Weerzien

Om ons heen en heel dichtbij,

altijd nog zo met ons verweven

zijn zij, die in ons verder leven,

geliefden, mensen van voorbij.

Tegen tijd en weten in

trachtten we het tij te keren;

het noodlot dapper af te weren..

Een strijd die je als mens niet wint.

Vast te houden, los te laten,

de vuist in onmacht, wordt de hand

die troost en draagt en die ontvangt

als aardse strijd niet meer mag baten.

Beminde mensen, nu weer samen

In een onbekend gebied

Waar? Dat weten we nog niet

Maar in ons hart staan nog hun namen

Geschreven in liefde, voor altijd

Om nooit te worden uitgewist

Omdat ze zo worden gemist

Opgegaan in eeuwigheid