Nestels

Definities; Persoonlijke accessoires (KNA) Kleding en textiel (PAN Functie) Nestel (Pan-typen 08-03)

Er worden regelamtig onooglijke metalen kokertjes gevonden, de nestel. Deze werden aan het uiteinde van (leren) veters en gevlochten koordjes bevestigd, om het rijgen te vergemakkelijken en het uitrafelen te voorkomen. De vroegst bekende exemplaren dateren vanaf de tweede helft van de 13e eeuw. Vroeger bestond een nestel uit een kokertje van opgerold metaal, ca 3 cm lang, die naar het uiteinde taps toeloopt. Meestal werden ze gemaakt van latoenkoper, of roodkoper maar ook wel van zilver en zelf goud. Er komen ook naadloos gegoten nestels voor. Deze maakte deel uit van het militaire tenue, waarbij rijgveters en strikken voorzien waren van grote tinnen nestelpennen. Gevlochten koordjes met nestels werden vanaf de late 16e eeuw niet alleen meer gebruikt voor het rijgen en sluiten van kleding, maar ook gestrikt als versiering op de kleding. Hierdoor kregen de nestels een decoratieve functie, en werden deze rijk versierd of geëmailleerd, en soms zelfs van zilver of goud gemaakt. Het aantal nestel op een wambuis of broek kon variëren van twee tot twaalf paar, met een gemiddelde van negen paar. Tegenwoordig hebben de stukjes plastiek aan het uiteinde van veters en koordjes dezelfde functie. Er zijn vier typen te herkennen;

-          Nestels gemaakt van een plaatje opgerold messing, waarvan de randen goed op elkaar aansluiten maar elkaar niet overlappen. Met in de bovenzijde een of meer klinknagels om de nestel aan de veter te bevestigen. Dateren tussen 1375-1575 

-          Nestels vervaardigd met gewonden koperdraad, met aan het uiteinde een lus. Dateren uit de late 15e eeuw. 

-          Nestels waarvan de randen bij de naad naar binnen zijn gebogen, soms versierd Dateren na 1550/1575

-          Nestels waarvan de randen bij de naad over elkaar heen zijn gerold, ze overlappen Dateren na 1550/1575

 

 

 

 




        Door © ArGeoS