Laat vreugde, vrede met je zijn,
je hart en ziel ten diepste raken
Je tot een vredestichter maken
in woord en daad, al is het klein.
Geduldig zijn en vriendelijk.
Die linkerwang maar weer toekeren
en geen botte bijl hanteren,
is vaak het meest verdienstelijk.
Goedheid tonen uit geloof
o nee, da’s niet de minste weg,
Als mens, niet in de wieg gelegd
voor ’t hart, hij handelt met het hoofd.
Zachtmoedigheid is echt een deugd
die menig mens niet aan komt waaien.
Het temperament dat op kan laaien
zo lijkt het wel, geeft haast meer vreugd.
Zelfbeheersing, niet te gaan
de brede, makkelijke weg
waar een mens maar doet en zegt
zonder er voor in te staan,
is pas echt een liefdesdaad.
Dat is het leven uit de Geest,
De liefde telt nog steeds het meest
omdat zij boven alles staat.
Boven de hoop en het geloof
die ons als mensen zijn gegeven;
de vrijheid zo te mogen leven
’t vuur van de Geest nooit uitgedoofd.
Het woord, geschreven of gezegd
is al zo lang de mens bestaat
een dolkstoot of een goede raad
of als een leidraad op je weg.
Het is, als je het goed gebruikt
tot bezinning, troost en wens
het brengt dichtbij, van mens tot mens
als een liefde die ontluikt.
Als een moeder die haar kind
wanneer het net pas is geboren
influistert dat het erbij zal horen
voor altijd, eeuwig wordt bemind.
Zoals degeen die bij je hoort
je zegt: “Mijn lief, ik hou van jou”
die woorden laten je niet koud,
ze raken je, zo door en door.
En drie woordjes, ons gegeven
geloof, hoop, liefde bovenal
kwamen ter wereld in een stal
God’s zoon gaf ons die ten leven.
Voor altijd zeggen ons die woorden:
Hij zal voor eeuwig bij ons horen!
Een tijd vervlogen, nieuw begin
Teruggekeken met elkaar
Wat heeft ons blijdschap, zorg gebaard
En waar geloven we nog in?
Geloven doen we in de hoop
Dat alles toch nog beter wordt
Dat wat eens bloeide, niet verdort
Maar uitloopt, als door 't licht gedoopt
Geloven doen we in de mens
Die ons de hand van vrede reikt
In nood niet van je zijde wijkt
In liefde groot en onbegrensd
Geloven doen we in een God
Die onbaatzuchtig als een vader
Ons in zijn grootsheid heel dicht nadert
Hij is de Hoop, ons Licht, ons Lot
Soms, zelfs in je uur van angst
voel je ineens de troost en kracht
van Hem die altijd op je wacht
en die je als zijn kind ontvangt
Je wordt gedragen, kom lief kind
ik neem je op mijn vleugels mee
Mijn liefd’is dieper dan de zee
hoger dan je de wolken vindt
Ik wil mijn vleugels om je slaan
en om hen die om je geven
die met je gaan, een mensenleven
de redenen, van jouw bestaan
De poorten van mijn rijk staan open
vertrouw daarop, je bent geborgen
Wat ook gebeurt, de dag van morgen
op mijn liefde, mag je hopen
Nu en altijd ben ik bij jou
bij allen die je dierbaar zijn
Ik zie ze, mensen, groot en klein
de liefsten, waar je zo van houdt
Zing elke morgen, zachtjes, stil
laat liefde door je aders stromen
tot de dag, dat je mag komen
als ik je op mijn vleugels til
Wachten in stilte?
We wachten zo lang..
De brandende wereld
ze maakt ons zo bang..
De schreeuwende stemmen,
de mannen met macht..
De wapenwedloop is niet te remmen,
in vele harten, heerst kille nacht.
De tijd van de god van het grote gelijk;
de god van geweld, de god van het geld,
slechts aan de wil van de leiders geijkt,
wat is het toch slecht met de wereld gesteld.
Maar…
Waar is de hoop van de wachtende mens?
Waar is de kracht van de liefde gebleven?
Wij hebben een boodschap, wij trekken een grens!
Is ons niet ooit een belofte gegeven?
De belofte van vrede, van liefde en recht,
een eind aan het eeuwige lijden.
Christus wijst ons al gaande de weg
die leidt naar Gods hoopvolle tijden.
Wij wachten, we hopen, maar zitten niet stil;
we hebben een heilige plicht
om vrede te stichten, om Jezus’ naams wil.
Hier al te werken, te staan in Zijn licht.
Het licht dat we delen, sinds Bethlehems stal
waar ’t kind voor de mensheid geboren
ons voorbeeld en redder werd van het heelal:
God zal in Zijn naam ons bidden verhoren
Zo mogen wij wachten in krachtige hoop
wetend dat Hij met en naast ons loopt.
Werkend en biddend in volle kracht
op weg naar het Vrederijk dat ons straks wacht.
Een goed gesprek, is als een glas
vol water, als je dorstig bent.
Soms voel je dan het wonder pas
de woorden, die je nog niet kent.
Een ontmoeting, onverwacht
zomaar, ergens onderweg
met iemand, die heel ongedacht
iets spontaan tegen je zegt.
Dat kan je leven stil doen staan
al is het maar heel even
En als je dan weer verdergaat
verandert het je kijk op’t leven.
Je denkt, die vreemde op mijn pad
die was misschien door God gezonden
waarom hij mij voor ogen had..
en heeft hij mij bewust gevonden?
Kijk altijd rond, en luister goed
wees nieuwsgierig naar de ander
die zich als passant voordoet
heeft soms God’s boodschap in zijn handen.