Erfdeel uitbetalen tijdens leven

Wanneer de wettelijke verdeling van toepassing is, of in een testament is een ouderlijke boedelverdeling, ex artikel 1167 BW, opgenomen, dan worden alle vermogensbestanddelen van de nalatenschap aan de langstlevende partner toegedeeld. 


De erfdelen van de kinderen moet de langstlevende partner in contanten schuldig blijven en zijn pas opeisbaar bij overlijden langstlevende partner.

De kinderen krijgen dan een vordering op de langstlevende partner ter grootte van hun erfdeel.


Worden er verder geen afspraken over de rente zijn gemaakt, dat is het rentepercentage de wettelijke rente minus 6.

bijvoorbeeld 

is de wettelijke rente in een jaar 7% dan wordt er 1% rente bij de hoofdsom geschreven

is de wettelijke rente in een jaar 4% dan wordt er geen rente bij de hoofdsom geschreven. (kan nooit lager zijn dan 0%)


De erfgenamen kunnen dan onderling een rente afspreken, of dit is in een testament opgenomen. 

Ook kunnen de erfgenamen onderling een ander percentage spreken, in afwijking wat in een testament is opgenomen.


opmerking

Het is niet mogelijk een ander rentepercentage af te spreken indien er sprake is van een vruchtgebruik testament.

Dat wil zeggen dat aan de langstlevende partner het vruchtgebruik erfdelen kinderen is gelegateerd.

Er kan alleen een afwijkende rentepercentage worden afgesproken bij wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling ad oud artikel 4:1167 BW.


Door de wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling kunnen de kinderen hun erfdeel niet opeisen. 

Wel kan de langstlevende partner beslissen of deze de erfdelen wil uitbetalen. (alleen de langstlevende partner kan dit beslissen)


Uitbetalen van een erfdeel is niet altijd voordelig. 

Het is dan ook verstandig, voordat de erfdelen worden uitbetaald, goed uit te rekenen of dit niet te veel gaat kosten. Er kunnen namelijk schenkbelasting en erfbelasting problemen zijn.


Bij het overlijden van de eerststervende waren de vorderingen belast met erfbelasting. 

Deze was dan ook berekend over de contante waarde van het erfdeel. Dit omdat de kinderen een vordering kregen, opeisbaar bij overlijden langstlevende.

Deze contante waarde was berekend op basis van de statistische levensverwachting van de langstlevende partner.

Wanneer nu tijdens leven de erfdelen toch voor 100% worden uitbetaald, dan zal er sprake zijn van een schenking. (de contante waarde die berekend was bij overlijden van eerststervende, was berekend op de levensverwachting langstlevende. 

Nu eerder wordt uitbetaald, klopt dit dus niet meer, omdat de statistische levensverwachting bij het berekenen van de contante waarde eerststervende dan niet meer klopt.


Stel vader is overleden in 2023 en moeder is de langstlevende.

Moeder is 60 jaar en de verwachte statistische levensverwachting is 25,89 jaar

De erfbelasting is dan berekend over de contante waarde die is gebaseerd op de statistische levensverwachting is van 25,89 jaar

Wanneer moeder nu in 2024 de erfdelen gaat uitkeren klopt deze levensverwachting niet meer. Deze zou bij overlijden eigenlijk berekend moeten worden naar een levensverwachting van 1 jaar.

Het zal ook niet meer mogelijk zijn bij uitbetalen erfdelen de erfbelasting eerststervende te herzien.


Daarom kan er wel sprake zijn van een schenking bij uitbetalen erfdelen tijdens het leven langstlevende partner.


Omdat de contante waarde hier speelt, kan alleen de contante waarde worden uitgekeerd

Er zal dus geen probleem zijn, indien de erfdelen voor de contante waarde wordt uitgekeerd.


voorbeeld

Bij overlijden eerstervende was het erfdeel kind 100.000 

De leeftijd van de langstlevende partner was toen 50 jaar en er was een rente afgesproken van 4% per jaar 

De contante waarde van het erfdeel ad    100.000 is dan   59.080, over deze contante waarde was toen erfbelasting betaald. 

Tien jaar later wil de langstlevende partner het erfdeel toch nog uitbetalen aan kind 

Elk jaar is er 4% rente bijgeteld zodat nu de waarde van de vordering nominaal    140.000 is. 

De contante waarde, over 140.000 is, gezien de leeftijd van de langstlevende partner nu  95.900 


Om geen problemen met de schenkbelasting te krijgen mag niet meer dan  95.900 worden uitbetaald. 

Wanneer meer wordt uitbetaald, dan zal over dat meerdere schenkbelasting schuldig zijn.


Hierbij merk ik op dat de berekening van de contante waarde een was ingewikkelde wiskundige berekening is. Indien u toch al worden uitbetaald, vraag dan eerst aan de Belastingdienst wat de contante waarde is of via een notaris.

Ook kan via erfrecht@breemans.net een contante waardeberekening in excel worden opgevraagd


Door het uitbetalen van de contante waarde erfdeel, is het verschil tussen  140.000 en  95.900 verdwenen. 

Bij overlijden van de langstlevende maakt dit deel dan onderdeel uit van het eigen vermogen en zal belast zijn met erfbelasting.


Dus wanneer de langstlevende dan na 5 jaar komt te overlijden, dan kan er geen schuld eerststervende meer in mindering worden gebracht.


Zou het erfdeel niet zijn uitgekeerd, dan heeft de langstlevende bij haar overlijden een schuld aan de kinderen van  100.000 plus 15 jaar rente a 4% is  160.000. wat belastingvrij is.


Gezien bovenstaande is het niet altijd voordelig de erfdelen uit te betalen. Wanneer een kind toch geld nodig heeft, kan het voordeliger zijn dit aan het kind te lenen. Bijvoorbeeld tegen een rente van 3%. Dit valt dan weg tegen de betalen rente van 4% schuldig gebleven erfdeel en er is toch nog een winst van 1%.


Ook is het mogelijke dat in een testament is opgenomen, dat de erfdelen van de kinderen opeisbaar zijn bij overlijden langstlevende partner EN bij opname van de langstlevende partner in een verpleegtehuis of bejaardentehuis.

Wordt de langstlevende partner opgenomen in verpleegtehuis of bejaardentehuis, dan kunnen de erfdelen wel voor 100% worden uitgekeerd.

Dit geld ook bij een betaling in een testament dat de erfdelen kinderen moeten worden uitgekeerd op bijvoorbeel 25 jaar van het kind.