Dans van de zalige geesten

Dans van de zalige geesten

“Dans van de zalige geesten" is een balletfragment uit Christoph Willibald Glucks opera Orfeo ed Euridice, die gebaseerd is op het verhaal van Orpheus uit de Griekse mythologie.
De opera werd voor het eerst opgevoerd in het Burgtheater in Wenen op 5 oktober 1762. Orfeo ed Euridice was de eerste van Glucks opera’s waarmee hij brak met de heersende operaconventies waarbij de complexe muziek en plot van de traditionele ‘opera seria’ moest plaats ruimen voor een simpelere opzet.
Gezien de opvoering  voor de verjaardag van keizer Franz van Oostenrijk gebeurde zag Gluck zich genoodzaakt het bloeddorstige einde om te vormen.

Het werk bevat een beroemde fluitsolo. Er wordt uiteraard gedanst en daarna zingt Euridice (een der Gelukzalige Geesten) een solo.

Dit is een van de bekendste mythische liefdesgeschiedenissen uit de wereldliteratuur. Het verhaal wordt door zowel Ovidius als Vergilius verteld.

Orpheus en Eurydice: een onmogelijke liefde

De halfgod Orpheus kan met zijn zang- en snarenspel (op de harp) mensen, dieren, planten, goden, ja zelfs stenen en gevoelloze monsters in vervoering.
Orpheus verliest zijn geliefde nimf (en vrouw) Eurydice nadat ze door een giftige adder gebeten wordt. Door zijn klaaglied omringden de hierdoor tam geworden wilde dieren hem en de bomen hielden hun ruisen in.
Kapot van verdriet besluit hij af te dalen in het schimmenrijk om de god van de onderwereld te smeken haar weer terug te geven. Geroerd door zijn liefde stemt Hades daarmee in. Er is echter één voorwaarde: hij mag niet naar zijn geliefde omkijken voordat ze samen weer veilig in de wereld der mensen zijn. Hij faalt op het einde, en verliest zijn geliefde opnieuw.
Orpheus keert zich daarna steeds meer van iedereen af. Pas nadat (na 3 jaar) een groep Maenaden hem blind van haat levend in stukken scheurt, zweeft zijn ziel omlaag naar het schimmenrijk waar hij uiteindelijk met Eurydice verenigd wordt.