9 september 2015
September, het najaar staat voor de deur, en de laatste jaren hebben wij dan een paar weken vakantie.
Om 10:30 u staan we voor de poort van kasteel Amerongen waar een bruidspaar met gevolg net is gearriveerd. Het stelletje heeft een mooie locatie uitgezocht en, wat ook belangrijk is voor zo’n heuglijke dag: er is goed weer voorspeld. Wij drinken nog even een kop koffie voordat we van start gaan. Na de autorit vanochtend zijn we daar wel aan toe. We pikken de route op bij een paadje ten oosten van het kasteel. Dit pad loopt tussen Amerongen en de polder rechts van ons en eindigt bij een verharde weg. Iets verder loopt langs de route een trap naar boven.
We nemen daar een kijkje en komen op de plek waar vroeger de galgplaats was. Overigens: de doodstraf werd hier slechts één keer voltrokken.
We gaan verder over een pad tussen een verkeersweg en de Bovenpolder die rechts van ons ligt. Dit pad brengt ons naar een buitenwijk van Elst. We gaan linksaf en steken de eerder genoemde weg over. We komen op een licht stijgend pad en begeven ons weer op de Utrechtse heuvelrug. Na ruim ’n kilometer gaan we rechtsaf. We kruisen een fietspad en gaan over een pad verder omhoog. Op een boomstronk pauzeren we even om iets te eten. Dan weer verder door het Elsterbos.
Bij een brede bosweg gaan we rechtsaf. Bij een stukje open terrein zien we het plaatsje Elst even voor ons liggen, we gaan er echter niet naar toe. We hebben er als het ware in een grote boog om heen gelopen. Na enkele bochten steken we een verharde weg over en lopen we over een klein laantje in de richting van een bos. In dit bos krijgen we de keuze om door een gebied met grazers, zoals paarden en runderen te lopen of een alternatieve route te nemen. We kiezen voor de eerste en gaan door een klaphekje. We bevinden ons in het natuurgebied Remmerden.Na zo’n tweehonderd meter komen we op een open heideveld. Vroeger maakte dit gebied deel uit van een tabaksplantage. In de verte zien we links van ons een grote schaapskudde en rechts voor ons tegen de bosrand een kleine groep konikpaarden. De schaapskudde wordt begeleid door een herder, en twee herdershonden.
Deze drijven de schapen vakkundig naar de plaats waar hun baas de dieren wil hebben.
En dat is in de buurt van de konikpaarden, die natuurlijk nieuwsgierig reageren met een gedachte van “wat moeten jullie hier”. Een mooie vertoning, dat we samen met een jongedame aanschouwen. De herder heeft het helemaal voor mekaar met zijn vakkundige “knechten” die druk heen en weer rennen. En de paarden vinden het allemaal prima.
We verlaten dit openluchttheater via twee klaphekjes en steken een verharde weg over. We lopen richting de andere kant van de heuvelrug waar we ons op bevinden en komen bij Kwintelooyen, een voormalige zandgroeve. Aan onze linkerzijde hebben we een wijds uitzicht richting het noorden, in de verte ligt Veenendaal. We pauzeren even om de meegebrachte mineola’s op te eten.
Lekker, onder een heerlijk schijnend zonnetje. Hierna volgen een tweetal kilometers door het bos, totdat we linksaf moeten om een pad door een maisveld te volgen. Dit pad eindigt wederom bij een bos waar de markering niet erg duidelijk is. Er gaan 2 paden omhoog, en natuurlijk kiezen wij voor de verkeerde. Hetgeen echter geen nadelige gevolgen heeft, omdat de paden naast elkaar lopen. Al gauw zitten we weer goed en naderen we Rhenen. Via een brede laan lopen we dit stadje binnen, en via enkele kleine straatjes staan we opeens voor een drukke verkeersweg. Aan de overzijde van deze weg ligt heel uitnodigend een ijssalon. Met opschrift dat de ijsbereider de winnaar is van de gouden ijsspatel 2014. Dat wil Tiny natuurlijk wel beoordelen en dus nemen we plaats op het terras van ijssalon Martino. Als een rasechte kenner ze is zeer tevreden over de kwaliteit. Ijssalon Martino dus!
Vanuit de ijssalon lopen we verder langs de Cuneratoren die in de steigers staat. Cunera is de beschermheilige van de stad Rhenen. Volgens een legende werd zij in de 4e eeuw uit jaloezie vermoord door Aldegonde, de vrouw van de Friese koning Radboud.
We komen bij de oever van de Nederrijn en volgen hier een fietspad over de zomerdijk. We gaan onder een lange brug door.
De rivier is niet zo druk bevaren als zijn broertje de Waal. Maar die is ook veel breder. Na een kilometer moeten we links een behoorlijke lange trap omhoog nemen, we komen weer in een bos. We volgen een smal pad langs de bovenrand van de berg. De markeringen zijn vandaag niet zo duidelijk. Op één plek stond de markering op een ijzeren paaltje dat slechts 8 cm boven de grond uitsteekt.
En een andere keer op een omgevallen houten paal. Het pad leidt ons langs een ruïne, en iets verder naar een uitzichtpunt waar we neerkijken op de Blauwe Kamer.
De Blauwe kamer is een zogenaamd rivieroeverreservaat. In dit gebied leven diverse dieren, konikpaarden en galloway-runderen grazen er. Maar ook knaagdieren zoals bevers, en uiteraard vogels.
Wij gaan verder over het smalle pad en bereiken bij het oorlogsmonument de verharde weg. Hier gaan we linksaf en lopen naar hotel ’t Paviljoen waar we de komende nacht verblijven.
Meer foto's:
Lees verder Grebbeberg - Ede