Deze bron geeft aan dat de evolutietheorie de moslims de kans geeft om dieper na te denken over het doel van het leven, het universum en de betekenis en relevantie van de leiding van Allah. Om de Koran te kunnen interpreteren, moeten we de doeleinden ervan begrijpen (maqasid al-Qur’an). In essentie toont de Koran ons de betekenis en het doel van het menselijk bestaan in de kosmos. De Koran geeft ons handvaten om de werkelijkheid te begrijpen. Zonder deze handvaten zouden zelfs de slimste mensen of degenen met het mooiste hart, de werkelijkheid niet correct kunnen begrijpen. Dit statement is niet gebaseerd op blind geloof, maar werd bevestigd door de reden, het hart en ervaring. De Koran geeft geen conclusie van wetenschappelijk onderzoek, maar roept op om informatie en data op een eerlijke manier te analyseren en niet om enkel dogmatisch te speculeren. Daarom wordt er gesteld dat bepaalde delen van de wetenschap van de evolutie, die gebaseerd is op de analyse van feiten, niet door de Koran kan tegen gesproken worden. Maar de delen van deze wetenschap die gebaseerd zijn op onbewezen claims zullen botsen met het Koranisch perspectief. Voorbeelden hiervan zijn de claims over het ontstaan van het leven door willekeurig fysische processen en als resultaat van factoren die geen doel hebben en dingen die plaatsvinden onder egoïstische impulsen. Deze onbewezen en dogmatische claims zijn dan misschien wel incoherent. Toch worden ze vaak zomaar aanvaard, onderwezen en gepromoot.
Wanneer het lijkt dat de Koran de logica tegenspreekt zijn er twee mogelijkheden: 1. Hetgene waarvan we dachten dat het logisch en juist was, is eigenlijk fout; 2. We interpreteren de Koran op een verkeerde manier. Op die manier wordt er gesteld dat er geen contradictie kan zijn tussen een wetenschappelijk feit, d.w.z. een gebeurtenis waarvan de werkelijkheid vaststaat doordat het ofwel objectief zintuiglijk waargenomen ofwel objectief instrumenteel gemeten kan worden, en de Koran. Wel moeten we de doeleinden van de Koran én de mogelijke dubbelzinnigheden van de wetenschap hierbij in gedachten houden. De waarneming zelf van het wetenschappelijke feit is dan misschien objectief, maar de het doen van de waarneming is dan weer subjectief en afhankelijk van persoonsgebonden factoren, zoals perspectief, voorkeur, nauwkeurigheid, enz. Over het begrip feit valt dus te discussiëren. Wel kunnen we stellen dat iets een feit kan zijn op een bepaald moment in de tijd en voor zover als we weten.
I.v.m. de evolutietheorie moeten we begrijpen dat sommige delen van de theorie gebaseerd zijn op wetenschappelijke feiten, zoals soorten die bestonden maar nu uitgestorven zijn zoals dinosauriërs, de leeftijd van de aarde en het universum, de gelijkenis tussen soorten en het voorkomen van fouten in het genetisch kopieerproces, maar dat andere zaken, zoals de doelloosheid en willekeurigheid, interpretaties zijn die in vraag gesteld kunnen worden. Toch zijn er aanhangers van deze theorie die de contradicties ervan niet willen of kunnen inzien. Volgens de auteur is de reden hiervoor dat er wetenschappers zijn die een alternatief voor godsdienst zochten. Hoe het ook zij, wel kunnen we met zekerheid zeggen dat de theorie gebruikt kan worden door atheïsten om het bestaan van God te ondermijnen. Dit wordt verderop meer uitgelegd.
In deze bron worden er verschillende perspectieven over evolutie vanuit de literatuur gegeven. Daarnaast wordt er ook getoond dat zowel afwijzing als aanvaarding van de theorie op problemen kan stuiten. Deze wetenschap is interdisciplinair en het is dan ook moeilijk om een finaal statement te maken. Zowel evolutieleer, metaphysica en hermeneutiek moeten goed begrepen worden. Wanneer we kijken naar de hermeneutiek, zien we dat er in het evolutiedebat bezorgdheid is rond de positie van Adam a.s. en de mensheid. In de Koran staat dat Adam a.s. geschapen werd door Allah uit klei en dat hij een viceregent van Allah op aarde werd gemaakt. Dit suggereert dat Adam en de mensheid een verheven positie heeft gekregen boven de andere schepsels. Daarnaast wordt Adam a.s. in de Koran en in de Ahadieth genoemd als de ouder van de mensheid, wat suggereert dat hij de eerste mens was. Hoe kan hij dan zijn voort gekomen uit imperfecte voorouders en willekeurige procedures zoals de evolutietheorie stelt? Er zijn verschillende principes uit de hermeneutiek die hierbij helpen de evolutie of te verwerpen, of te aanvaarden. Langs de ene kant kan het verhaal van Adam a.s. gezien worden als een metafoor. Hierdoor wordt Adam a.s. gereinterpreteerd als een symbolisch figuur. Maar, wanneer je goed kijkt naar het Arabisch en de Koran, komen we te weten dat niets in de relevante verzen suggereert dat er metaforische indicaties in staan. Daarnaast hebben sommigen de evolutie afgewezen door de nobele status die Adam en de mens in de Koran gekregen hebben. Maar, deze claim kan ook afgezwakt worden omdat er in de Koran staat dat zowel Adam als het vee met de twee handen van God zijn geschapen. Zo zijn er nog vele verzen en Ahadieth die gedetailleerd begrepen moeten worden.
De mening van de geleerden over de evolutie verschilt. Ook hun redenen waarom ze de theorie verwerpen of accepteren verschilt. De vraag of er dus een conflict is tussen evolutie en islam hangt af van hoe men de relatie tussen wetenschap, metafysica en islamitische hermeneutiek bekijkt. Er moeten grote inspanningen gedaan worden om dit issue en de complexiteit ervan te begrijpen.
Er zijn redenen waarom moslims geloven dat de Koran absoluut waar is. Wanneer de Koran de wetenschap tegenspreekt, weten we dat dit eigenlijk niet kan omdat de Koran het woord van Allah is en omdat Hij ook de wereld geschapen heeft. Deze contradictie is dus een intern conflict, een conflict in ons verstand. Het is geen realiteit. De wetenschappelijke conclusies kunnen veranderen door onderzoek en ontwikkelingen. Het begrip van de evolutietheorie verschilt sterk tussen de academische wereld en hoe de gewone mens het op school kreeg aangeleerd. In de academische wereld is het een theorie die niet onweerlegbaar is. Echter, op school krijgen we aangeleerd dat deze theorie een onweerlegbaar feit is. Meer informatie hierover is te vinden onder het eerste perspectief dat eerder werd besproken.
Wanneer je een contradictie ziet tussen wetenschap en islam, denk er dan aan dat wetenschap verandert, nieuwe ontwikkelingen en tools kunnen een nieuw inzicht kunnen geven, en dat de mens zijn limieten heeft om alles te kunnen begrijpen. Zien we nog een contradictie? Een andere interpretatie van de Koran moet gedaan worden door comités van islamgeleerden, taalkundigen en wetenschappers zodat een interpretatie gevonden kan worden waarin de contradictie opgeheven wordt. Meerdere mogelijkheden zijn ook mogelijk omdat de wereld en de wetenschap verandert. Islam gaat om diversiteit. Meerdere mogelijke meningen zijn dus ook mogelijk. De Koran leert ons hoe we kunnen denken, maar toont de antwoorden niet. Eigenlijk zou de evolutie geen probleem van de moslims moeten zijn. Het is een probleem van het Westen en is geïmporteerd geweest in de moslimwereld. Maar het is een issue dat de moslims niet zal verder helpen. Er zijn andere belangrijke zaken waar de moslims op zouden moeten focussen. Dingen die er echt toe doen en die ons vooruit zullen helpen. Langs de ene kant vind ik dat de moslims moeten nadenken over de evolutietheorie omdat het een wijdverspreide theorie is waarvan ten eerste bepaalde aspecten waar zijn en die ten tweede door naturalistische wetenschappers gebruikt wordt om de islam, en religies over het algemeen, te proberen weerleggen. Langs de andere kant vind ik het ook belangrijk dat de moslims nadenken over hun toekomst, over het vervullen van hun doel op aarde, en niet zozeer over het verleden. Daarbij, welke andere zaken hebben we geïmporteerd uit het Westen? Zaken die eigenlijk onze problemen niet zijn, maar die we wel tot onze problemen hebben gemaakt, waardoor we het onszelf alleen maar moeilijker maken.
In deze video wordt er kort uitgelegd dat er moslims zijn die in de evolutietheorie geloven en dat er moslims zijn die ze verwerpen, en dat beide groepen zich baseren op dezelfde drie concepten: 1. De wetenschap en de (on)betrouwbaarheid van de wetenschap, 2. De hermeneutiek, m.a.w. zijn de teksten compatibel met de evolutieleer of niet, en 3. Het conflict of de overeenkomst tussen de theologie en de metafysische principes. Deze laatste is het onderwerp waar er verder in de video op gefocust wordt. De theologische visie die hierbij aangehaald wordt is die van Al-Ghazali. Er zijn 3 gebieden waarin de evolutieleer theologische bezorgdheden creëert: 1. Het probleem van het toeval, 2. Het probleem van het kwaad (zoveel schepsels zouden gestorven zijn in het verloop van die evolutie), en 3. Het probleem van inefficiëntie (God is krachtig en almachtig; waarom zou Hij dan zoveel tijd en hulpbronnen verspillen om uiteindelijk de mens te maken?). De spreker zal deze drie problemen bespreken in zijn analyse tussen de visie van Al-Ghazali en de metafysische principes van de evolutietheorie. Zijn ze in conflict met elkaar of kan er een overeenstemming gezocht worden? Deze vraag zal hieronder verder uitgewerkt worden.
De evolutietheorie is een wetenschappelijke theorie. De basisprincipes van deze theorie zijn:
De aarde en het universum zijn heel erg oud. Ze zijn biljoenen jaren geleden ontstaan.
De gemeenschappelijke afkomst. Elke biologische entiteit maakt deel uit van een bio-historische afstamming. Ook de mens maakt deel uit van die afstamming.
Natuurlijke selectie en willekeurige mutaties zijn de mechanismes van evolutie. De soort die het meeste kans maakt om te overleven is de soort die het beste aangepast is aan de omstandigheden waarin ze leeft. De soorten zullen zich aanpassen aan de vereisten van de omgeving. Alle schepsels hebben een fundamentele biologische entiteit. Er kunnen mutaties voorkomen bij het doorgeven van de genen aan de nakomelingen. Na miljoenen jaren kan het genetisch materiaal veranderen of muteren. Die mutatie kan leiden tot een nieuwe eigenschap. Deze twee principes zijn de motoren van de evolutietheorie.
De combinatie van deze drie basisprincipes maken deel uit van het Neo-Darwinisme. Het is belangrijk te weten dat er een historisch verschil is tussen het Neo-Darwinisme, m.a.w. de evolutietheorie, en het Darwinisme.
Evolutie is gebaseerd op verschillende soorten van bewijs. Je kan kritiek hebben op elke soort van bewijs, maar wanneer je ze samenbrengt, zal je zien dat ze een sterk inductief verhaal vormen.
Er zijn debatten tussen de evolutionisten zelf. Het is eigen aan de wetenschap dat wetenschappers verschillende interpretaties kunnen hebben. Verkregen data kan op verschillende manieren begrepen worden. De doorsnee moslim krijgt aangeleerd dat, omdat er zoveel verschillende interpretaties over evolutie zijn, evolutie in sé gewoon fout is. Waarover zijn de wetenschappers het dan oneens? Het is een multi-propositionele theorie. Ze zijn het oneens over één bepaald onderwerp: de mechanismes van evolutie: natuurlijke selectie en willekeurige mutaties, de principes van het Neo-Darwinisme. De andere basisprincipes, de leeftijd van het universum en de gemeenschappelijke afkomst, worden echter niet in twijfel getrokken. Deze nieuwe beweging stelt nog andere mogelijke mechanismes voor en die mechanismes worden gebruikt om uit te leggen dat het Neo-Darwinisme niet voldoet om de biodiversiteit van vandaag te verklaren.
Het basisprincipe waar moslims overvallen is de gemeenschappelijke afkomst. Dit principe maakt zowel deel uit van het Neo-Darwinisme als van die nieuwe beweging die het Neo-Darwinisme in twijfel trekt. Op het eerste zicht lijkt het principe van gemeenschappelijke afkomst dus in te gaan tegen de islam.
Daarnaast zijn er de concepten van theïstische evolutie en intelligent design. Bij theïstische evolutie wordt er in alle drie de basisprincipes van het Neo-Darwinisme gelooft, maar is God Degene die elke stap van het evolutionaire proces leidt. Echter, bij intelligent design wordt er niet gelooft dat natuurlijke selectie en willekeurige mutatie voldoende is om de huidige biodiversiteit te verklaren. Intelligent design is een alternatief voor Neo-Darwinisme.
In deze discussie moet het begrip metafysisch naturalisme goed begrepen worden. Dit is een filosofisch paradigma, waarbij gesteld wordt dat materie het enige is dat uiteindelijk bestaat en waarin alles verklaard kan worden in termen van natuurlijke oorzaken. De enige realiteit is de fysische materie en alles kan uitgelegd worden in termen van materie en fysische fenomenen. Hierdoor sluit metafysisch naturalisme elke ‘bovennatuurlijke’ actor of activiteit uit. Er zou dus geen Schepper zijn en bijgevolg ook geen schepping. Het universum en de wereld is dus zelf-existent. Er is ook een verband tussen naturalisme en evolutionisme omdat het universum het resultaat zou zijn van willekeurige kosmische en chemische processen. Alle levensvormen zijn dan aan elkaar verwant en delen een gemeenschappelijke voorouder en hebben geen doel of richting. Ook is metafysisch naturalisme sterk verwant met het atheïsme; het geloof dat er geen God is.
Het uitgangspunt van de wetenschap is echter een methodologisch naturalisme. Het methodologisch naturalisme houdt in dat de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek zich beperkt tot het beschrijven en verklaren in termen van natuurlijke oorzaken. Bovennatuurlijke verklaringen worden zo aanzien als natuurlijke verklaringen. Deze visie faalt bij de historische wetenschap, de wetenschap over de oorsprong van onze werkelijkheid. Natuurlijke verschijnselen mogen alleen worden verklaard uit natuurlijke oorzaak-gevolg relaties. Deze visie maakt dat men visies zoals het creationisme niet accepteert, omdat men bang is niet meer wetenschappelijk te zijn als men accepteert dat God in de aardhistorie direct kan hebben ingegrepen en als bovennatuurlijke oorzaak grote invloed op natuurlijke verschijnselen kan hebben gehad. Waar methodologisch naturalisme de filosofische basis van de wetenschap is en empirisme als basis voor de wetenschappelijke methode ziet, is er daarnaast dus ook het metafysisch naturalisme. Metafysisch naturalisme biedt slechts één mogelijke ontologische basis voor de wetenschap. Hierin wordt aangenomen dat er niets anders bestaat dan de natuur en haar krachten. Bovennatuurlijke concepten en verklaringen die deel uitmaken van veel religies worden verworpen door het metafysisch naturalisme. Het is een benadering van metafysica of ontologie en houdt zich bezig met het bestaan op zich.
Deze bron legt de concepten uit de vorige paragraaf gedetailleerder uit. In verband met evolutie zijn er zes metafysische problemen:
Naturalisme: De idee dat de natuur het enige is dat er is. Zo gebruiken atheïsten de evolutie om het bestaan van God te ondermijnen door valabele natuurlijke verklaringen te geven voor het leven. Evolutie wordt op die manier op een wetenschappelijke manier door atheïsten gebruikt om te staven dat God onnodig zou zijn. Atheïsten zeggen dat openbaring en evolutie elkaar tegen spreken. Naturalisme is iets waar de meeste moslims niet mee akkoord kunnen gaan.
Willekeurigheid: Dit is een grote bezorgdheid van de moslims omdat hieruit blijkt dat God niet zou weten waar Hij mee bezig zou zijn en dat Hij geen controle zou hebben over het leven.
Kwaad: Evolutie maakt het kwaad systematisch en iets dat nodig en fundamenteel is. 99% van de schepsels zou, sinds het ontstaan van de aarde, uitgestorven zijn. Waarom zou een liefdevolle God zoveel schepsels laten sterven? Hoe verbind je de liefde van God met het concept kwaad?
Moraliteit: Evolutie brengt twee soorten morale problemen: metaethiek (de natuur van moraliteit) en normatieve ethiek (identificatie van morele principes). Het metaethische probleem is dat evolutie moraliteit ondermijnt omdat er geen objectieve moraliteit is en de ideeën over moraliteit kunnen veranderen. Het normatieve probleem is dat als evolutie juist is en alles draait om survival of the fittest, het ok zou zijn om zieke of arme mensen te doden. Mogen we de natuur gebruiken om onze moraliteit te inspireren?
Teleologie: Het hebben van een doel. Evolutie heeft geen doel en is willekeurig. Zo zou de mens per toeval ontstaan zijn en zou de mens geen doel hebben. Dit gaat uiteraard in tegen de openbaring waarin staat dat de mens geschapen werd om Allah te aanbidden.
De mens is uniek. Evolutie houdt in dat het verschil tussen de mens en dieren gaat over gradatie en niet over soort. Uiteindelijk zouden we gewoon slimme dieren zijn. Dit concept is een groot probleem voor de moslims.
Het wetenschappelijk onderzoek naar evolutie en evolutieve verwantschappen is nog steeds in volle gang. Er worden verschillende hypothesen opgesteld en die zijn lang niet allemaal bevestigd. Er is nog veel onderzoek nodig en niet alle informatie is gekend om tot één conclusie te komen. Er is ook een discrepantie over de evolutieleer van Darwin tussen de academische wereld en wat de gewone bevolking hierover weet. Zoals eerder besproken is de evolutietheorie een multi-propositionele theorie. Wetenschappers zijn het oneens over één bepaald onderwerp: de mechanismes van evolutie: natuurlijke selectie en willekeurige mutaties, de principes van het Neo-Darwinisme. De andere basisprincipes, de leeftijd van het universum en de gemeenschappelijke afkomst, worden echter niet in twijfel getrokken. De nieuwe beweging stelt nog andere mogelijke mechanismes voor en die mechanismes worden gebruikt om uit te leggen dat het Neo-Darwinisme niet voldoet om de biodiversiteit van vandaag te verklaren. In de academische wereld worden er dus veel vragen bij deze theorie gesteld en blijft dit slecht één van de mogelijke theorieën, maar de doorsnee mensen krijgen wel aangeleerd dat deze theorie onweerlegbaar correct is. Zoals in perspectief 1 verklaard werd, wordt op school de evolutietheorie van Darwin aangeleerd en worden andere mogelijke verklaringen genegeerd. Hier ligt dus al een eerste uitdaging, de mensen doen inzien dat er nog andere mogelijke verklaringen zijn.
Verder, de Koran is het onweerlegbare woord van Allah. We weten dat de Koran en de informatie en kennis die de Koran ons geeft, absoluut correct is. Ook de wetenschap is een bron van kennis, maar deze kent verschillende inzichten en is niet eenduidig onbetwistbaar te noemen. Ibn Taymiyya stelt dat er geen conflict is tussen ‘aql en naql. In dat opzicht zou er ook geen conflict kunnen zijn tussen de wetenschap van evolutie en het islamitisch scheppingsverhaal. Volgens bron één en drie zijn er twee mogelijkheden wanneer er een contradictie lijkt te zijn tussen ‘aql en naql: de wetenschap is tot een foute conclusie komen of de Koran wordt verkeerd geïnterpreteerd. We moeten er rekening mee houden dat de wetenschap steeds kan veranderen omdat er nieuwe conclusies gevonden worden. Wanneer iets wetenschappelijk bewezen is en dat op een bepaald moment een feit lijkt geworden te zijn en toch in contradictie lijkt met de Koran, moet de betekenis van de Koran geherinterpreteerd worden. Het zal een uitdaging zijn om tot de juiste conclusie te komen. Volgens mijn vierde bron is er een groep van islamgeleerden, wetenschappers en taalkundigen nodig om tot een juiste interpretatie te kunnen komen.
Een belangrijk onderdeel van de evolutietheorie is gebaseerd op willekeurigheid en doelloosheid. Hoe kunnen bepaalde wetenschappers blijven geloven dat de dingen zomaar gebeuren en dat daar zonder doel fantastische creaties uit voortkomen? Wat is de intentie van die wetenschappers? Waarom wordt enkel de evolutietheorie van Darwin aangeleerd op school? Volgens mijn eerste bron is het hun bedoeling een alternatief voor religie te vinden. Naturalistische wetenschappers proberen zo het bestaan van God te ontkennen. Als dit de reden is waarom er zo hardnekkig blijft vastgehouden worden aan het Darwinisme, zal het een uitdaging zijn om dit te bewijzen.
Daarnaast, evolutie is een onderwerp dat door vele moslims niet positief wordt benaderd. Er zijn indicaties dat vele moslims vijandig en achterdochtig staan tegenover dit concept. Toch leven er verschillende opinies onder moslims. Om de complexiteit van het onderwerp beter te begrijpen moeten er grote inspanningen gedaan worden om zowel wetenschap, metafysica en islamitische hermeneutiek beter te begrijpen en te linken. Dit is de uitdaging die ik gevonden heb in mijn tweede bron.
Ten slotte, een belangrijke uitdaging is dat wetenschappers het methodologische naturalisme van de wetenschap niet zouden moeten verwarren met metafysisch naturalisme. Moslims hebben problemen met het metafysisch naturalistische aspect van de evolutieleer. Evolutie kent immers zes metafysische problemen: naturalisme, willekeurigheid, kwaad, moraliteit, teleologie en de uniekheid van de mens. Als evolutie problematisch zou zijn als een geloofssysteem is een theologisch antwoord vereist. Theologie, metafysische én hermeneutische ideeën, zullen bepalen of evolutie acceptabel, kufr of bida’ is.