Gespen

Definities; Persoonlijke accessoires (KNA) Gordel en gesp (PAN Functie) Gesp (Pan-typen 05-01) D-vormige gesp, Dubbele gesp, Ovale gesp, Ringgesp.

De Romeinen zijn de uitvinders van de gesp, vooral voor militaire doeleinden. De vorm van deze Romeinse gespen zijn bijna niet te onderscheiden van gespen uit de 16e eeuw. Dit geeft wel aan dat functionele vormen heel lang ongewijzigd bleven. Hierdoor zijn gespen zonder archeologische context moeilijk te dateren. De gesp keert in de loop van de 12e eeuw weer terug, wanneer een metalen gordelsluiting de dichtgeknoopte gordel in het mannenkostuum vervangt. Er zijn veel verschillende toepassingen voor gespen mogelijk, zo zien we gespen op; kleding, wapenuitrusting, tassen, schoenen en paardentuig. We zien dat er speciale gespen ontstaan voor specifiek gebruik, bijvoorbeeld de schoengespen maar ook de ijzeren gespen voor paardentuig. Een gesp bestaat tenminste uit twee onderdelen, de beugel en de angel. Veel gespen hebben ook een tussenstijl, en soms zien we nog extra toevoegingen zoals een beslagplaat welke aan de riem vast zat. Op de gespbeugel is vaak een verdieping, de angelrust, zichtbaar. Dit is een inkeping waarin de angel op de beugel rust zodat de angel niet kan verschuiven. Op de plaats van de angelrust zien we soms ook een cilindervormige huls, welke het aantrekken van de riem makkelijker maakte. Gespen werden gemaakt van edele metalen, geelkoper, brons, messing, tin en ijzer en soms van been of hout. In de 13e eeuw zien we vooral de ronde vormen, welke meestal glad of getorst afgewerkt waren. Deze kunnen makkelijk verward worden met de ringfibulae, gespen zijn te herkennen aan een angelrust. In de loop van de 14e neemt de verscheidenheid in gebruik toe. De vormen die we dan vooral zien zijn de ronde, ovale, vierkante en D-vormige gespen. Deze hebben allemaal nog geen tussenstijl, zodat de angel over de hele breedte van de gesp loopt. De tussenstijl zien we in de loop van de 15e eeuw ontstaan. De ronde gesp met tussenstijl verdwijnt rond het midden van de 15e eeuw, en wordt vervangen door de dubbelovaal gesp. Deze blijft samen met de vierkante gesp met tussenstijl tot aan het eind van de 17e eeuw in gebruik. De eerste tussenstijlen zijn een vast onderdeel van de gesp, en worden dan ook in een keer meegegoten. Maar aan het eind van de 17e eeuw wordt de tussenstijl secundair, als een metalen stift, toegevoegd. Dit gebeurde omdat de tussenstijl snel sleet, nu kon deze eventueel worden vervangen. Nadat de gesp in de 17e eeuw steeds groter was geworden, werd deze in de 18e eeuw weer kleiner.