'Bos van het jaar' Bantam 2020

Bantam is eigenlijk een relatief klein landgoed. Het hoort niet tot de 'klassieke' landgoederen langs het Noordereinde in 's Graveland. De achterlanden van deze landgoederen werden pas in de 18e eeuw ontgonnen. Aan het eind van de 19e eeuw erfde Maurits Jacob van Lennep  het landgoed en liet er met zijn vrouw een landhuis op bouwen. Zijn dagboeken geven een beeld van hoe dat ging. Buurman Jan Six (van Jagtlust) ried hem aan in Schaep en Burgh te gaan wonen, maar dat vond zijn vrouw een slecht idee, het was nat en duur. Ook de bouw op een nieuwe locatie achter Schaep en Burgh vond Jan Six een mooi project. Hij was regelmatig op Bantam te vinden. Hij zocht een plek uit voor het huis, zonder enig uitzicht (hij was 'zeer bijziende', aldus van Lennep). Dat uitzicht werd verkregen door groots in te grijpen in het landschap, soms tot verdriet van de tuinman: 'De volgende dag reed ik reeds vroeg naar Bantam. Het had geregend zodat het groen overheerlijk rook. In geen 20 jaar was er zulk een lente geweest. Venneman pruttelde omdat hy de glooiing nu geheel veranderen moest,en die dan te stomp of te stik zou wezen. Tussen de plaats,waar met beugelen geëindigd was,en de bruine beuk werd nu opnieuw gebeugeld; de spar was 10 pas teruggezet,de plataan was verplant,maar belette nu het gezicht uit het huis op de bruine beuk; het zand moest nu heel van het water tot aan het huis gekruid worden 1 meter hoog. Gelukkig was er nog geen gras gezaaid.' De berg, waar later een Turkse Tent op geplaatst zou worden, viel veel te rond uit naar zijn smaak en werd op verzoek van van Lennep in oude staat hersteld. Toen het huis klaar was, werden de meubels uit Schaep en Burgh overgebracht 'met uitzondering van de breekbare waar, de hertshoornen,  3 geweren en jachtgerei,die in een schuitje vervoerd,en de spiegels en het marmeren blad,die gedragen werden'. Ze woonden er met plezier. Toen zijn vrouw, Caroline (Lore) overleed, verkocht hij Bantam: 'Eindelijk kwam het uur van scheiden van mijn geliefd Bantam, waar ik 21 zo onuitsprekelijk gelukkige jaren met Lore en de kinderen en later ook met de kleinkinderen had doorgebracht'. Het huis werd in 1899 verkocht aan Labouchère. Daarna ging het over in handen van de gemeente Bussum, die entree vroeg. Het huis raakte vervallen en werd in 1971 afgebroken. Sinds 1984 is het landgoed in bezit van Natuurmonumenten. Allen Swaenenburgh (dat nu onder andere dienst doet als caravanopslag) mist nu nog in het rijtje landgoederen (een boswachter vertelde me eens dat Natuurmonumenten het in de jaren tachtig voor twee ton had kunnen kopen, maar dat toen niet kon opbrengen en dat ze daar vast spijt van hadden).  

Ook dit jaar had ik 'bonuslandgoederen', Schaep en Burgh (toen nog het hoofdkantoor van Natuurmonumenten, dat gedurende het jaar aankondigde naar Amersfoort te verhuizen) en Boekesteijn (wordt geen bos van het jaar voorlopig, want is wegens parkeerplaats, bezoekerscentrum, speeltuin en café te druk). 

Bantam werd bos van het jaar in januari. Ik was er snel te vinden, op een grijze vroege nieuwjaarsdag. In januari waren er vooral vogels en kale bomen te zien. Maar aan het eind van de maand was de eerste prachtframboos al in bloei. De spechten begonnen te roffelen. Al op 7 februari zag ik de eerste hommel van het jaar, zoet zoemend in een crocus. Het stormde veel in februari, indrukwekkend dat versgescheurde hout. Vanaf maart werd het makkelijker om regelmatig naar Bantam te gaan, omdat ik door corona thuiswerkte. Eind maart trof ik een bij, die spartelde op de oppervlakte van het water en daarmee prachtige kringen maakte. Ik probeerde 'm met een riet te redden, een bijzonder moment. De aprilweken waren prachtig - het ontluikende groen spectaculair. In mei ontdekte ik het ovale hol van een zwarte specht. Een haas sprong weg door het lange gras. Met pinksteren ving een ijsvogel een visje. Een prachtige reebok liep stoer door het veld. Bij terugkomst in augustus zat een eekhoorn eigenwijs aan zijn staart. Er was een hittegolf, en toen kwamen de eerste paddenstoelen: zwavel- en biefstukzwam. De herfst was mooi en lang. Eind oktober begonnen de beuken te kleuren. De Japanse esdoorn in Schaep en Burgh was spectulair. Half november nog een laatste spectaculaire dag met blad en daarna waaide alles eraf. Op 26 december nam ik afscheid van Bantam als Bos van het Jaar.