Bedrijfsopvolging

Bedrijfsopvolging

Voor ondernemingen is er een faciliteit in de Successiewet. Deze faciliteit heeft de bedoeling het voortbestaan van de onderneming te garanderen. (zodat door betalen van erfbelasting of schenkbelasting de onderneming nier failliet gaat)

De bedrijfsopvolging bestaat uit twee delen:

a. een voorwaardelijke vrijstelling
b. een rentedragend uitstel van betaling van 10 jaar De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is van toepassing op een objectieve onderneming

Voor toepassing van de faciliteit wordt als een onderneming aangemerkt:

a. een normale onderneming (eenmanszaak e.c.)
b. medegerechtigheid (v.o.f. aandeel e.d. )
c. aanmerkelijke belang aandelen
d. onroerende zaken die ter beschikking zijn gesteld aan de vennootschap. De faciliteit is van toepassing over de waarde van de objectieve onderneming in een vennootschap. (cq in het concern) Indien de vennootschap ook beleggingsvermogen heeft, is de faciliteit van toepassing over de waarde objectieve onderneming plus 5% beleggingsvermogen


OPMERKING

 WIJZIGINGEN per 1 januari 2024


Verhuur van vastgoed wordt per 1 januari 2024 als beleggingsvermogen aangemerkt. 

Verhuurd vastgoed zijn verhuurde woningen en andere onroerende zaken. In de successiewet is dan hiermee bedoeld het vastgoed dat feitelijk ter beschikking is gesteld aan derden. Ook onroerende zaken dat op het moment van de overdracht waarvan de intentie bestaat deze te ontwikkelen voor verhuur, wordt aangemerkt als beleggingsvermogen


Kortdurende verhuur, zoals bijvoorbeeld hotelkamers vallen er niet onder het beleggingsvermogen. 

Voor onroerende zaken dat een deel van het jaar voor de eigen onderneming wordt gebruikt en een deel van het jaar wordt verhuurd moet een tijdsevenredige benadering worden gemaakt.


Wijzigingen per 1 januari 2025


De fictieve aanmerking van de 5% beleggingsvermogen is per 1 januari 2025 komen te vervallen.


Wanneer ondernemingsvermogen als privévermogen wordt gebruikt, dan wordt dit deel niet meer meegerekend voor het ondernemingsvermogen voor berekening BOR vrijstelling. Dit gaat ook in per 1 januari 2025.

(waarschijnlijk zal dit gaan om bedrijfsmiddelen die meer waard zijn van € 100.000.)


Per 1 januari 2025 zal bij een schenking van een onderneming een minimumleeftijd van de begiftigde van  21 jaar gaan gelden


De BOR vrijstelling veranderd per 1 januari 2025. De vrijstelling wordt dan:

100% ondernemingsvermogen tot een waarde van € 1.500.000

70% ondernemingsvermogen boven de € 1.500.000



Voorstel wijzigingen per 1 januari 2026


Voorgesteld is dat per 1 januari 2026 de BOR alleen van toepassing is voor minimaal 5% aandelen in een vennootschap.

(de verwateringsvrijstelling zal dan waarschijnlijk komen te vervallen)


Er loopt nog een onderzoek om de bezitseis en voortzettingseis te versoepelen.


Per 1 januari 2026 zal waarschijnlijk aanvullende maatregelingen worden genomen tegen misbruik van de BOR.

Misbruik is bijvoorbeeld: 

De rollator-bedrijfsopvolging. (een persoon op hoge leeftijd koopt aandelen in een vennootschap)

Dubbele BOR constructie (vennootschap met beleggingsvermogen. Ondernemingsdeel wordt geschonken aan kind. Na 5 jaar wordt onderneming teruggekocht door de schenker. Daarna wordt na 5 jaar de onderneming weer geschonken aan kind)

 


Voorbeeld
Een B.V. met een waarde van euro 700.000, gesplitst in een objectieve onderneming euro 500.000 en beleggingsvermogen van euro 200.000,

De formule faciliteit waarover dan de faciliteit  van toepassing is euro 500.000 + (5% van  euro 500.000) = euro 525.000.


De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is een voorwaardelijk vrijstelling Indien aan de voorwaarde wordt voldaan, vervalt de voorwaardelijke vrijstelling en wordt daarover alsnog een aanslag opgelegd


De voorwaarden voor toepassing bedrijfsopvolgingsfaciliteit zijn:

a. een erflater moet minimaal 1 jaar voor overlijden de onderneming hebben gedreven
b een schenker moet minimaal 5 jaar de onderneming hebben gedreven
c. een verkrijger, de voortzetter, moet de onderneming minimaal 5 jaar drijven na zijn verkrijgingBij aandelen moet de voortzetter de aandelen minimaal 5 jaar houden en de vennootschap moet de onderneming in die tijd drijven.


Bij toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit moet rekening worden gehouden met drie waarden, de liquidatiewaarde, going-concernwaarde en waarde beleggingsvermogen.


Het verschil tussen de liquidatiewaarde en going-concernwaarde is 100% vrijstelling.

De waarde going-concern is de waarde, die gelijk is om de onderneming in zijn geheel voort te kunnen zetten. (inclusief goodwill)


De liquidatiewaarde is de waarde, gelijk aan de opbrengst indien de vermogensbestanddelen in de onderneming zal worden verkocht, (kapitaal + stille reserves)


De voorwaardelijk vrijstelling bestaat uit twee soorten en word berekend over de going-concern waarde van de objectieve onderneming

a. indien de going-concernwaarde minder is dan de vrijstelling, dan  is de vrijstelling 100%
b. indien de going-concernwaarde hoger is dan de vrijstelling,  dan is de vrijstelling een bedrag de vrijstelling  +  83% over het meerdere boven de vrijstelling. Over het restant waarde van de onderneming kan een rentedragend uitstel van betaling voor 10 jaar worden gekregen. Hiervoor zal dan een conserverende aanslag worden opgelegd.

De berekening van de vrijstelling moet worden uitgegaan van een objectieve onderneming een objectieve onderneming is:

a. de gehele onderneming
b. bij een vennootschap onder firma, de gehele onderneming, inclusief het buitenvennootschappelijke bedrijfsvermogen, indien dit het buitenvennootschappelijke bedrijfsvermogen onroerende zaken zijn.
c. bij een vennootschap de gehele materiele onderneming + 5% beleggingsvermogen inclusief de ter beschikking gestelde onroerende zaken
d. Bij beoordeling objectieve onderneming bij aandelen moet tevens hiertoe worden gerekend het deel van de onderneming die een in een periode voor de verkrijging door schenker of overledene zijn gesplitst of zijn afgestaan bij een juridische fusie


De Bedrijfsopvolgingsvrijstelling is voor de jaren:


jaar 2024

Voor het jaar 2024 is de vrijstelling euro 1.325.253

jaar 2023

Voor het jaar 2023 is de vrijstelling euro 1.205.871

jaar 2022

Voor het jaar 2022 is de vrijstelling euro 1.134.403

jaar 2021

Voor het jaar 2021 is de vrijstelling euro 1.119.845

jaar 2020

Voor het jaar 2020 is de vrijstelling euro 1.102.209

jaar 2019

Voor het jaar 2019 is de vrijstelling euro 1.084.851

jaar 2018

Voor het jaar 2018 is de vrijstelling euro 1.071.987

jaar 2017

Voor het jaar 2017 is de vrijstelling euro 1.063.479

jaar 2016

Voor het jaar 2016 is de vrijstelling euro 1.060.298

jaar 2015

Voor het jaar 2015 is de vrijstelling euro 1.055.022

jaar 2014

Voor het jaar 2014 is de vrijstelling euro 1.045.611

jaar 2013

Voor het jaar 2013 is de vrijstelling euro 1.028.132

jaar 2012

Voor het jaar 2012 is de vrijstelling euro 1.023.102


=====================================================================


Bij hoofdstuk "downloads" op www.breemans.net kan een excel-rekenprogramma "bedrijfsopvolging" worden gedownload. 

Hiermee kunt u de bedrijfsopvolgingsfaciliteit berekenen.

In dit excel-programma zijn de tarieven en vrijstellingen van het jaar 2018 tot en met het jaar 2024 begrepen. 

De berekeningen van de jaren van voor 2009 en van jaar 2010 t/m jaar 2017 jaren kunnen ook worden opgevraagd.


Verder wordt er in de berekening rekening gehouden met de uitspraak van HR 13 juni 2013 en de uitspraak 2016 van rechtbank Breda inzake de verdeling van de latentie.


Vennootschappen met vastgoed exploitatie geven voor de berekening van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit veel werk. Bij de belastingdienst wordt er vanuit gegaan dat exploitatie van vastgoed geen "ondernemen" is. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is dan niet van toepassing.


Indien er wordt aangetoond, dan er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer, dan zou de vrijstelling wel kunnen worden toegepast.

De aantoning dat er sprake is meer dan normaal vermogensbeheer, moet gedaan worden door de aanvrager van de faciliteit. Per onroerende zaak zal dan een specificatie moeten worden gegeven of er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer.


Voorbeeld

vennootschap (BV)

waarde van de aandelen zijn

liquidatiewaarde 2.000.000

goingconcern waaede 1.500.000


stel vrijstelling bedrijfsopvolging is 1.000.000 (jaar 2010)


Vrijstelling is

liquidatiewaarde 2.000.000 minus goingconcernwaaede 1.500.000 =  500.000 vrijstelling 1


Goingconcernwaarde 1.500.000 minus vrijstelling is 1.000.000 = 500.000 a 83% is 415.000


totale vrijstelling bedrijfsopvolging is 500.000 + 415.000 + 1.000.000 = 1.915.000


In dit voorbeeld is geen rekening gehouden met eventuele latente belastingschulden