Soms ben je daar, je slaat je vleugels
Ontfermend om mijn lichaam heen
Zus en vriendin, zo is er geen
Soms kijk je weg, wil je niet deugen
Dat geeft ook niet, je bent maar mens
Getooid met vleugels van een engel
Soms een klein duiveltje dat jengelt
“Ik wil, ik moet..”, geen groter wens
Uiteindelijk zijn we een tweeling
Zo innig aan elkaar verknocht
Het altijd samen uitgezocht
En onafscheidelijk op winst
Daarom mijn lieve ronde zus,
Zal ik nooit los van jou meer komen
Niet in mijn allerstoutste dromen
Kom hier, je krijgt een dikke kus
Je mag voor altijd met me mee
Maar beloof me wel één ding:
Ik ben het, die de hoofdrol zingt
Al klinkt het mooier, met z’n twee
Want lieve ronde, jij was mij
Wie ik nu ben, je bent erbij