Lente
Een zachte gloed, het wuivend gras
verraadt de lente op haar weg.
De fundamenten zijn gelegd
uitbundig bloeit het bolgewas,
gekleed in kleuren op haar best
bloemen uit zonverwarmde grond.
En vogeltjes, hun buikjes rond
al zoeken naar een veilig nest.
Stille getuigen, pindadopjes
een winter lang door ons gevoed.
Ja onze vriendjes hadden’t goed
zoveel zwarte mezenkopjes
die ons nu als voorjaarsbodes
roepen met hun schrille lied:
“’t Is bijna lente, wist je niet
dat de winter bijna dood is?”
Want alle maakbaarheid ten spijt
het menselijke doen en laten
koolzuurgas en ozongaten
heeft alles om ons heen zijn tijd.
Gelukkig denken vogels niet
aan hoe het moet, de dag van morgen.
De mensheid piekert, maakt zich zorgen
toch ligt de lente in’t verschiet.
Sta even stil, als je hem hoort
die kleine vogel, in zijn vlucht
voel de wind, een diepe zucht
het wordt lente, onverstoord!