Als het waar is dat klassiekers de boeken zijn die niemand wil lezen, maar die iedereen gelezen wil hebben, dan zijn er veel boeken uit de negentiende eeuw in Rusland ongelezen gebleven. Een bloei zoals die van de Russische cultuur in de negentiende eeuw is ongekend. Deze 'Gouden Eeuw' van de Russische letterkunde was tijdens mijn studie aanleiding om mij te specialiseren in Ruslandkunde. Omdat ik mij ook specialiseerde in boekwetenschap, heb ik bij werkcolleges vaak gekozen voor onderwerpen die beide aspecten vertegenwoordigden. Dit leidde tot twee werkstukken over de literaire cultuur in Rusland in de negentiende eeuw.
Het eerste is een onderzoek naar de leescultuur in Rusland aan de hand van de dagboeken van een Russische censor, Aleksandr Nikitenko. Nikitenko schreef literaire kritieken en artikelen over de geschiedenis van de literatuur, was redacteur van tijdschriften, professor in de Russische literatuur en werd in 1833 ook nog censor. Hiermee kan gesteld worden dat hij zich bevond in de kern van het literaire leven van zijn tijd. Zijn dagboeken zijn daarmee een geschikte bron om de leescultuur in Rusland in de negentiende eeuw te onderzoeken.
Het tweede werkstuk gaat over een ander aspect van de Russische literaire cultuur, de kringen van jonge mannen rond de universiteit van Moskou tussen 1825 en 1850. De tsaristische repressie leidde ertoe dat studenten voor hun intellectuele ontwikkeling steun bij elkaar gingen zoeken en zich gingen verenigen in discussiegroepen, die meestal kruzhki, oftewel ‘kleine kringen’ genoemd werden. Deze kringen vormden ‘het bloed dat langs zijwegen verder stroomde’ voor het Russische denken en intellectuele leven. De leiders van de belangrijkste stromingen in het Russische denken kwamen bijna allemaal voort uit een van de kringen rond de universiteit van Moskou in de jaren dertig en veertig.