Hongkong

Hongkong (Chinees: 香港) is afgeleid van het Chinese Hsiang Kang, dat 'geurige stad' betekent. De regio bestaat uit drie delen: het eiland Hongkong zelf, dat vlak voor de zuidkust van China in de Zuid-Chinese Zee ligt, aan het estuarium van de Xijiang; het schiereiland Kowloon, dat aan het Chinese vasteland vastzit; en de New Territories, die bestaan uit een gebied op het vasteland en ca. 235 eilandjes. Op 1 juli 1997 werd het bestuur over Hongkong door de Britten overgedragen aan de Volksrepubliek China. China en Groot-Brittannië zijn overeengekomen dat het gebied gedurende minstens 50 jaar een eigen rechtsstelsel zal blijven kennen, en dat de kapitalistische economie gehandhaafd zal blijven.

Hongkong maakt deel uit van een verzonken bergketen die bestaat uit graniet bedekt met vulkanische en afzettingsgesteenten. Het gebied is bijzonder heuvelachtig, met maar weinig vlak en vruchtbaar land. De steile kliffen worden doorsneden door rivieren, die grotten en tunnels hebben uitgeslepen. De vruchtbaarste grond bevindt zich in de New Territories. Het eiland heeft een van de beste natuurlijke havens ter wereld. De langste rivier in Hongkong, de Sham Chun, vormt de grens met China. Hongkong heeft een moessonklimaat met hete, vochtige zomers (gemiddelde temperatuur in juli is 28° C) en zachte, droge winters (gemiddelde temperatuur in februari 15° C). De natte moesson zorgt voor een neerslag van ca. 2170 mm per jaar, vnl. tussen juni en september. In de zomer kunnen af en toe tyfoons voorkomen, die grote schade aanrichten aan de minder stevig gebouwde huizen. Door ontbossing is veel van de oorspronkelijke plantengroei verloren gegaan, maar de palmboom, pijnboom, banyan (een grote boom met steltwortels) en eucalyptus zijn opnieuw aangeplant. De bossen zijn beschermd en beslaan ca. 12% van het landoppervlak. Het tropische moerasland bestaat uit mangroven. De meest voorkomende zoogdieren zijn vleermuizen en knaagdieren. Verder zijn er enkele in het wild levende herten en apen. Tijgers en luipaarden zijn in de jaren vijftig verdwenen. 

In 1994 bedroeg het inwonertal ruim 5,8 miljoen. In 1993 groeide de bevolking licht, ca. 0,5%. Het geboortecijfer was 12,3 per 1000 inwoners en het sterftecijfer 5,7 per 1000 inwoners. Tevens was er sprake van een negatief migratiesaldo van 7,2 emigranten per 1000 inwoners. Hongkong is met 5346 inw./km2 een van de gebieden met de hoogste bevolkingsconcentraties ter wereld. Ruim 94% van de bevolking woonde in 1992 in verstedelijkt gebied. De stedelijke groei - die geconcentreerd is rond de haven en in de industriegebieden - heeft vooral in de hoofdstad Victoria het verzadigingspunt bereikt. Verdere verstedelijking lijkt alleen nog mogelijk in Kowloon en in de satellietsteden. De hoofdstad Victoria werd in 1842 door de Britten gesticht als voorhaven van Kanton (Guangzhou). De stad ligt aan de voet van Victoria Peak (551 m) op de noordkust van het eiland Hongkong en is gedeeltelijk op nieuw gewonnen land gebouwd. Het bewoonde deel van het eiland vormt één groot stedelijk gebied, waarin Victoria zijn status van aparte stad heeft behouden. Het is het financiële en handelscentrum van de regio. In het westen ligt de beroemde botanische tuin, de Tiger Balm Gardens. Aan de overzijde van Victoria Harbour ligt de andere grote stad van Hongkong, Kowloon (800.000 inwoners), samen met de noordelijke voorstad New Kowloon. Het is het belangrijkste winkel- en toeristencentrum van het gebied. Kowloon en Victoria zijn beide bruisende steden en een smeltkroes van oosterse en westerse culturen. De bevolking bestaat voor 98% uit Chinezen. Het overige deel van de bevolking bestaat uit een veelheid van nationaliteiten die met de voormalige kroonkolonie handel hebben gedreven. Het gebied werkte lange tijd als een magneet op vluchtelingen uit Indo-China, vooral Vietnam. In 1992 kwam er langzaam een eind aan de stroom vluchtelingen. Mede onder Chinese druk werd een streng immigratiebeleid gevoerd. De levensomstandigheden in de vluchtelingenkampen waren vaak erbarmelijk. De religie bestaat uit een mengvorm van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme en andere inheemse religies. Slechts 8% van de bevolking is christelijk. 

Het basis- en middelbaar onderwijs is gratis. Er is leerplicht voor kinderen tussen 6 en 15 jaar. Het onderwijs wordt gegeven in het Chinees. Hongkong heeft een divers onderwijsaanbod. De twee belangrijkste universiteiten zijn de Universiteit van Hongkong (1911) en de Chinese Universiteit van Hongkong (1963); daarnaast is er de technische universiteit Hongkong Polytechnic (1972). De gezondheidszorg staat op een hoog peil. De levensverwachting lag in 1993 rond de 79,9 jaar. De zuigelingensterfte bedroeg dat jaar 5,9 per 1000 levendgeborenen. Hongkong heeft een gevarieerde en bloeiende pers, geheel in particuliere handen en vrij van overheidscensuur. Van de vier Engelstalige kranten heeft de Hong Kong Standard de grootste oplage. Er zijn ca. 60 dagbladen in het Chinees. De twee televisiestations zijn onafhankelijk. Staatshoofd is de president van de Volksrepubliek China. Er is een Wetgevende Raad, deels gekozen en deels benoemd, die een 'chief executive' heeft benoemd die het dagelijkse bestuur leidt. De in 1995 door de inwoners van Hongkong gekozen Legislative Council (LegCo) werd door Peking ontbonden. In de verklaring waarin de overdracht geregeld werd, de Joint Declaration (1984), werd overeengekomen dat Hongkong de koloniale sociale en economische wetgeving gedurende minstens 50 jaar na de overdracht zou behouden. Defensie valt onder de verantwoordelijkheid van China. 

In de 16e eeuw werd het eiland bezocht door Europese handelaars, maar pas met de Opiumoorlog (1839-1842) begon Hongkong voor het Westen belangrijk te worden. Groot-Brittannië begon deze oorlog als vergelding voor het in beslag nemen door China van de opiumvoorraden van Britse handelaars. Bij het verdrag van Nanking (Nanjing) in 1842 moest China het eiland Hongkong 'voor eeuwig' afstaan aan Groot-Brittannië. In 1843 werd het officieel een kroonkolonie. Aanhoudende geschillen leidden tot grotere druk van de Britse regering op China en bij de conventie van Peking (1860) werd het schiereiland Kowloon aan de kolonie toegevoegd. In 1898, toen China verzwakt was door de nederlaag in de oorlog met Japan, werden de New Territories voor 99 jaar verpacht aan Groot-Brittannië. In de 19e eeuw was Hongkong dunbevolkt. Het was een vrijhaven die als hoofdkwartier diende van Chinese en westerse handelsmaatschappijen. Scheepsbouw en scheepsreparatie waren de enige industriële activiteiten van betekenis, het bank- en verzekeringswezen kende een sterke groei. In de 20e eeuw werd China geteisterd door onlusten en oorlogen en namen veel Chinezen de wijk naar Hongkong, dat in 1939 zijn inwonertal tot boven de 1,5 miljoen zag stijgen. In 1880 kregen de Chinezen voor het eerst zitting in de Wetgevende Raad en in 1926 ook in de Uitvoerende Raad. In december 1941 viel Japan Hongkong binnen en interneerde de Britse ambtenaren en zakenlieden. Tot augustus 1945 hield Japan de kolonie bezet. Hoewel de Verenigde Staten wilden dat de kolonie zou worden teruggegeven aan China, bleef deze in Britse handen. Na de nederlaag van de Chinezen in de Koreaanse Oorlog (1950-1953) stelde de VN een handelsembargo tegen China in. Tot dan toe was de handel van Hongkong volledig gericht op China. Het handelsembargo betekende een omschakeling van een handelseconomie naar een economie met een industriële basis. De ondernemersvrijheid was zeer groot. De overheid bemoeide zich niet met lonen en prijzen en hief vrijwel geen importtarieven. Vooral hierdoor kon de kolonie zich ontwikkelen tot een industriële en financiële grootmacht. In 1984 kwamen Groot-Brittannië en China in een Joint Declaration overeen dat bij het aflopen van de pachtovereenkomst in 1997 China de soevereiniteit over geheel Hongkong terug zal krijgen. Het eiland Hongkong, dat de Britten in principe niet verplicht waren over te dragen, werd in zijn eentje niet levensvatbaar geacht. Het hele gebied zou dan een Speciale Administratieve Regio binnen de Volksrepubliek worden. China garandeerde de voortzetting van de kapitalistische economie en de levensstijl gedurende minstens 50 jaar na de machtsoverdracht. Het repressieve Chinese bewind en de dominante positie van China in de regio, maakte dat het vertrouwen heeft in de naleving van de overeenkomst van 1984 gering was. Voorafgaand aan de overdracht werd nog moeizaam onderhandeld over een grondwet voor na 1997, die de belangrijkste waarborg voor de status quo moet vormen voor de bevolking. In 1995 liet gouverneur Chris Patten voor het eerst in de geschiedenis van de kolonie vrije verkiezingen houden voor de Wetgevende Raad. De opkomst was zeer hoog maar China liet weten de Raad na de overdracht meteen te zullen ontbinden. Peking stelde een Voorlopige Wetgevende Raad in, die in 1996 Tung Chee-hwa tot 'chief executive' benoemde. In de nacht van 30 juni op 1 juli 1997 werd het bestuur over Hongkong door de Britten overgedragen aan China.

Hongkong werd gekenmerkt door politieke stabiliteit en economische groei. Dit waren beide levensvoorwaarden voor een gebied dat anders niet in staat zou zijn geweest de in hoog tempo groeiende bevolking te onderhouden. Het is een exportregio en daarom erg gevoelig voor schommelingen in vraag en aanbod op de wereldmarkt. De politieke en economische positie vallen niet los te zien van de betrekkingen met China. In het kader van de moderniseringspolitiek heeft China fors geïnvesteerd in Hongkong, dat de beste natuurlijke zeehaven bezit aan de Chinese kust en als zodanig een belangrijke rol speelt in de doorvoerhandel in de Zuidoost-Aziatische regio. Hongkong kan China de know-how leveren voor de ontwikkeling van industrie, en door op te treden als tussenpersoon in de handel van China met het buitenland kon het zijn positie als voornaamste exporthaven voor China voorlopig handhaven. De concurrentiepositie van Hongkong werd eind jaren tachtig aangetast door de naderende soevereiniteitsoverdracht, de stijging van de grondprijzen, de stijging van de arbeidskosten en de economische opkomst van andere Zuidoost-Aziatische landen. De aanstaande overname door China bracht een stroom van kaderpersoneel van bedrijven op gang naar westerse landen (brain drain). Het BNP bedroeg $ 15.360 per hoofd van de bevolking in 1992. De gemiddelde jaarlijkse groei bedroeg in de periode 1980-1992 5,5%. De gemiddelde inflatie bedroeg in dezelfde periode 7,8% en de werkloosheid 2,2%. In 1990 was 28,5% van de beroepsbevolking werkzaam in de industrie, 27,9% werkte in de middenstand en horeca, 17,7% in de dienstensector, 9,2% in financiën en makelaardij, 4,5% in transport en communicatie, 2,5% in de bouw en 9,7% werkte elders.

Het wegennet is meer dan 1350 km lang. Hierin is een autotunnel opgenomen die Victoria met Kowloon verbindt. Tussen het eiland en het vasteland bestaan ook veerdiensten. Kowloon is door een spoorlijn verbonden met Guangzhou in China. In 1980 kwam het eerste deel (26 km) van de metro van Victoria en Kowloon gereed; dit is de duurste ter wereld en kostte VS $ 1 miljard per km. Hongkong heeft een van de hoogste vervoersdichtheden in de wereld. Het is na Rotterdam de grootste containeroverslagplaats van de wereld. De midden in de stad gelegen internationale luchthaven Kai Tak wordt door vrijwel elke internationale luchtvaartmaatschappij aangedaan. In 1989 ging een ambitieus project van start voor de uitbreiding van de havencapaciteit in Hongkong, de bouw van een nieuwe luchthaven (Chep Lap Kok) op het eiland Lantau en een spoorlijn tussen Lantau en Hongkong. De Chinese regering bekritiseerde het plan, omdat het Hongkong voor 1997 zou opzadelen met een grote buitenlandse schuld. Er worden kleine hoeveelheden kwarts, veldspaat en porseleinaarde gewonnen. Hongkong is voor 20% van zijn drinkwatervoorziening aangewezen op China, omdat er enkel oppervlaktewater is en in de droge winter de spaarbekkens leegraken.

De landbouw wordt hoofdzakelijk bedreven in de New Territories. Daar is ongeveer 8% van het landoppervlak geschikt voor cultivatie. Men verbouwt hoofdzakelijk groente en voert de rest van het voedsel in. De visserij is de belangrijkste sector in de landbouw. Minder dan een vijfde van de boeren is zelfvoorzienend. Slechts 0,6% van de beroepsbevolking was in 1993 werkzaam in deze sector. Door het gebrek aan natuurlijke hulpbronnen moeten de meeste grondstoffen ingevoerd worden. De industrie produceerde 18% van het BBP en gaf werk aan 28% van de beroepsbevolking. Ongeveer 90% van de productie is bestemd voor de export. De belangrijkste industrieën, de textiel- en confectie-industrie en de elektronicaindustrie, zagen hun concurrentiepositie verzwakt door de opkomst van andere 'Aziatische Tijgers', zoals Taiwan en Zuid-Korea. Het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor Hongkong. Hongkong heeft een zeer gevarieerd aanbod van hotels en restaurants. In 1993 bezochten 9 miljoen toeristen het land. Mede dank zij het uitstekende internationale telecommunicatienetwerk en de afwezigheid van restricties op de invoer van buitenlands kapitaal wordt het land gezien als een belangrijk financieel centrum. In 1992 ging in de dienstensector 80% van het BBP om. In 1992 bedroeg de export VS $ 118 miljard. De belangrijkste producten waren kleding, textiel, schoenen, garen, elektrische apparaten, horloges en speelgoed. De belangrijkste handelspartners waren de VS (29%), China (21%), Duitsland (8%), Groot-Brittannië (6%) en Japan (5%). In 1992 bedroeg de import VS $ 120 miljard. De belangrijkste producten waren voedsel, transportmiddelen, ruwe grondstoffen, halffabrikaten en olie. De belangrijkste handelspartners waren China (37%), Japan (16%), Taiwan (9%) en de VS (8%).

© 2016 F.N. Heinsius