Thomas van Aquino (ca.1225-1274) was een Italiaanse filosoof en theoloog die tot de scholastici gerekend wordt, hij was de invloedrijkste denker uit de katholieke theologiegeschiedenis. Enkele jaren na Thomas dood, werden Thomas van Aquino’s geschriften verboden door de bisschop van Parijs. Paus Johannes XXII trok dit verbod in toen hij Thomas van Aquino in 1323 heilig verklaarde.
In de 13de eeuw beweerde Thomas Aquino dat hij het bestaan van God kon bewijzen met behulp van Aristoteles (zintuigelijke waarneming vervullen een belangrijke rol). Daarom was het voor Aquino genoeg om zich heen te kijken om Gods creatie te zien en te bewijzen: Gods schepping was waarneembaar, maar directe kennis over God was slechts uit de bijbel te halen. Hij vond dus het geopenbaarde geloof het allerbelangrijkste en filosofie als hulpwetenschap voor de theologie. Hij is ervan overtuigd dat de rede alleen niet genoeg is om de mensen de weg te wijzen, er is dus nood aan openbaring. Vervolgens stelde Thomas Aquino vast dat rede en openbaring hoe verschillend ze ook zijn, zijn ze niet tegengesteld aan elkaar, en daarmee doelt hij dat de rede een waarheid ontvangt op grond van innerlijke helderheid, en dat geloof een waarheid aanvaardt op grond van Gods geopenbaarde woord. Die twee werken samen; het geloof behoedt de rede voor fouten, de rede staat ten dienste van het geloof door de mensen openstaand te maken om het geloof te ontvangen, de geloofswaarheden uit te leggen en het geloof zelf te verdedigen.
Anselmus was een Italiaanse filosoof en theoloog (1033-1109), in zijn beroemde werk “Proslogion” ontwikkelt hij zijn beroemde zogenaamde ontologisch Godsbewijs, op Wikipedia wordt dit als volgt kort omschreven: God is, per definitie, het volmaaktste wezen dat denkbaar is. God is iets, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden en God is datgene, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden. Het is beter te bestaan dan niet te bestaan, dus iets wat niet bestaat kan nooit volmaakt zijn. Een niet bestaande God is minder volmaakt dan een bestaande.
Hij begint in zijn boek met een geestdriftig aanspraak tot de ziel, hij roept de ziel om in zichzelf terug te keren om het aanzicht van God te zoeken. Hij geeft dus aan dat de ziel ver van God is verwijderd daarom is het moeilijk voor de ziel om God te vinden. Het geloof in God is volgens Anselmus een noodzakelijke voorwaarde voor het denken à geloof is op zoek naar inzicht. Pas in en door het geloof kan de mens zijn redelijk vermogens gebruiken. Mensen zijn beperkte wezens die slechts deels kunnen beredeneren.
Schilder Klaas (1890 – 1952) was een Nederlandse theoloog en hoogleraar in de Gereformeerde Kerken in Nederland. De stelling van Anselmus (geloof is op zoek naar inzicht) werd door Schilder als afwijkend gezien. Volgens hem komt de bijbel naar de mens toe als Gods openbaring, aangepast aan ons verstand die God ook heeft geschapen, het is niet met verstand zoeken maar met ons verstand luisteren naar Gods stem. Schilders kernpunt is geloof uit het horen. Geloof en verstand zijn niet los van Gods openbaring en ook niet los van elkaar te denken.
Fides et ratio is de 13de encycliek van Paus Johannes Paulus en verscheen op het feest van kruisheffing op 14 september 1998, en die handelt de verhouding van geloof en rede. Dit is te zien in de eerste zin van de encycliek: “"Geloof en rede zijn als de twee vleugels waarmee de menselijke geest zich verheft om de waarheid te aanschouwen".
Hoofdstuk 2 en 3 met titels “credo ut intellegam” en “intellego ut credam”, behandelen de intieme relatie tussen geloof en rede, eerst vanuit het geloof naar de rede toe, dan van de rede naar het geloof toe. Vanuit het geloof is er de overtuiging van de diepe entiteit tussen de kennis van de rede en de kennis van het geloof. Paulus stelt dus dat de rede God kan kennen, maar dat de rede hindert wordt en zo dan beschadigd wordt door de menselijke ongehoorzaamheid aan God door zijn vrije wil en zijn zonden. De rede wordt dan volgens Paulus de gevangene van zichzelf en verwijst ze als wijsheid van deze wereld niet meer door naar de wijsheid van God. Dan wordt er gesproken over de menselijke zoektocht naar de waarheid die uiteindelijk gebaseerd is op het verlangen van het menselijk hart naar God. Paulus zegt: men kan de mens definiëren als degene die de waarheid zoekt. Zo doet de christelijke openbaring een beroep op de rede om zich open te stellen om in het hart van de mens binnen te treden. Dus zowel geloof als rede leiden beide tot de ene waarheid. Er kan dus geen tegenstelling of scheiding zijn tussen geloof en rede, ze zijn verschillend maar verenigd omdat ze beide naar de waarheid leiden.
Geloof en rede zijn al eeuwenlang onderwerp van discussie niet enkel in de islamitisch beschaving maar ook bij de katholieken.
Hierboven heb ik enkele katholieke theologen opgesomd die hun mening eeuwen terug hebben gepend over de verhouding tussen de rede en het geloof. We zien bij Thomas Aquino dat het geloof en rede samenwerken; het geloof behoedt de rede voor fouten en de rede staat ten dienste van het geloof door de mensen openstaand te maken om het geloof te ontvangen. Dit kunnen we licht vergelijken met de fitra die Ibn Taymiyya in acht nam dat de mens zijn fitra zuiver moet houden, de fitra heeft Allah aan elke mens gegeven en stelt het hart van de mens in staat om de waarheid te accepteren. In zijn boek proslogion, sprak Anselum ook over de ziel die terug moet keren om de aanzicht van God te zoeken.
In het moderne Westen lijken geloof en rede bij contact soms te botsen. In de hedendaagse wetenschappelijke en politieke debatten vallen theologen, wetenschappers en politici over elkaar in eindeloze discussies die zelden concrete besluit bieden. Fides et ratio gaat zijn betoog over dit hevige actualiteit, over ongeloof, misverstand en angst. Hierin betoogde Paus Johannes Paulus dat de mens in het licht van de rede te weten kan komen wat zijn weg is, en hij kan deze weg snel en ongehinderd lopen als zijn zoeken gebeurt in het perspectief van het katholiek geloof. Geloof en rede kunnen niet van elkaar gescheiden worden, zonder dat het voor de mens onmogelijk wordt zichzelf, de wereld en God te kennen. Ibn Taymiyya vermeldt ook in zijn werk dat de openbaring de fitra van de mens kan helpen zuiveren om het juiste pad te vinden en zo ook de juiste ratio te gebruiken.
In de islam is het geloof gebaseerd op de rede en het verstand en de onderwerping. De bijbel en katholieke traditie waarderen de rede maar overschatten haar niet. Beiden zijn van mening dat het licht van het verstand en het licht van het geloof beide van God zijn gekomen, ze kunnen elkaar niet tegenspreken.