Koetsier van de Keizer

Het is een dag na de slag bij Waterloo. Op het slagveld komt een jonge man moeizaam overeind. Hij steunt op zijn linkerarm, de rechter is doorzeefd met kogels. Als veteraan van vele veldtochten weet hij dat hij op zichzelf is aangewezen wil hij overleven. Ondanks de vele verwondingen in arm, benen en rug kruipt hij naar het plaatsje Genappe. Daar vindt Johannes Horn uit Bergen op Zoom, de koetsier van Napoleon, in een huis vol gewonden onderdak.

Zes dagen later loopt een Engelse officier door Genappe. De huizen liggen nog altijd vol met gewonden, medische hulp is er nauwelijks. In een van de woningen herkent hij het bebloede livrei van iemand van de entourage van Napoleon. De officier brengt de zwaargewonde man naar een ziekenhuis in Brussel; zijn wonden zijn er inmiddels zo slecht aan toe dat zijn rechterarm geamputeerd moet worden. Na een maand is Johannes Horn voldoende hersteld om vrijgelaten te worden. Hij loopt naar Parijs waar hij – achtentwintig jaar oud – een pensioentje krijgt van de nieuwe Franse regering, als dank voor bewezen diensten.

Sinds 1805 is Horn in dienst van Napoleon en vergezelt hij hem op alle veldtochten. Hij bestuurt de zware ‘dormeuse’, een soort caravan avant-la-lettre, van alle gemakken voorzien: een uitschuifbaar metalen bed, een bureau, allerlei compartimenten voor kaarten, telescopen, pistolen en servies, een necessaire vol toiletartikelen en een likeurkastje. De kogelvrije koets is donkerblauw geschilderd, met gouden biezen en het keizerlijk wapen op de deur. De koets is Napoleons thuisbasis als hij op veldtocht is. Ook op de grote Russische veldtocht had Horn Napoleon er regelmatig in vervoerd; op de terugweg waren de wielen vervangen door slede-ijzers om sneller te kunnen reizen.Begin 1815 keert Napoleon in triomf terug van zijn verbanning naar Elba. Horn treedt opnieuw in dienst en brengt hem in de loop van juni richting Brussel. Daar wil Napoleon voorkomen dat de Engelse en Pruissische legers zich samenvoegen om zich tegen Frankrijk te keren. Bij Waterloo blijkt dit een illusie. Het is de laatste keer dat Horn de koets voor Napoleon inspant, maar Napoleon blijft zijn leven bepalen.

De koets, die op de avond van de slag buitgemaakt was door een Pruisisch regiment, was namelijk inmiddels met de vier overlevende paarden die erbij hoorden naar Londen vervoerd. Daar was deze in handen gekomen van William Bullock, de eigenaar van het Londens Museum. Hij had dit museum gebouwd rond zijn natuurhistorische collectie, maar stond altijd open voor spectaculaire exposities. Hij kocht de koets en reisde naar Parijs om te zien of hij er materiaal omheen kon verzamelen. Hij deed ook navraag naar persoonlijke bedienden van Napoleon en kwam zo Horn op het spoor. Bullock nam hem mee naar Londen om als gids op te treden bij de koets. Het feit dat Horn geen Engels sprak, onderving hij door zijn memoires op te tekenen en uit te geven. Deze werden in het museum verkocht waar men naast de koets, ook Horn kon bewonderen, net als de Pruissische sabelhouwen die op beide nog zichtbaar waren.

De Britse fascinatie met Napoleon kent geen grenzen. Londen loopt massaal uit om de koets te komen bekijken. Binnen een jaar hebben vele Londenaren van alle rangen en standen een shilling betaald om de koets te zien en op dezelfde plaats als Napoleon te kunnen zitten. Bullock besluit daarop de koets op tournee te sturen door Engeland. Johannes Horn mende – met zijn ene arm – de uitstekend getrainde paarden van Napoleon langs de grote Engelse steden. Uiteindelijk zagen bijna 800.000 mensen de koets, Bullock verdiende er 35.000 pond mee, een kapitaal in die tijd.In 1819 is de hype voorbij en verkoopt Bullock al zijn bezittingen om geld vrij te maken voor nieuwe expedities en nieuwe tentoonstellingen. De koets gaat voor minder dan 200 pond naar een koetsenmaker in Holborn, Londen. Horn gaat terug naar Parijs, waar het geld dat hij in Londen verdiende even snel verdwijnt als het verdiend was. In 1821 schrijft hij een brief aan de Engelse ambassadeur om geld te lenen voor een overtocht naar Engeland, waar hij nog wat debiteuren heeft. Of Horn weer naar Londen is gegaan weten we niet, wat er met de koets gebeurde wel. Na veel omzwervingen belandt hij bij Madame Tussauds in Londen. Decennialang is de koets daar het pronkstuk van de ‘Napoleon Room’. Tot 1925, want dan breekt er een felle brand uit in het wassenbeeldenmuseum. Het enige dat rest van de ‘meest opmerkelijke koets ter wereld’ is een van hitte verwrongen as. Deze wordt aangeboden aan het Napoleontisch Museum in Malmaison.

Lees verder op Travelling with Napoleon of download het artikel dat ik hierover schreef in de bundel Napoleons Nalatenschap (2020).