaal. Als priorin kwam ze tot een akkoord met het stadsbestuur van Wervik i.v.m. de grondlasten van het hospitaal in 1672 tot 1676 (Wervik, Hospitaalarchief, Bundel processtukken). Op 2 mei 1685 leidde ze de conventie betreffende het vertrek van Anthionette de Tourmignies, weduwe van Jacques Scheurman, uit het hospitaal.

In maart 1694 werd ze vermeld als "zuster" Elisabeth van Elslande. Van Jan van Elslande, fs. Jan verkreeg ze op 9 februari 1699 een rente voor het hospitaal bedragende 5 lb. gr. (= 100 s.gr.) per jaar. Een drietal weken later werd deze rente bezet op 1500 land bos, die Jan van Elslande op 19 januari 1699 had aangekocht van Jan Adam (Wervik, hospitaalarchief, Inventaris W., Dossier "Pa­piers de différente nature, Quittance de taxe). Hierdoor moest Jan slechts 10 s. rente per jaar betalen. Op 12 maart 1701 werd deze rente door Jan van Elslande vrij gekocht voor 100 lb.gr. Opvallend is dat hij slechts 91 lb. 15 s. 7 d. betaalde. De resterende schuld werd op 28 mei 1702 vereffend door François Mahieu en Pieter van Elslande ( deze wordt vermeld als zoon van Jan ( F ), maar deze was reeds overleden; we vermoeden dat het hier gaat om F3.).

In 1705 was Elisabeth van Elslande één van de medeondertekenaars van een rekwest gericht aan het stadsbestuur van Menen met het verzoek om het hospitaal niet op te heffen (Remory-Barth, Histoire de Menin, dl. II, z.d., blz. 458). Wervik, Hospitaalarchief, Dossier "Rentes de l'Hôpital sur la ville de Wervik", akte opgemaakt door notaris Polderman te Wervik.

     [153]        Maria-Elisabeth van Elslande était religieuse de l'hôpital St. Jan de 1653 jusqu'en 1713. A       partir de 1675 elle était prieure de l'hôpital, jusqu'en 1689 et de 1695 jusqu'en 1699.

Le 30.11.1674 elle était déjà co-adjutrice de l'hôpital. Dans sa fonction de prieure elle réalisait un accord avec les autorités municipales de Wervicq concernant les impôts fonciers des années 1672-1676. Le 2 mai 1685 elle s'occupait de la convention concer­nant le départ de l'hôpital de Anthionette de Tourmignes, veuve de Jacques Scheurman.

En mars 1694 elle était mentionnée comme "soeur" Elisabeth van Elslande. De Jan van Elslande, fs Jan elle obtenait des intérêts pour l'hôpital à 5 lb par an le 9.2.1699. A peu près 3 semaines plus tard ces intérêts étaient placés dans "1500 lands" bois, que Jan avait achetés le 19 janvier 1699  de Jan Adam; Wervick, Archive de l'Hôpital, inventaire W., Dossier "Papiers de diffé­rents nature, Quittance de Taxe.

Par conséquent Jan van Elslande ne devait payer qu'un intérêt de 10 s. par année.

Ces intérêts étaient rachetés par Jan van Elslande le 12 mars 1701, mais il ne paya que 91 lb 15 s. 7 d. Le 28 mai 1702 François Mahieu et Pieter van Elslande payaient le solde des dettes.

En 1705 elle était une des personnes contresignant une requête adressée aux autorités municipales de Wervicq avec prière de ne pas fermer l'hôpital (Remory-Barth, Histoire de Menin, II, z.d. p.458)

     [154]         RABg., Fonds Kasselrij Kortrijk, nr. 2/436 art. 22.

     [155]         SAW., Inventaris C/5, nr. 1268; E. Warlop, o.c., blz. 18, nr. 565.

     [156]         Uittreksel uit de kerkrekeningen van de Sint-Medarduskerk te Wervik 1693 te                   Nicolaisdach (1693-1695), in: Handelingen van de kring Kortrijk, dl.xxii, 1946-1948, nr. 2, blz. 300.

     [157]         SAW., Inventaris Dossier I/D; E. Warlop, o.c., blz. 18, nr. 583.

     [158]         4 maart 1717: Item dheer Ignatius van Elslande jongman wesende syn selfs by                   competente oude woonende tot Wervick by successie van Geeraert van Elslande synen vader ende Cathelyne Paret syne moeder ende uytgroetinghe jegens synen broeder ende suster hout in leene hondert vyf roe(de)n erfve palende van oosten aen een streatgen commende uyt de Speystraete ende leedende naer de Leye suyt de selve Leye West syn selfs leen van hondert vyf en twintig doeden ende van noorden het leen vande weduwe Guilliaeme Doyen, belast jaerlicx Ste Maertens dach ten proffyte vanden heere van Oosthove van eenen cappoen ende staet ter trauwe ende waermede teenen halfven reliefve ende twintich schele van camerlinck gelt ende als het vertiert by coope den tiensten penninck als naer costume (= gewoonte/gebruik).

Item den selven Ignatius van Elslande by successie ende uytgroo­tinghe als vooren hout een leen groot 25 r(oe) erve palende Oost het navolgende leen, Zuid de Leie, West & Noord aan selfs erve, belast jaarl(ijks) op St Maartensdach met 17 s p., 3 kapoenen en het vierde van een kapoen...

Item den voornoemde Ignatius van Elslande by successie ende uyt­grootinghe als vooren hout een leen groot 105 r(oe) erve, palende Oost selfs leen van 105 r(oe), selfs erve, belast jaarlijks op St Maartensdag, met 17 s. 1 d. p., drie kapoenen en het vierde van een kapoen...

Item dheer Georges François de Carpentier f(s). wt. Jooris by successie van synet vader hout een leen genaemt Steenbrugghe en Comene noort aen het welcke jarelicx toecomt in heerelicke rente 8 s. 4 d. ende 2 kapoenen die gheint worden op een hofstede saey­landt ende mersch, de selve hofstede ende lant oock gheheeten Steenbrugghe toebehoorende aen d heeren Pieter Emanuel ende Jan Charles van Uytberghe daer te vooren Pieter Six, ende den meersch toebehoorende aen d heer Ignatius van Elslande... heeft reght van wandelcoop dobbel rente ter doot thol vont bastaert ende stragiers (= onbeheerde landerijen) goet...; Gent, Rijksarchief, Baronnie Nevele, Leenverheffing der heerlijkheid Oosthove voor de Baronnie Nevele 4-4-1717, nr. 2117, f° 10-19v°.

    [159]         RAK., Wezrij, Register 81 "den Nerinc" 1645-1649, sub Werveke 4, wegens plaatsgebrek geregistreerd onder Tielt, f° 10-10v°, met verwijzing naar Aalbeke, f° 4.

     [160]         SAW., Zettingboeken 1659-1662.

     [161]         SAW., Inventaris Stadsarchief, Dossier C/2.

     [162]         K. De Flou, dl. III, Brugge 1923, kol.1012.

     [163]         K. M. De Lille, Ieper 1974.

     [164]         Gent, Archief zuster Jean-Noël, Annotaties op de familie van Elslande, f° 3.

     [165]         SAW., Zettingboek op buurtlanders 1659; Idem, Ander zet­tingboek, f° 15, 29 v°, 37, 42 v°, 44 v°.

     [166]         SAW., Zettingboek 1662, f° 38 v°.

    [167]         Le fief et seigneurie nommé Paradis, situé sur la paroisse de Wervicq-France, domination     française, relevant de la cour féodale dudit Wervicq, consistait en 3 bonniers de terre est acqui­se le 5 mars 1692 par demoiselle Jeanne van Elslande, veuve du sieur Huyghe Gillon, dont les revenus en rente seigneuriales consistent en 6 sols 9 deniers parisis, ..., le droit de commettre un bailli, mais doit emprunter les échevins de la seigneurie de Wervicq. Et d'autant que 3 bonniers sont situés le long du grand chemin de Wervicq à Lille; Brussel, Alge­meen Rijksarchief, Wervik, Hospitaal St.-Jan, Staat van Goed 1787, nr. 46.847.