Persoonlijke accessoires


Sierraden, Draagtekens, Gordel en gesp, Beurs/tas, Scheoisel, Kleding en textiel, Wapen/gereedschp en Lichaamsverzorging

Onder de KNA gebruikscategorie “Persoonlijke accesoires” behoren voorwerpen die tot het persoonlijke gebruik behoren (bijv. sieraden, toiletgerei, fibulae, messen). Dit is de grootste categorie, met veel verschillende typen en een groot aantal gebruiksvoorwerpen. Er kan bij bepaalde gebruiksvoorwerpen dan ook overlap zijn met andere Pan-typen en KNA categorie voorkomen. Sieraad (PAN-Type 01) zijn vooral ornamenten die voor de sier op het lichaam worden gedragen. Draagteken (PAN-Type 02) van profane of decoratieve aard welke van 1150-1550 dateren. Hieronder vallen de middeleeuwse decoratieve lood-tinnen draagtekens, de zogenaamde broches en gespbroches. Een aparte groep, veelal van een lood-tinlegering, wordt gevormd door figuratieve insignes, die thema's uit het profane, maar ook religieuze, spectrum verbeelden of daarnaar verwijzen. Daarnaast vallen onder de draagtekens ook diverse emblemen of medailles die werden uitgeven als onderscheiding, herinnering of prijs. Gordel en gesp (PAN-Type 05) metalen onderdelen van gordels, zoals beslag maar ook de gespen. Met uitzondering van de schoengesp, deze valt onder schoeisel. Beurs / tas (PAN-Type 06) opbergmiddel die in de hand of op het lichaam wordt gedragen, zoals handtas, rugzak, beurs. De meesten zijn gemaakt van een organisch materiaal, wat bewaard is gebleven zijn de metalen onderdelen zoals gespen, kettingen, beslagstukken en beugels. Schoeisel (PAN-Type 07 de metalen objecten die als onderdeel van of aangebracht zijn op schoeisel.  Het ruitersporen die aan de voet van de ruiter wordt gedragen, zijn opgenomen bij schoeisel. Kleding en textiel (PAN-Type 08) metalen functionele en/of decoratieve beslagstukken en knopen die zijn vastgemaakt op kleding of textiel. Wapen/gereedschap  (PAN-Type 16) objecten met een snede die aangewend kunnen worden in de strijd, jacht en/of dagelijkse activiteiten. Hierbinnen is overlap met andere typen, er zijn objecten waarvan het gebruik veelzijdiger kan zijn dan enkel strijd, jacht of werk. Lichaamsverzorging/medisch (PAN-Type 20) instrumenten geassocieerd met de verzorging van het lichaam of de medische praktijk. Overlap met andere typen, hier worden voorwerpen zoals scheermessen, pincetten en oorlepels, scalpels en wondhaak bedoeld.


Sierraden

Dit is een uiteenlopende vondstgroep, bestaande uit verschillende soorten, maten en materialen. Tegenwoordig worden sierraden vooral gedragen ter verfraaiing, maar vroeger had het dragen van sierraden vooral andere functies. We hebben het dan vooral over non-verbale communicatie tussen mensen. Zo konden sierraden gebruikt worden je identiteit en of status te uiten, hiernaast hadden ze vaak ook een functioneel rol. Zo was een fibula, naast een status symbool, in eerste instantie bedoeld als sluiting voor kleding. Een ander mooi voorbeeld is de zegelring, die naast status ook letterlijk gebruikt kon worden om documenten mee te verzegelen. Sierraden hadden dus allerlei functies en oorsprongen en komen in verschillende perioden voor. Hier worden vooral uit de (late)Middeleeuwen en nieuwe tijd behandeld. We hebben het dan over de; vingerringen, kettingen, armbanden, verschillende soorten hangers, naalden, fibulae, gespbroches maar ook horlogesleutels.

Naalden, sieraad

Definities; Persoonlijke accessoires (KNA) Sieraad (PAN Functie) Haar/Siernaald (Pan-typen 01-03)

Naalden gemaakt in diverse materialen werden, door de eeuwen heen, vooral gebruikt als pin om kleding te sluiten, maar ook als haarnaald, vooral door vrouwen, om het haar op te steken. Het is dan ook vaak moeilijk om het onderscheid te maken tussen een kleding- of haarnaald.  Een goed herkenbaar groep hierbinnen zijn hoofdnaalden, officieel voorhoofdsnaald, ook wel pinsons, poinçons of puynssons genoemd. Deze houdt het midden tussen een sieraad en een modieus kledingonderdeel. Dit is een platte schuifspeld uit een edel of onedel metaal, die werd gebuikt om een muts of kapje vast te zetten. Hierbij werd deze met de punt door de haarstrengen, meestal bij de slaap, onder het haarkapje gestoken. Het andere, vaak uitbundig versierd met filigraanwerk, uiteinde bleef zichtbaar op het voorhoofd. De meeste exemplaren hadden aan het uiteinde een opening, waaraan een hanger werd bevestigd, bestaande uit edelsteentjes, één of meer parels of bedeltjes. De oorsprong van de hoofdnaald is niet bekend, in Nederland werden ze vooral in de eerste helft van de 17e eeuw tot in het derde kwart van de 17e eeuw toegepast. Uit oude inventarisaties en schilderijen valt af te leiden dat ze vooral tussen 1610 en 1630 in de mode waren. De haarnaald werd in de boerendracht tot in de 20e eeuw toegepast. Hierbij werd door ongehuwde vrouwen de naald links en gehuwde vrouwen rechts gedragen.

Oorlepels

Definities; Persoonlijke accessoires (KNA) Lichaamsverzorging/medisch (PAN Functie) Oorlepel (Pan-typen 20-02)

De oorlepel of ook wel ‘oorsonde’ genoemd. 

De oorlepel is een lepeltje bestaande uit een steel met een klein rond lepelblad aan het uiteinde, vaak (maar niet altijd) in een lichte hoek ten opzichte van de steel. De lepel kan komvormig of plat zijn. het uiteinde kan een lange punt zijn, welke mogelijk werd gebruikt om de nagels te reinigen, of een ring waarmee het lepeltje aan een gordel of set hing. Ze waren vooral bedoeld voor het schoonmaken van oren, maar ze kunnen voor allerlei andere kleine hygiënische of medische handelingen gebruikt zijn. Er bestaan voorbeelden in verschillende materialen: bot, ijzer, brons, koperlegering, messing maar ook van zilver. Omdat de oorlepel een lange geschiedenis kent, ze komen al in Romeinse vindplaatsen voor, zijn ze moeilijk te dateren. Zilveren exemplaren zijn soms gemerkt, maar we zijn vooral aangewezen op contextdateringen.

Voorbeelden

boven, Romeins exemplaar

onder, zilveren exemplaar uit 1800-1825 (Museum Rotterdam)

Pomander 

De pomander, ook wel ‘ruyker’ genoemd, is een geurdoosje, deze werd vooral in de 17e eeuw door de welgestelde vrouwen en manen gedragen. Het gaat meestal om bolvormig, soms plat, voorwerp bestaande uit twee helften. Deze werden gevuld met geurstoffen (zoals amber of bezoar) of een spons met vloeibare geurstoffen. Ze werden los aan een kettinkje gedragen, en wanneer het stonk kon de gebruiker aan de pomander ruiken. Niet overbodig in een tijd waarin er nog slechte hygiëne en sanitaire voorzieningen waren, en het op straat behoorlijk kin stinken. Vooral als je nagaat dat vroeger alles op straat gebeurde, waardoor de stank makkelijk in verspreiden. Vaak werd er als geurstof amber gebruikt, deze werd dan in de appelvormige houder geplaatst. Waarvoor in de spreektaal de uitdrukking pomme amber werd gebruikt, vandaar de naam pomander. Naast de luxe metalen uitvoeringen bestaan er ook van exotische en kostbare houtsoorten, zoals tropisch hardhoud (zie voorbeeld).

Door © ArGeoS