Londen

Londen (Engels: London) is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk. Stad in zuidoost-Engeland, gelegen aan de Theems; 6,7 miljoen inwoners (1993), ca. 15 miljoen in het grootstedelijk gebied. Hoofdstad van Groot-Brittannië (United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland). Behalve hoofdstad en politiek en bestuurlijk centrum van het bestuurlijk meest gecentraliseerde land van West-Europa is Londen een internationaal financieel centrum. Enkele vliegvelden, ruim 200 metrostations en een tiental spoorlijnen (die eindigen in kopstations) ontsluiten de stad. Ze heeft vier universiteiten (waaronder King's en University College uit de jaren 1820) en een aantal andere hoger-onderwijsinstellingen, waaronder de Royal Academy of Music (1822).

De afstand van het stadscentrum tot de Engelse zuidkust bedraagt 80 km, die tot de Theemsmonding 60 km. Londen ligt betrekkelijk beschut in het dal van de Theems, in de regenschaduw van heuvelruggen in het westen. De neerslag bedraagt iets meer dan 600 mm per jaar en is gelijkmatig verdeeld. Doordat er relatief weinig bewolking is, zijn de zomertemperaturen voor Engeland aan de hoge kant. De gemiddelde julitemperatuur is ca. 18°C, de januaritemperatuur 4°C. De in het Engelse klimaat beruchte mistvorming kon vroeger in Londen ernstige vormen aannemen. De roet van de honderdduizenden schoorstenen leidde bij lage temperaturen en hoge vochtigheidsgraad tot zeer dichte mist: de pea soup-fog (erwtensoepmist). Sinds de instelling van 'rookloze' zones behoren excessen tot het verleden.

Het grootste deel van de stad ligt ten noorden van de rivier. Londen heeft verschillende centra, maar één stadsgedeelte wordt bij uitstek als hét winkel- en uitgaanscentrum beschouwd: het deel dat begrensd wordt door ruwweg Oxford Street, Charing Cross Road, Coventry Street/Piccadilly en Bond Street. Hier bevinden zich grote warenhuizen, kledingzaken, hotels, bioscopen, theaters enz., met als centrum Piccadilly Circus. Doordat drie vijfde van de City bij de Grote Brand van Londen in 1666 werd verwoest en herbouw in vrij korte tijd plaatsvond onder leiding van één architect (Christopher Wren), ontstond een tamelijk homogeen stadsbeeld. St. Paul's Cathedral ligt ten westen van de City en de Tower, een fort van Noormannenleider Willem de Veroveraar, ligt aan de zuidoostkant ervan. London Bridge ligt daarnaast en verving de brug die tot eind 18e eeuw de enige in de stad was die beide oevers verbond. Aan de oostkant van de stad liggen de arbeiderswijk East End, de gerenoveerde Docklands en Fleet Street (het voormalige centrum van de Britse dagbladpers). In West End liggen de winkel- en uitgaanswijken, terwijl dichter bij de rivier de regering en het parlement zetelen. Ook Hyde Park, het warenhuis Harrod's en de betere woonwijken Kensington en Knightsbridge liggen hier. Ten zuiden van de rivier bevinden zich het paleis van de aartsbisschop van Canterbury, het National Theatre en bekende woonwijken als Greenwich en Wimbledon. In 1938 werd een 10 km brede ring rond de stad aangewezen als groene gordel. Het inwonertal van de Outer Circle, het gebied daarbuiten, nam in de jaren '50 met een miljoen mensen toe. Hier verrees een tiental satellietsteden (new towns). Londen is een betrekkelijk ruim opgezette stad, met lage bebouwing en veel ruimte voor tuinen, bomenrijen en parken. Behalve het bekende Hyde Park zijn er nog vele andere mooie parken, waaronder Regent's, Green en St James's. De afgelopen decennia is er hoogbouw met tientallen verdiepingen verrezen, waarvan de Post Office Tower (1965) de oudste en Canary Wharf Tower (244 m., Docklands) de hoogste is.

De naam City of London heeft betrekking op het gebiedje op de plaats van het oorspronkelijke stadje Londinium. Tegenwoordig is daar het zaken- en financiële centrum gevestigd. Er wonen 5.000 mensen, er werken er honderdduizenden. De bestuurders worden gekozen door het bedrijfsleven. De City meet ca 2,5 km2; met 32 omliggende stadsdelen (boroughs) komt de totale oppervlakte van Greater London op bijna 1.600 km2. De binnenste 13 stadsdelen zijn Camden, Hackney, Hammersmith and Fulham, Haringney, Islington, Kensington and Chelsea, Lambeth, Lewisham, Newham, Southwark, Tower Hamlets, Wandsworth en de City of Westminster. Anders dan andere grote steden kent Groot-Londen sinds 1986 geen overkoepelend bestuurslichaam meer. Sindsdien zijn de 33 boroughs zelfstandige gemeenten. Alleen de politie- (minister van binnenlandse zaken), brandweer- en openbaar-vervoerstaken (geprivatiseerd) worden niet door deze gemeentes beheerd. Overigens werd in 1998 besloten tot de invoering van de burgemeester van Londen, een functie met vergaande bevoegdheden.

In de eerste eeuw n.C. stichtten de Romeinen een nederzetting op de plek waar de Fleet en de Walbrook in de Theems uitmonden. Sindsdien heeft ze zich langzaam maar zeker verder ontwikkeld. De brug over de Theems en de haven speelden daarbij een belangrijke rol. Tussen 886 en 1066 stagneerde de stedelijke ontwikkeling en werd ze meermalen verwoest door de Noormannen. Daarna werd ze snel een machtige stad. Hoewel de pestepidemie van 1348 de halve stadsbevolking uitroeide en in 1450 de Wars of the Roses woedden, vertrokken vanaf de 16e eeuw schepen naar Amerika en India op zoek naar buit. In 1665 vond overigens nogmaals een pestepidemie plaats, waarbij 70.000 doden vielen, en een jaar later ging in vijf dagen tijd tweederde van de stad in vlammen op. Rond 1700 woonden er een kleine 700.000 mensen, en aantal dat honderd jaar later tot 850.000 was toegenomen. Als hoofdstad van het in de 18e en 19e eeuw economisch en technologisch meest ontwikkelde land ter wereld en van het wereldomspannende Britse koloniale rijk was ze de rijkste stad ter wereld; in groten getale kwam de verpauperde plattelandsbevolking op de fabrieken en havens af. In de 19e eeuw verzesvoudigde haar bevolking dan ook (1880: 4,8 mln mensen). In het midden van de 20e eeuw is Groot-Brittannië haar vooraanstaande internationale positie kwijtgeraakt en zijn de meeste koloniën onafhankelijk geworden. Eind jaren twintig, de stad had toen inmiddels 7,5 miljoen inwoners, sloeg de crisis ook in Londen toe en vonden hongermarsen en fascistische rellen plaats. Tijdens WO II werden de dokken grotendeels verwoest; besloten werd ze niet te herbouwen, aangezien ze voor de, steeds grotere, schepen niet langer bereikbaar waren. Evenals voor de Barbican - een deel van de City dat veel bomschade had opgelopen - werd voor grootschalige sloop en nieuwbouw gekozen. In 1951 bereikte de stad een recordaantal inwoners: ruim 8,3 miljoen, waarvan de grootste helft in de Outer Circle. Sinds 1984 groeit ze weer, met zo'n 20.000 mensen per jaar.

De haven van Londen heeft een marktaandeel van nog maar 10 procent in de totale hoeveelheid goederen die binnen en met het Verenigd Koninkrijk worden vervoerd. Sinds 1971 blijft het groeiperentage van de stedelijke economie met 1,4 achter bij het landelijk gemiddelde van 1,9. Toch is Londen ook nu nog een belangrijk financieel centrum, met een van de belangrijkste effectenbeurzen ter wereld: International Stock Exchange of the United Kingdom and the Republic of Ireland, waarop in 1993 voor ruim 2,8 miljoen pond aan waardepapieren werd verhandeld. Ook de verzekeringsbranche is al drie eeuwen een belangrijke inkomstenbron. De jaaromzet van verzekeringsbeurs Lloyd's bedraagt zo'n 8 miljard pond. In de stad, die 130.000 kamers in hotels en guest houses rijk is, overnachtten in 1994 ruim 18 miljoen toeristen, die er ruim 6 miljard pond uitgaven. Heathrow is een van de belangrijkste luchthavens van Europa. 85 procent van de beroepsbevolking werkt in de financiële sector, in de toeristische sector en in andere (o.a. overheids)diensten, terwijl tussen 1971 en 1994 het aantal industriële werknemers met tweederde is teruggelopen. Van de industriële sector is de grafische bedrijfstak de belangrijkste. De overige industriële activiteiten lopen uiteen van de kleine bedrijfjes die zich bezighouden met directe verwerking van de aangevoerde grondstoffen, zoals kledingbedrijfjes en meubelfabriekjes, tot de grote industriële concerns die o.a. auto's, vliegtuigen en elektrotechnische producten maken.

Een chronologische opsomming van de meest beroemde bezienswaardigheden die de stad heeft begint met de Tower of London, waarvan de bouw door Willem de Veroveraar werd gestart nadat hij in 1066 Harold de Noorman had verslagen. Westminster Hall is een paleis dat eind 11e eeuw door koning William Rufus werd gebouwd. In de gotische kathedraal Westminster Abbey (waarvan de bouw in 1245 startte) worden Britse koningen gekroond. St. Paul's Cathedral werd in 1709 voltooid bij de wederopbouw na de stadsbrand van 1666. Buckingham Palace is in 1830 gebouwd en fungeert sinds 1837 als officiële koninklijke residentie. Trafalgar Square is een monumentaal plein dat in 1840 gereed kwam; hier staat een gedenkzuil voor admiraal Nelson van 55 m hoogte. Ook de Royal Botanical Gardens of Kew zijn vermaard. The Tower Bridge, een van twee torens voorziene brug, werd gebouwd tussen 1886 en 1894. Het British Museum is een van de grootste en meest beroemde musea ter wereld; met o.a. Egyptische, klassieke, Saksische en recentere voorwerpen heeft het een onovertroffen collectie. Andere belangrijke musea zijn het Victoria and Albert Museum, het Museum of London, de National Gallery, de National Portret Gallery en de Tate Gallery.

© 2016 F.N. Heinsius