Mexico

Mexico stad (Spaans: ciudad de México), is de hoofdstad van Mexico; 8.236.960 inw. (1990) (provincie: 9.800.000 in 1990), 2286 km2 (agglomeratie met ruim 15 milj. inw.) De stad herbergt ca. 65% van 's lands industrie (ijzer en staal, petrochemie, auto's), verder bestuurlijk centrum en vestigingsplaats van banken, verzekerings- en handelsmaatschappijen. Omvangrijk toerisme: jaarlijks ruim 1 miljoen bezoekers. Onderwijs- en wetenschapscentrum. Groot internationaal vliegveld. Auto- en spoorwegknooppunt. Hoofdstad van het Aztekenrijk, in 1523 door Spanjaarden verwoest, na wederopbouw uitgegroeid tot belangrijkste stad van het continent en hoofdstad van het koninkrijk Nieuw-Spanje. Rijk aan bouwwerken uit de tijdperken der Azteken en Spanjaarden. Omdat de stad in een dal ligt, wordt de verontreinigde lucht nauwelijks ververst, zodat de stad te kampen heeft met enorme milieuproblemen.

De agglomeratie Mexico ligt centraal in het meest dichtbevolkte deel van het land: het centrale hoogland. Mexico-Stad zelf ligt in een kom, 2.240 m boven de zeespiegel en wordt omgeven door bergen. De ruimte binnen de kom is bijna volgegroeid (voorheen zelfstandige dorpen en stadjes zijn hierbij opgeslokt). Voor de opvang van de groeiende bevolking is men overgegaan tot de vorming van satellietsteden in noordelijke richting waar zich de Vallei van Mexico uitstrekt. Verschillende gemeenten in de Vallei van Mexico die niet tot het federaal district behoren, zijn al ruimtelijk en functioneel in de agglomeratie opgenomen. Het Distrito Federal waarin Mexico-Stad ligt, is een aparte bestuurlijke eenheid, vergelijkbaar met het District of Columbia waarin de Amerikaanse stad Washington ligt. De ligging van Mexico-Stad heeft enkele voordelen: het klimaat is aangenaam en de dikke laag klei-afzettingen die de bodem van de kom vormen dempen de aardbevingen die regelmatig in de omgeving optreden. In 1985 vond evenwel een aardbeving plaats waarbij duizenden dodelijke slachtoffers vielen en tienduizenden anderen dakloos werden. Genoemde klei-afzettingen zijn gedeponeerd in het Texcoco Meer, waarin de Aztekenhoofdstad Tenochtitlán lag, verspreid over een aantal eilandjes. Het meer is inmiddels gedempt en de moerassige bodem wordt gedraineerd met een vernuftig spiraalvormig kanalenstelsel (de caracol, slak). De riolering blijft echter problemen bieden en ook de drinkwatervoorziening is op deze hoogte moeilijk. Moeilijkheden veroorzaakt verder de inklinking van de gedraineerde bodem (tot wel 6 m) waardoor in het centrum van de stad gebouwen verzakken en leidingen scheuren. Drinkwater wordt over grote afstand aangevoerd. De verbindingen met het buitenland zijn goed: bij de stad ligt een internationale luchthaven en verschillende goede autowegen leiden naar de Verenigde Staten. Ook de autowegen in de stad zelf zijn goed: er is een modern net door het stedelijk gebied van veelal kruisingsvrije snelwegen met onderdoorgangen voor voetgangers. Sinds 1970 is er metro.

Mexico-Stad is de hoofdstad van de Republiek der Verenigde Mexicaanse Staten en heet officieel Ciudad de México; de naam Mexico-City is gangbaar in het internationaal spraakgebruik. Ze is ook het commerciële, industriële en culturele centrum van het land. De stadseconomie is veelzijdig. Mexico-Stad telt veel kantoren: het is niet alleen het bestuurlijk centrum van het land, maar ook het centrum voor de handel en het bank- en verzekeringswezen. De Mexicaanse industrie is voor 50% in Mexico-Stad geconcentreerd. Belangrijk zijn basisindustrieën zoals de ijzer- en staalproductie, chemie en petrochemie. Daarnaast worden op grote schaal schoenen, textiel, geneesmiddelen, papier en levensmiddelen geproduceerd. In assemblagebedrijven worden auto's en huishoudelijke elektrische apparaten gemaakt, waarvoor de onderdelen uit de VS komen. De horeca is omvangrijk; per jaar bezoeken ruim één miljoen vreemdelingen de stad. In de stad zijn negen universiteiten, de nationale bibliotheek (ruim 600.000 boeken), andere grote bibliotheken en een aantal uitgeverijen gevestigd, die haar tot het intellectuele centrum van het land maken. De stad is met omringende gemeenten samengegroeid tot een agglomeratie die inmiddels de 15 miljoen overschreden heeft. Deze agglomeratie is de grootste van Latijns Amerika.

Mexico-Stad is een der oudste steden van het westelijk halfrond (de stad is gebouwd op de plaats waar de Aztekenstad Tenochtitlán stond, die in 1325 werd gesticht). In Tenochtitlán woonden 250.000 mensen. In 1521 werd Tenochtitlán na een beleg van drie maanden door de Spanjaarden ingenomen en in de daarop volgende jaren systematisch verwoest. Het puin werd gebruikt bij de opbouw van de hoofdstad van Nieuw-Spanje, Mexico-Stad. Dit werd de hoofdstad van het gehele Spaanse koloniale gebied ten noorden van Costa Rica. In 1847 werd de stad veroverd door Amerikaanse troepen en voor vijf maanden bezet gehouden. In 1863 bezetten Franse troepen haar om de Oostenrijker Maximiliaan als keizer te kunnen installeren; in 1867 waren bezetting en keizerrijk voorbij. In 1910 vond de Mexicaanse revolutie plaats en werd er in de straten gevochten. In de jaren die daarop volgden werd een uitbreidingsplan opgesteld en nam de industrialisatie een vlucht.

Mexico-Stad heeft een rechthoekig stratenpatroon met een aantal grote pleinen, een erfenis van het Spaanse koloniale bestuur. De bebouwing bestaat overwegend uit bruin-grijze laagbouw, maar wordt doorsneden door een aantal brede boulevards met hoogbouw. De stad is het centrum van een snel groeiende agglomeratie. Bij de volkstelling van 1970 telde de stad 2,9 mln inwoners en de agglomeratie 8,5 miljoen. Het inwonertal groeit snel door het geboorteoverschot, maar vooral door trek van het platteland naar de stad. Jaarlijks vestigen zich naar schatting bijna een half miljoen nieuwkomers in de agglomeratie. Verwacht wordt dat de stadsbevolking in de nabije toekomst sneller zal blijven groeien dan de bevolking in de rest van het land. De enorme groei heeft een verscherping van sociale problemen met zich gebracht. De kwaliteit van de huisvesting van de modale inwoner is onvoorstelbaar slecht. Daartoe behoren de volgepropte vecindades, buurten met woonkazernes die vooral in het centrum en het oostelijk en zuidelijk stadsdeel zijn te vinden. Het ernstigst is de toestand echter in de zogeheten verloren steden (ciudades perdidas) zoals die ook in andere Latijns-Amerikaanse steden te vinden zijn; ze bestaan uit zelf gebouwde optrekjes, gebouwd op stukken land waar geen enkele voorziening als waterleiding of elektriciteit aanwezig is. Het leven in deze armoewijken is uitzichtloos; vele bewoners hebben geen vast werk of vinden alleen werk dat erg slecht betaald wordt. De woonomstandigheden in de westelijke villawijken aan de andere kant van de stad, waar de bewoners genieten van schitterende uitzichten op ravijnen en bossen, steken schril af tegen deze armoedige omgeving. Een naoorlogs probleem is de ernstige luchtvervuiling, niet alleen veroorzaakt door het autoverkeer maar ook door de lekkende petroleumfornuizen waarop het eten bereid wordt. De belangrijkste kerkelijke gebouwen, het paleis van de onderkoning (nu het Palacio Nacional) en de bestuursgebouwen werden opgetrokken op de plaats waar de belangrijkste gebouwen van de Aztekenhoofdstad hadden gestaan. Het centrale plein, de Zócalo (zócalo is een gebruikelijke naam voor dergelijke Mexicaanse pleinen), ook wel Plaza de la Constitución of Plaza Mayor geheten, was ook in Tenochtitlán het hart van de stad. Aan dit plein staan het genoemde Palacio Nacional (1792) en de grootste kathedraal van Latijns Amerika, La Asunción de Maria Santísima (Maria Hemelvaart). De bouw van deze kathedraal, ook wel Catedrál Metropolitana genoemd, begon in 1573; twee eeuwen is eraan gewerkt, zodat de kerk een staalkaart is van de stijlen die in die periode in Mexico in de mode waren. Het zaken- en winkelcentrum ligt ten westen van de Zócalo. Deze city werd in 1964 naar het noorden uitgebreid met het Plaza de las tres culturas, waar een ten dele gereconstrueerde Aztekenpiramide, een 16e-eeuwse franciscaner kerk (de Santiago de Tlaltelolco) en moderne hoogbouw de drie culturen vertegenwoordigen waar het plein zijn naam aan te danken heeft. De 20-eeuwse cultuur is er dominerend.

© 2016 F.N. Heinsius