Elkaar omarmen, handen reiken
daar verlangen we zo naar.
Niet langer angstig aangestaard,
de medemens uit vrees ontwijkend.
Het kan niet, mag niet, het doet pijn
dat we niet zonder na te denken,
elkaar ontmoeten, maar slechts wenken
voor’t raam, om er toch maar te zijn.
Maar handen die we nu niet geven
reiken wel naar medemensen.
Goedheid reikt tot over grenzen
in deze tijd van dood en leven.
We zien de uitgestoken handen,
de inzet, creativiteit en zorg,
daarvoor staan zoveel mensen borg,
voor hen die op IC’s belanden.
Maar ook de leiders en de werkers
die alles om ons gaande houden,
dit als normaalste zaak beschouwen
in winkels, straten, huizen, kerken..
En als de crisis over is
dan houden we de liefde vast,
omarmen elkaar, vrij van de last,
maar’t goede, nooit meer uitgewist.
Een vogeltje landt op ons hek
uit haar snavel steekt een pluisje,
naarstig zoekend naar een plek
een comfortabel vogelhuisje.
En als ik heel vroeg in de morgen
me nog eens omdraai in mijn bed,
nog even vrij van alle zorgen,
heeft hij zijn lied al ingezet.
Het nieuws, het is zo onheilspellend.
Zijn er weer nieuwe sterfgevallen?
Zovelen, haast niet meer te tellen
vervat in kille nieuwsgetallen.
Door onze huizen nu omarmd
terwijl zovelen voor ons zwoegen
is het die goedheid, die verwarmt
van hen die door de crisis ploegen.
Laten we veilig binnenblijven
om samen ‘t virus te verdrijven!
Even though we stand together
it can’t be close, just holding hands.
We don’t know yet, where this all ends,
we’ve landed in this stormy weather.
In spite of this, the sun is shining,
the lambs are born, the birds will sing.
Flowers in bloom, beautiful Spring
the clouds still show a silver lining.
The news we hear is causing fear.
Nobody knows where this will end.
So many dead or on the mend,
when will this evil disappear?
We cannot hug, or put our arms
‘round those in need of consolation.
This goes for everybody, every nation,
still, there’s so much love and so much warmth.
Look at the people round the earth
who care, stand up, who never stop,
who hardly sleep, never give up,
because they see what life is worth.
Those who keep their spirits up
in whichever way, wherever.
They won’t give in, not now, not ever:
I humbly say, please join this club.
Let’s be there for ones in need,
in every little, human way.
It’s what you do and what you say:
let’s sow our love, most precious seed.
Let us share a bit of hope
in these days of deep confusion.
That we know all, is sheer illusion
it’s more the question, how to cope.
Should we listen day by day
to those who bring us the grim news,
the facts and figures, many views
of what to do, whichever way.
Or should we cheer on all the ones
who live their lives of dedication,
following their true vocation
to do what now needs to be done?
Not the screamers, nor the zeros
who acclaim this for their fame.
No, it’s the helpers without names
who are our true undoubted heroes
The carriers of hope and faith
down to earth saviours, you are great!
Dag lieve lot- en landgenoten;
het is een vreemde, gekke tijd.
Zo stil op straat, onzekerheid,
of een kanon is afgeschoten.
Velen zijn thuis aan het werk
voor de zaak of voor zichzelf,
met kinderen en wederhelft,
in armslag soms, tja, wat beperkt.
Er wordt geschilderd en gewied,
alles blinkt als nooit tevoren.
Maar toch kan dit ons niet bekoren,
we zijn bezorgd, zo hoort het niet.
Juist in deze barre tijden
van onrust en onzekerheid,
zijn ook zovelen toegewijd
aan allen, die hieronder lijden.
Van schoonmaker tot aan premier,
van verpleger tot minister,
telkens meer dan we al wisten
ieder in zijn of haar métier.
Al worden wij door ’t nieuws verward,
zij blijven elke storm trotseren.
Bedankt, bedankt, wel duizend keren!
Als angst regeert
de schappen leeg..
kijk dan eens wat je beweegt,
beschouw het ook eens omgekeerd.
Een huis, schoon water uit de kraan
warmte en genoeg te eten;
we zouden het toch haast vergeten,
goed om daar ook bij stil te staan.
En natuurlijk zijn er zorgen.
Denken we aan al die mensen,
binnen en buiten onze grenzen
die vrezen voor de dag van morgen.
Wat je in deze tijd kunt leren
is dat er zoveel helpers zijn
die blijven zorgen, groot of klein
om het gevreesde lot te keren.
Behoud hierbij de nuchterheid,
met alles wat ons overkomt.
Zorg dat de rede niet verstomt
dan is’t liefst gauw verleden tijd.
Niet op het noodlot blindgestaard,
blijf zorgen, geven om elkaar.
Slowly as a vicious snake
this unseen danger crawls away,
slithering, it wants to stay
but finds its foes still wide awake.
Meeting those who always care,
without a doubt and with applause
we greet the ones who never pause,
day and night, always aware.
The world now looks a better place
even though there’s so much pain,
it seems humanity has grown and gained
by showing kindness, love and grace.
And hoping this grim time will pass
we pray for light in darkest days,
for finding unthought means and ways
to take new chances, green as grass.
With all the things we took for granted
appreciated, newly found,
grateful, that we’re safe and sound.
That’s in the end, just wat we wanted.
And one day, let us hope and pray
the gratefulness is here to stay.
Mensen verdwenen achter muren
verscholen zich in eenzaamheid.
Hoe lang zou deze strijd nog duren?
Een gat geslagen in de tijd.
Een snelle zwaai, een elleboog,
werden vervangers van een zoen.
Gebed steeg wereldwijd omhoog
almachtig God, kunt U niets doen?
In onze huizen, achter de deuren
werd het stil, de kamers leeg.
De eenzaamheid soms hartverscheurend,
geen stemmen meer, de stilte zweeg…
Voorzichtig nog en wat verwonderd
vinden we elkaar terug.
Niet meer alleen en afgezonderd,
veranderd, dankbaar, opgelucht.
De tijd is rijp om ons te vragen
heb je misschien een kamer vrij?
Om eensgezind nu uit te dragen:
“Ja, je kunt terecht bij mij!”
Deuren geopend, nooit meer dicht,
net als de kamers van ons hart;
geopend voor God’s eeuwig licht,
Christus komt, een nieuwe start.