Thuiskomen

Waar ter wereld je ook bent

op plaatsen waar de zon steeds schijnt

’t Is altijd goed weer thuis te zijn

vertrouwde plek, die je zo kent

We trekken heel de aardbol over

met ons paspoort bij de hand

Van ’t ene naar ’t and’re land

culturen in elkaar geschoven

Maar intussen zien we mensen

verdrinken in een woeste zee

Naamloos met de golven mee

of stuitend op gesloten grenzen

Die mensen hebben geen gezicht

maar voor hen die achterbleven

rest valse hoop op een nieuw leven

een zeemansgraf, zonder bericht

En wij?

Ons paspoort brengt ons veilig thuis

Waar wij in vrijheid mogen leven

wel gewenst en niet verdreven

de kracht die in een boekje huist

Zo is het paspoort naar het Leven

In Gods liefde en Zijn Geest

Al sinds Zijn komst voor ons geweest

Het Boek dat Hij ons heeft gegeven

Het verhaal wijst ons de weg

Bij al die grote levensvragen

Waar ik val, zal Hij mij dragen

Thuis, Hij heeft mijn naam gezegd

Maar ook de naam van de naamlozen

Die in de nacht verdwenen zijn

Hij neemt ze op, bevrijd van pijn

Thuisgebracht, gekend, gekozen