Everdina Marius - Dientje, een slavin

tekening van de Cellespoort en omgeving uit 1796

Opeens dook ze op in de Kamper archieven: ''Dientje, een slavin''. Meegenomen door haar ''eigenaren'' uit de kolonie Demerarij in Zuid-Amerika (nu Guyana). In 1818 ontmoeten we haar voor het eerst in de Kamper archieven. 

in Kampen

Frederik Carel Marius had zich in 1816 als arts gevestigd in Kampen.  Hij en zijn vrouw Anna Francisca Louisa de Swart kochten  een huis met tuin nabij de Cellebroederspoort voor f 2450, -. Dat is iets minder toevallig dan het lijkt, een halfzus van Anna Francisca Louisa woonde in huis bij ds. Gerrit ten Cate aan de Cellesweg. De locatie van het huis van ds. Ten Cate kan op een tekening van Cornelis Springer worden aangegeven (rode cirkel). Deze uitsnede was een bewuste keuze van Springer, zijn vrouw was een ten Cate. Bij de schutting woonde de molenaar van de molen buiten de Cellespoort. Waarschijnlijk woonden de familie Marius en Dientje aan de andere zijde van de dominee.


woonhuis van de familie Marius en Dientje

In Kampen woonde de familie Marius met Dientje in een huis aan de Cellesweg. Langs de Cellesweg liep toen nog de Cellespijp, een gracht. Ook de bebouwing was totaal anders dan nu. Het huis van de familie Marius en Dientje stond links van de Cellespijp, waarschijnlijk recht tegenover de ingang van de Groenestraat. 

Enkele jaren later is Frederik Carel ''rentenier''  en komt hij regelmatig voor in de archieven  als geldschieter bij onroerend goed aankopen door derden.  Nergens is iets te vinden over kinderen van Frederik Carel en Anna Francisca Louisa. Misschien verklaart dit hun aanvankelijk welwillende houding ten opzichte van Dientje.  Op 15 december 1818 maken Frederik Carel en Anna Francisca Louisa ieder een testament op. Zij  schenken een legaat aan het ''negermeisje'' Everdina Marius, zodat er voor haar een kostkopersplaats gekocht kon worden.  Voor wie zich niet meer zelfstandig kon handhaven in de samenleving  en geen familie had om op terug te vallen, was er plek in het gasthuis. Arme mensen werden er op gezag van het stadsbestuur geplaatst (kostgevers), rijke mensen kochten een plek (kostkopers). Er werd door het echtpaar dus voorzien in een zorgeloze oude dag voor Dientje.  

terug naar Demerarij

Maar dat liep anders. Op 14 september 1821 verklaren Frederik Carel en Anna Francisca Louisa dat ''het nergermeisje, aanvankelijk genaamd Dientje, als slavin afkomstig uit Demerarij, thans als vrij persoon, genaamd Everdina Marius, terugkeert naar de kolonie''.  Everdina kreeg de akte mee als bewijs van haar vrijheid.  Enkele maanden later, februari 1822, kocht het echtpaar Marius een huis aan de Burgwal, bestaande uit huis, erf en stal en een huis aan de Broederstraat. Dit betreft de aankoop van het kapitale pand Burgwal 80/81 met tuin en bijgebouwen. Zij betalen hiervoor f4800, - . Aan het einde van het jaar 1822, op 9 november, herroepen Frederik Carel en Anna Francisca Louisa hun  legaat van f 5000, - aan het ''negermeisje'' Everdina Marius.

©cultuurZIEN, 2020/23