Bidden

Reflecterende geestesarbeid

Als men zich wil focussen moet men tot een staat van richten komen en van indachtig nagaan.

Als mens kan men de wereld aan zich laten voorbij gaan of willen opnemen. Indachtig, helderdenkend, verlicht, nadenkend, diepdenkend, in diepe gedachten verzonken, pruims, afgetrokken, reflectant, pensief, praktizerend, ofwel zakelijk, kan men zich koel, nuchter, prozaïsch, dromerig, dromig, mijmerig, ijlhoofdig, suffig, soezig, sokkerig, contemplatief of intuïtief opstellen.

Als christen komt het er op aan om verstandelijk, verstandig, geestelijk, spiritueel, mentaal, intellectueel, denkbaar, het hoofd koel te houden en steeds alles nuchter te onderzoeken. Hierbij het bedenkelijke opzij te schuiven om beschouwelijk de zaken rondom zich na te gaan.

Een christen moet tot een geestesleven komen waarin er geestesarbeid, hersenarbeid, intellectuele arbeid en hersengymnastiek plaats vindt.

Met zijn of haar hoofdwerk kan de christen gaan hoofdbreken en voorstellingen maken. Dat mogen echter geen dwangvoorstellingen worden. De nadenking, nagedachte of het achterdenken, moet de persoon diepgang, reflectie, gepeins en gepeis opbrengen. Gepieker, gemijmer, drozen, gesuf, bepeinzing, bedenking, overdenking en beschouwing mogen de christen tot een bepaalde vorm of toestand brengen. Dat kan men een stand van meditatie noemen of een vorm van gebed noemen.

In een nabetrachting, bespiegeling, overweging, meditatie, consideratie, lucubratie, comprehensie, contemplatie kan er volgens intuïtie een rêverie zijn. Het instinct volgend kan men dan tot overziening en rijp beraad komen. Hierbij niet bang zijnd om tot een reposée of terugblik te komen en een overzicht te vinden. Alzo kan er een hele revue passeren en een review gedachtenwendingen veroorzaken, waarbij de gedachtengang of gedachtenloop een heerlijke gedachtenstroom kan maken. De gedachtensprongen en gedachtenreeksen, gedachtenkringen kunnen dan een gedachtenrijkdom teweeg brengen en de persoon vervoeren in een gedachtenwereld die buiten deze wereld staat.

De gedachtenjacht, ideeënvlucht, ideeën-associatie kan zo de zielsgedachte met denkbeelden en overdenkingen overspoelen, niet om begripsverwarring te veroorzaken maar eerder om verduidelijkingen te brengen. Zulk een tot zichzelf keren en mediteren geeft dan bedenkmomenten of bedenktijd, tijd van bedenken, waarbij de grondgedachte, moedergedachte, gronddenkbeeld, grondbeschouwing, grondbegrip of het beginsel de stelling zal kunnenopbouwen.

Het denkvermogen, vermogen, of denkkracht, zal dan een kenvermogen, bevattingsvermogen opbrengen waarbij bevatting kan plaatsgrijpen. Door dit regelmatig te herhalen zal het geestvermogen, de geestkracht vergroten. De geest en geestesrichting zal zo het zielsvermogen vormen en het verstand geven om met rede en intellect te raisonneren.

Met de logos zal er energie, diepgang en begrip komen met zin en kennis die goed gebaseerd zal zijn.

Bidden een vorm van mediteren dat tijd vraagt

Men moet in het leven over heel wat dingen nadenken. Er valt over veel na te denken, te peinzen of een kwestie ernstig te overwegen. Maar het is tijd die goed wordt besteed. Wanneer men bedachtzaam over heilzame dingen mediteert, wordt dit rijkelijk beloond.

Wij er doen er goed aan om in ons drukke leven tijden van rust en eenzaamheid te gebruiken om over ons zelf na te denken maar ook om na te gaan hoe wij tegenover anderen staan en in het bijzonder tegenover onze Maker Jehovah God staan. Het mediteren over Die Soevereine Maker zal voor de persoon die dat doet steeds tot hulp blijken. Zulk een benadering van contemplatie of gebed zal ons ook kunnen brengen tot het aanheffen van een vreugdegeroep.

“6 (63:7) wanneer op mijn bed mijn gedáchten bij ú zijn, —in de náchtwaken ik flúister van ú! 7 (63:8) Want gíj waart mij tot húlp, —in de schaduw van uw vléugels mág ik júichen.” (Ps 63:6-7 NB)

“(77:13) Ik wil van al uw wérken gewágen, —óver uw hándelen péinzen!” (Ps 77:12 NB)

Het nadenken over ons zelf en anderen met het richten of focussen op God noemen wij een "gebed" als het een handeling is van ingetogenheid en eerbiedig spreken tot God, waardoor men de gevoelens en begeerten van zijn hart uitdrukt

Wat men verstaat onder Gebed

Het "Gebed" is een actie die een persoon onderneemt om met zijn of haar godheid in contact te komen en een gesprek met die goddelijkheid aan te gaan.

De daad van een gebed te brengen of het "Bidden" maakt dat de persoon bereidwillig is of zich bbereidwillig opstelt om in gesprek te gaan met zijn of haar godheid om zo tot de verheffing van de ziel (het menswezen) tot God te komen om Hem te loven (lofgebed of lofzang), te danken (dankgebed of dankzegging), of genaden en gunsten van Hem te vragen (smeekgebed).

Verder onderscheidt men het inwendig gebed (meditatie, contemplatie) en het uitwendige gebed (mondgebed; wel te onderscheiden van het lippengebed, dat in de meeste christen gemeenschappen niet als een gebed aanzien wordt). Verder is er het liturgisch gebed, dat naargelang de denominatie anders wordt genoemd en ook meerdere vormen kan hebben. Zo zijn er wat men in de Katholieke Kerk de Heilige Mis of Officie noemt, en in sommige protestantse kerken ook misdienst, misviering of offerdienst wordt genoemd of bij niet-trinitarische gemeenschappen het Avondmaal of Avondmaalsviering of Het Breken van het Brood.

Vele Katholieken die voor 1960 geboren zijn kennen nog van hun kindertijd de verplichte diensten op zondagen en bepaalde periodes, zoals de adventsperioden en feestdagen of zogenaamd heilige dagen. Zij werden in hun kindertijd dikwijls gedwongen om mee naar de "Metten" en "Nocturnen" te gaan om de breviergebeden te doorworstelen, net als om zaterdags de rozenkrans te bidden en na de zondagsmis in de ochtend in de namiddag nog het lof bij te wonen.

Naast vele andere openbare godsdienstoefeningen en het privé-gebed zijn er mogelijke bijeenkomsten of speciale gelegenheden waar er bidstonden worden gehouden.

Het gebed is het gewone middel om de genaden te verkrijgen, die nodig zijnvoor de zaligheid en dus noodzakelijk voor allen, die tot de jaren van verstand zijn gekomen. Het moet geschieden met eerbied en aandacht (zonder vrijwillige verstrooiing), met vertrouwen en volharding.

Velen vergeten dat het gebed dient te gebeuren volgens de Wil van God. Omdat deze voorwaarden niet in acht genomen worden of omdat men iets vraagt, dat niet dienstig is voor de christen mens of voor wat men soms het "zieleheil" noemt (de zaligheid) wordt het gebed van velen niet verhoord. Hierbij begrijpen dan velen niet waarom anderen hun gebeden wel worden verhoord terwijl hun gebeden onbeantwoord blijven.

Velen vergeten ook dat een gebed niet beperkt is tot een plaats of tijd. Altijd en overal kan men overgaan tot bidden. Maar dat bidden moet steeds in waarheid en zuiverheid van geweten gebeuren. Wij kunnen bidden vanaf het opstaan (ochtend- of morgengebed) tot het slapen gaan (avondgebed) en daartussen regelmatig even innige momenten voor ons zelf uitkiezen om even een gebed te voeren of in gesprek te gaan met onze God.

Ware aanbidding van Jehovah

Niet zo maar elk gebed is een waardig gebed of aanvaardbaar voor God.

In het christendom heeft men heel wat mensen die meerdere goden aanbidden en dat is een afschuwelijk en verwerpelijk iets in Gods ogen. Jehovah God verwacht aanbidding alleen voor Hem en niemand anders.

Gods ware aanbidders onderscheiden van de afvalligen en heidenen, die in hun zogenaamde gebeden uiting geven aan vormelijkheden en ijdele woorden.

“Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.” (Mt 6:7 NBV)

In de Bijbel kan men geen algemeen gebod vinden om te bidden, wel waarom of waardoor een gebed geen waarde heeft en aldus eigenlijk iets nutteloos wordt. Het gebed heeft voor een persoon alleen maar nut als het voor die persoon de persoonlijke belijdenis van zijn afhankelijkheid van God is en een vrijwillige uiting van zijn innerlijke of ziel die niet voorgeschreven of opgelegd kan worden. De vermaningen in het Oude en Nieuwe Testament veronderstellen dan ook de behoefte aan gebed en hebben alleen betrekking op de manier waarop wij bidden.

De gebeden van ware aanbidders moeten rechtstreeks uit het hart opgezonden worden en hoeven dus helemaal niet uit gebedenboeken opgelezen of met behulp van rozenkransen of gebedsmolens opgedreund worden.

Het Oude Testament bevat geen enkel voorbeeld van een gebed, zoals in het Nieuwe Testament "Het onze Vader" is. De gebeden bij het brengen van de eerstelingen {De 26:5-10a } en van de tienden in elk derde jaar {De 26:13-15 } zijn meer belijdenissen dan voorbeelden voor gebeden. Het Psalmboek is Israëls gebeden- en gezangboek, maar de meeste Psalmen zijn persoonlijke of nationale ontboezemingen. Sommigen denken dat zij alleen in waarheid nagebeden kunnen worden door mensen die in dezelfde omstandigheden verkeren als de dichter, maar dat is een misvatting. De Psalmen zowel als andere Bijbelteksten kunnen steeds een waardige basis vormen om eigen gebeden te maken of te brengen in een gemeenschap van gelovigen.

Algemeen kan gesteld worden dat men altijd naar Jehovah God kan roepen en Hem als Enige Ware God kan aanspreken. De roep van de biddende moet echter wel gebeuren naar Diegene Die men als Enige God erkent en die niet bedacht wordt een onderdeel uit te maken van enige andere goden , zij het Twee of Drie-godheid. Die Ene Enige Universele Waarachtige God moet de Hoogst Almachtige God zijn,die aanschouwd wordt als de "Heer God van onze voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob". Zoals Hij luisterde naar Zijn Volk en hun ellende zag, is deze nog steeds bereid om te kijken naar Zijn Volk en naar al de mensen die tot Hem willen komen.

Het gebed kan geen kwestie van loutere inbeelding, fantasie of begoocheling zijn, het moet gedragen zijn door de volle verwachting en het geloof in Gods Kracht die alles overstijgt.

Het gebed is praktisch, het heeft zin, het werpt gunstige resultaten af. Daarvoor is het echter nodig dat Jehovah’s volk een leven leidt dat strookt met hun gebeden waarin zij vragen of Gods wil moge geschieden.

Aanvaardbaar gebed

Zoals u van bovenstaande tekst kan opmaken is niet elk gebed aanvaardbaar voor God.

Waardig gebed

Wanneer iemand bidt, dient dat steeds op een waardige manier te gebeuren, die welgevallig voor God kan zijn. Om tot een waardig gebed te komen moet de persoon in eerste instantie de Enige Ware God aanbidden en moet hij daarbij altijd in geestelijk opzicht zuiver tegenover zijn God komen te staan. Hij moet moreel rein zijn en niet schuldig zijn aan opzettelijke overtredingen.

Verhindering voor gebed

Is men schuldig of voor God onaanvaardbaar, dan wordt het gebed „verhinderd”. Met andere woorden, een schuldig geweten is een belemmering voor het opzenden van een juist gebed en Jehovah biedt iemand die in een dergelijke toestand verkeert geen horend oor. Het gebed wordt dus niet verhoord. Jehovah houdt zich doof voor de smeekbede. Om die reden worden de meeste gebeden van de onrechtvaardigen in de wereld nooit verhoord.

“18 Had ik kwaad in mijn hart gevonden, de Heer had mij niet gehoord. 19 Maar God heeft mij gehoord, hij heeft geluisterd naar mijn gebed.” (Ps 66:18-19 NBV)

“De HEER is ver verwijderd van de goddelozen, het gebed van de rechtvaardigen hoort hij.” (Spr 15:29 NBV)

Afstandname door God

Wij moeten er bewust van zijn dat God afstand houdt van de goddelozen en van dezen die meerdere goden aanbidden. Voor Hem mogen wij slechts tot één God bidden en dat is Hij, en niet tot door mens gemaakte of verheven goden en zogenaamd heiligen. Jehovah kijkt naar het innerlijke van de mens en luistert nauw naar dat hart van die mens en de gebeden van God-loyale mensen.

“Maar de HEER zei tegen Samuël: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’” (1Sa 16:7 NBV)

“Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de rechte weg, de HEER toetst wat hem innerlijk beweegt.” (Spr 21:2 NBV)

“Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient.” (Jer 17:10 NBV)

God kent het hart

Niets kunnen wij verstoppen voor Jehovah God. Hij ziet en weet alles. Voor Hem staan wij steeds volledig naakt. Daarbij komt het er op aan dat wij ook ongeschonden voor Hem komen te staan. Maar Hij is bewust van onze feilbare natuur en is gewillig om onze gebreken voor ogen te zien maar ons niet tot oordeel te laten zijn, wanneer wij hiervan gewillig afstand willen nemen. Daarbij komt dat als wij werkelijk in Hem en in zijn gezonden zoon, de Messias, geloven, zal dat geloof ons een vrijgeleide zijn om rechtvaardig verklaard te worden.

“Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered.” (Ro 10:10 NBV)

“Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen.” (Jak 5:8 NBV)

“Maar pas op: laat u er niet toe verleiden een dwaalspoor te volgen, voor andere goden neer te knielen en ze te vereren.” (De 11:16 NBV)

“Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’” (Lu 4:8 NBV)

God de Enige om te vereren

Om alleen God te vereren wordt door zeer veel mensen vergeten. De meerderheid van de mensen vindt wel heel wat andere mensen, vedetten ui de sport of media wereld om te vereren, net als allerlei mensen die zij verhogen en allerlei eigenschappen toekennen die alleen God toe komen, om zo bijvoorbeeld dingen te verwezenlijken of toe te laten te gebeuren. Zo zijn er heel wat mensen die verscheidene "heiligen" aanbidden. zij moeten beseffen dat God geen zichtbaar wezen is, maar een Onzichtbare Geest Die door geen enkel mens kan gezien worden, en Die in geest en waarheid als Enige moet aanbeden worden.

“Maar, ‘zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’” (Ex 33:20 NBV)

“want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in Geest en in waarheid.’” (Joh 4:24 NBV)

Aanspreking, Vergeving en Ontvangen met en van Onze Vader

Die Eeuwige of Onsterfelijke Geest Zijn Naam is het die moet weerklinken in de mond van de biddende, en geen andere naam voor aanbidding. Ook de Nazareense leermeester, profeet en prediker Jezus wist dat maar al te goed en leerde zijn volgers ook bidden tot diegene naar wij hij ook bad, zijn hemelse Vader Die wij ook Onze Vader kunnen noemen.

“Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,” (Mt 6:9 NBV)

“Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’” (Mt 26:41 NBV)

Jehovah God is bewust van die zwakheid, maar als wij spijt hebben over datgene wat wij verkeerd gedaan hebben is hij bereid om ook onze schulden te vergeven, wanneer wij dat ook met anderen gelijkaardig willen doen.

“Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.” (Mt 6:12 NBV)

“Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’” (Mt 18:21 NBV)

“Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft.’” (Mt 18:35 NBV)

“Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’” (Mr 11:25 NBV)

“Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving.”’” (Lu 11:4 NBV)

“14 Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. 15 Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.” (Mt 6:14-15 NBV)

“Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft.” (Efe 4:32 NBV)

“Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.” (Col 3:13 NBV)

“Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt,” (Jak 2:15 NBV)

“Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.” (Mr 11:24 NBV)

Daar schuilt het geloof in dat een christen aan neemt dat God weet wat voor hem of haar het beste is en datgene wel zal toestemmen wat en wanneer God het wil. In Hem wil een christen het volledige vertrouwen leggen en geloven dat Gods beloften waarheid zullen worden wanneer de tijd zo ver is.

Belijden van zonde

Om tot een voor God aanvaardbaar gebed te komen moet men dus eigenlijk rein zijn of zonder fout. Alhoewel dat zonder fout zijn een zeer moeilijk gegeven is. Maar hiervoor laat de Toehoorder van ons gebed ruimte om Hem toch te naderen als wij bereid zijn onze schuld onder ogen te kijken.

Overtredingen

Wie onder ons begaat geen overtredingen?

“(51:7) Ik was al schuldig toen ik werd geboren, al zondig toen mijn moeder mij ontving,” (Ps 51:5 NBV)

Begane zonden en overtredingen veroorzaken een gespannen verhouding met onze God, met onze broeders en zuster in de gemeente alsook met mensen rondom ons.

Als wij over willen gaan tot een gebed dat aanvaardbaar is voor God moeten wij diep in ons hart durven kijken en nagaan in welke mate wij tot Hem willen en durven komen, maar ook kunnen komen in een vorm die waardig is om Deze Allerhoogste te benaderen.

In de Bijbel kunnen wij meerdere voorbeelden vinden van mensen zoals u en ik, die even goed fouten in hun leven hebben gedaan maar toch tot God kwamen. Zo is er bijvoorbeeld David die zijn zonden ook kenbaar maakte aan God. Hij verheelde zijn ongerechtigheid niet.

“Toen beleed ik u mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela (Ps 32:5 NBV)

“13 David antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER.’ Toen zei Natan: ‘De HEER vergeeft u die zonde, u zult niet sterven. 14 Maar omdat u de vijanden van de HEER aanleiding hebt gegeven tot laster, moet wel uw pasgeboren zoon sterven.’” (2Sa 12:13-14 NBV)

Na zijn oprechte bekentenis en Jehovah’s vergeving werd Davids geweten werkelijk weer zuiver.

Wij moeten ook beseffen dat we niet genoeg van onszelf zijn om iets als iets van onszelf te beschouwen, maar onze genoegzaamheid komt van God en in Hem moeten wij ook vergeving van onze fouten hopen te vinden.

Bij het naderen van de Eindtijd

Naargelang wij dichter komen tot de Eindtijd of ons gaan bevinden in deze dagen vóór Armageddon dient iedereen een onbezwaard geweten te hebben, opdat hij het hoofd kan bieden aan alle tegenstand die nog zal rijzen. Als iemands geweten onder een zware schuldenlast gebukt gaat, doet hij er goed aan zijn overtredingen zo gauw mogelijk aan Jehovah en zijn broeders te belijden, opdat hij zijn hoofd weer kan opheffen en als een rein en rechtschapen mens door het leven kan gaan. Zijn gebeden zullen dan niet langer worden „verhinderd”.

“18 Timoteüs, mijn kind, ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken. Laten die je tot steun zijn in de goede strijd die je, 19 toegerust met geloof en een zuiver geweten, moet voeren. Doordat sommigen hun geweten hebben verloochend, heeft hun geloof schipbreuk geleden.” (1Ti 1:18-19 NBV)

De juiste instelling van geest moet verhinderen dat wij eens christen geworden, zouden gaan schipbreuk lijden en terecht zouden komen in de ketens van wat de Bijbel de heidenen noemt.

Toereikendheid

Gods geschiktheid is de tweede kwestie die Hij voor ons wil verduidelijken. 'Onze toereikendheid is van God.'

Zo zeker als we totaal niet toereikend zijn om te voorzien in wat we nodig hebben voor het leven, is God volkomen geschikt om onze allesomvattende Bron te zijn om te leven. De psalmist begreep ook deze logische waarheid.

“(108:14) Met God zullen wij triomferen, hij zal onze vijanden vertrappen.” (Ps 108:13 NBV)

“5 Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God, 6 die hemel en aarde heeft gemaakt, de zee en alles wat daar leeft, hij die trouw is tot in eeuwigheid,” (Ps 146:5-6 NBV)

Met het gebed kunnen wij de hulp van God inroepen. Hij zal onze smeekbeden en andere gebeden aanhoren en er op reageren.

Indien wij kinderen van God willen zijn en ons dan ook volledig aan God geven, zal Hij, als onze Vader, ons in bescherming nemen. In Hem zullen wij dan ook door ons gebed moed kunnen inblazen, want Hij is het die Zijn en onze vijanden zal vertrappen.

God is de bron van onze genoegzaamheid in alles wat te maken heeft met het ontwikkelen van goddelijke eigenschappen. In gebed kunnen wij ons tot God richten om ons verder te vormen en te doen opgroeien zoals Hij het wenst, om ook zo een waardig Kind van God te zijn.

Standvastigheid in het gebed

Ook in de wereld van het christendom ziet men dat er vele christenen zijn die wel die naam wensen te dragen maar eigenlijk weinig denken aan Christus en nog minder aan die God van Christus Jezus, namelijk Jehovah de Allerhoogste God boven alle goden en God van Waarheid.

Makkelijk staan christenen klaar om een excuus naar voor te schuiven wanneer hen gevraagd word om een dienst bij te wonen of om mee te bidden. Er worden ook vele verontschuldigingen aangevoerd om aan te tonen waarom zij in hun dagelijkse leven geen rekening met God houden.

Indien men echter beweert de levende en ware God te dienen, moet men op loyale wijze communicatie met Hem onderhouden en naar Hem opzien als degene die men in alles wil dienen en gehoorzamen.

Vooral als men zich ertoe heeft verbonden om een volgeling van Christus te zijn moet men zoals die man ook zijn God alle eer toe brengen zoals hij deed. Jezus heeft steeds Jehovah God alle eer voor zijn daden gegeven en zijn gebeden naar Hem gericht.

Zoals Jezus het dienen van God ernstig nam, moeten ook wij dat doen. Dat houdt ook in dat men het gebed ernstig moet opvatten.

In plaats van bidden als een plicht te beschouwen, dient men zich er als een voorrecht in te verheugen. Zoals Jezus steeds de Wil van God wenste te doen moeten ook wij dat proberen. Al is dat niet altijd eenvoudig, maar met te praten met God (= bidden) moeten wij daar aan uit kunnen.

Omdat men er de voorkeur aan geeft Gods wil te doen en zich er op theocratische wijze aan te onderwerpen, zal men kunnen verzoeken dat God Zijn wegen bekend zal maken. Door zich in gebed over te geven aan God zal deze niet enkel de gebeden aanhoren maar daar ook op ingaan en de biddende helpen om Gods paden te kennen. De aanhoorder van het gebed zal eveneens bereid zijn om de bidder in Zijn waarheid te leren wandelen.

“4 Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. 5 Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want u bent de God die mij redt, op u blijf ik hopen, elke dag weer.” (Ps 25:4-5 NBV)

Oprechtheid in gebed

Indien u verwacht dat de Allerhoogste aandacht schenkt aan uw verzoeken, is het noodzakelijk dat u met oprechtheid spreekt. Wij moeten onszelf in alle ernst en nuchterheid aan een eerlijke zelfanalyse onderwerpen. Willen wij loyaal zijn aan Gods rechtvaardige wegen, dan zullen wij onze verkeerde gewoonten of twijfelachtige houdingen niet verbloemen. Wij kunnen Degene aan wie wij rekenschap hebben af te leggen onmogelijk bedriegen. Het zou dwaas zijn wanneer wij op een bepaalde manier zouden bidden en in strijd met het verzoek zouden handelen. Ons eigen ik kunnen wij niet verbergen voor God. Naar anderen kunnen wij ons misschien anders voordoen dan we werkelijk zijn. Ook kunnen wij anderen bedriegen of misleiden, maar God kan helemaal niet misleid worden. Hij doorgrond alles en iedereen.

“Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden.” (Heb 4:12 NBV)

“Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de rechte weg, de HEER toetst wat hem innerlijk beweegt.” (Spr 21:2 NBV)

“Zeg niet: ‘Ik wist het niet, ‘want hij die de harten doorgrondt, het innerlijk doorziet, weet of je de waarheid spreekt. Hij vergeldt elk mens naar zijn daden.” (Spr 24:12 NBV)

“Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen.” (Joh 12:48 NBV)

“Houd dus op te oordelen en wacht de tijd af dat de Heer komt, omdat hij het is die aan het licht zal brengen wat in het duister verborgen is en zal onthullen wat de mensen heimelijk beweegt. En dan zal God het zijn die ieder de lof geeft die hem toekomt.” (1Co 4:5 NBV)

Brevarium of Brevier - Getijdenboeken en Gebedenboeken

Teksten ter ondersteuning van het geloofsleven en dienst in het geloof

Vele godsdienstrichtingen geven hun mensen teksten mee waarmee hun gelovigen een geestelijke vorming kunnen krijgen en materiaal mee krijgen om hun god of goden ten dienste te staan.

Dat materiaal om hun gelovigen en volgers tot bedenking of te denken te geven, geeft hen mogelijkheden iets voor de geest te brengen (roepen, houden), en moet de mensen op een gedachte brengen of suggereren.

Sommige materialen, zoals boeken en pamfletten, worden aangereikt om te gaan filosoferen, speculeren of te bespiegeten. Het wil het denkvermogen, denkkracht, kenvermogen, bevattingsvermogen, of de bevatting, geestvermogen, geestkracht of volksgeest vergroten.

Door haar teksten, mijmeringen en gebeden dient het brevarium of gebedenboek bij vele godsdiensten om de geest te stimuleren en om in een geestesrichting te stuwen, zodat het zielsvermogen op eenzelfde lijn zou komen te staan als de beoogde geestesgedachte van die godsdienstgroep of denominatie.

Breviarium, Brevarium of Brevier

Een breviarium, ook gekend als brevier, is een kort uittreksel uit 1 of meer grote werken. In het bijzonder worden theologische geschriften of geschriften ter ondersteuning van de godsdienst beoefening hieronder gebracht en is het dan een getijden- of gebedenboek van priesters en kloosterlingen en in de vroegere Katholieke Kerk ook wat de strengere of meer conservatieve Katholieken gebruikten in huis en in de kerk.

Een gekend Breviarium is zo bijvoorbeeld het Breviarium Grimani dat door Vlaamse kunstenaars ca. 1500 geschreven en rijk verlucht te Venetie werd geschreven en oorspronkelijk eigendom was van kardinaal Domenico Grimani (1461-1523).

Het Brevier als boek met de voorgeschreven dagelijkse gebeden voor de Rooms Katholieken en Anglicanen, in het bijzonder voor de geestelijken, is het liturgisch boek, dat de volledige tekst van de kerkelijke getijden (zelf ook brevier genoemd) bevat; in de Katholieke Kerk gewoonlijk in vier delen volgens de jaargetijden. Het ontstond in de abdijen en was het boek dat in de Latijnse taal werd geschreven en uiteindelijk gebruikt werd bij het getijdengebed, met vooreerst de 150 psalmen toegeschreven aan Koning David en daarnaast gebeden specifiek voor de dag, in functie van het kerkelijk feest dat gevierd wordt of van de heilige die op die dag herdacht wordt. De psalmen worden voorafgegaan en gevolgd door antifonen, lezingen of teksten uit de heilige schriften, verzen en responses en worden begeleid met miniaturen, waarvan vele in het boek geplaatst zijn als diptiek.

In zijn tegenwoordige vorm dateert het Romeinse brevier van 1911 (Pius X); sommige kerken en Orden hebben een brevier, dat van het Romeinse afwijkt.

Getijden

In de Roomse en sommige andere Katholieke Kerken aanschouwt men "Getijden" of het officiële kerkelijke gebed, dat op bepaalde uren (tijden) gebeden moet worden en dat door de verdeling van die uren over het etmaal een volledige 'dagheiliging' vormt, gebaseerd op de Romeinse tijdsindeling, te weten de nacht, bestaande uit drie waken en de dag, bestaande uit drie stonden, het z.g. 3e, 6e en 9e uur.

De Getijden beginnen voor de Katholieke Kerk met het nachtofficie, de Metten, gewoonlijk bestaande uit drie nocturnen en onmiddellijk gevolgd door het dageraadsgebed, de Lauden of lofprijzingen; dan volgt de Terts (het 2de van de Kleine uren) oorspronkelijk op het derde uur gebeden, om plm. 9 uur, de Sext (6de uur, het 3de van de Kleine uren)oorspronkelijk op het 6de uur van de dag gebeden, later rond de middag, de None of Noon (negende uur, het laatste van de Kleine uren) om plm. 3 uur en de Vespers, die het avondofficie vormen, maar meestal in de namiddag van een bepaald feest wordt gebeden. zo ontstonden naar de namiddag en avond gebedenstonden de Eerste en Tweede Vespers.

Met de Vesperpsalmen worden gewoonlijk die van de zondag bedoeld, waarbij eveneens in de Katholieke Kerk een hymne werd gebracht naast het Magnificat of lofzang voor Maria en enige gebeden en besloten werd door een Maria-antifoon.

De Eerste Vespers

Eerste Vespers behoren tot de Katholieke liturgische feesten van de rang van duplex 2e klas en hebben, behalve de Vespers van de dag (zie Tweede Vespers) nog Vespers op de vooravond van het feest, de eerste Vespers, die herinneren aan de oude dagindeling, zoals bij de Joden (van zonsondergang tot zonsondergang); daarom zijn de Eerste Vespers, altijd plechtiger dan de tweede.

Tweede Vespers

Tweede Vespers behoren bij de Katholieke Feesten van de rang van dubbel en halfdubbel en hebben twee eigen vesperofficies, waarvan het ene op de vooravond van het feest (Eerste Vespers), het tweede op het feest zelf gebeden wordt (Tweede Vespers), als tenminste de rubrieken dit toelaten.

Vespers van kloosterlijke oorsprong

Van kloosterlijke oorsprong zijn de Prime (= Eerste uur, naam van het eerste van de Kleine uren van het breviergebed), het morgengebed, tussen Lauden en Terts en de Completen as Completorium = voltooiïng) het allerlaatste gedeelte van het breviergebed of het slotgebed, enige uren na de Vespers. De completen hebben een monastieke herkomst en staan tegenover het gewone avondgebed van de Vespers.

Vespergebruik

De Vespers als gebedsoefening is in de Katholieke Kerk altijd de krans van wat zij noemen 'de dagheiliging' geweest met rondom het hoogtepunt van deze heiliging, het 'Heilig Misoffer', dat aldus zijn invloed over heel de dag uitstrekt. Hierdoor wordt door de Katholieke Kerk die uitoefening als belangrijk aanzien en is het volgens hen dus van belang de aangegeven tijdsorde te volgen, zoals in vele kloosters nauwkeurig geschiedt.

Sommige uren worden nu eens vóór, dan weer na de conventsmis (Convent = samenkomst of de verzamelde kloostergemeente) gebeden. Dit is een gevolg van het feit, dat de conventsmis oorspronkelijk veelal verplaatst werd in verband met de aard van de dag, zo kwamen op vastendagen b.v. de Vespers vóór de mis, omdat men, zoals bij Joden en Mohammedanen, tot ’s avonds vastte.

De prime, de terts, de sext en de none of noon noemt men de Kleine Uren.

De indeling van de dag naar de getijden heeft invloed gehad op de taal; zo spreekt men van „noen” (none), d. i. middag; in Vlaanderen noemt men het lichte maal, dat om 4 uur gebruikt wordt (het z.g. goóter), vesperbrood; aan het feit, dat op gewone dagen de reciteertoon soberder en dus vlugger was dan op feestdagen, dankt de uitdrukking „korte metten maken” haar ontstaan.

Metten

Metten of Matins (matuti’nae), het eerste gedeelte van het kerkelijk officie in Katholieke kerken.

Het is verdeeld in meestal drie nocturnen (= nachtgebeden), elk bestaande uit psalmen, antifonen, lessen en responsoria. Het wordt ingeleid door het invitatorium en een hymne en meestal besloten door het Te Deum.

In verschillende kloosterorden worden de Metten, zoals oorspronkelijk bedoeld, als nachtkoor gebeden. Daar op gewone dagen de reciteertoon soberder (vlugger) was, spreekt men van „korte metten maken”.

Donkere Metten

In het kerkelijk jaar van de Katholieken waren of zijn er nog de Donkere Metten, ook treurmetten genoemd, de plechtige Metten en Lauden van de drie laatste dagen van de Goede Week, wellicht aldus genoemd omdat na elk van de veertien psalmen een van de vijftien brandende kaarsen gedoofd wordt. Dit gebruik zou de groeiende verlatenheid van Christus bij zijn lijden, verder zijn dood en verrijzenis symboliseren.

Goede Week

In de Goede Week, ook wel Stille Week genoemd (in de Katholiek liturgische taal 'Heilige Week' of Grote Week of lijdensweek genoemd en in het Latijn: Hebdomas Sancta of Hebdomas Maior), heeft men de week voorafgaand aan het Paasfeest, een tijd voorgenomen om zich te bezinnen rond die offergave van Christus.

In de Katholieke traditie is men dan toegewijd aan 'de geheimen van ’s Heeren lijden en dood', ten dele door herdenking, ten dele door versterving. De eerste dag is de Palmzondag, de drie volgende dagen zijn 'feriae majores privilegiatae (Feria), vervolgens Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag (Sabbatum Sanctum in het Latijn) of Stille Zaterdag.

Goede Vrijdag

Naast elke 'Eerste Vrijdag van de maand, heeft de Katholieke Kerk nog een hoger geplaatste vrijdag in het jaar, namelijk de vrijdag voor Pasen die ze Goede Vrijdag (Karfreitag ) noemen.

De 'Eerste Vrijdag' van iedere maand is in de Katholieke Kerk toegewijd aan de devotie tot het 'Heilig Hart van Jesus', volgens hen op grond van de belofte door de Zaligmaker aan de H. Margaretha Maria Alacoque gegeven (27 December 1674):

„In de overmaat der barm hartigheid van mijn Hart beloof Ik u, dat Ik al degenen, die 9 achtereen volgende maanden op den eersten Vrijdag zullen communiceeren, de genade der boetvaardigheid verleenen zal, dat zij niet in mijn ongenade zullen sterven, noch zonder de H. Sacramen ten ontvangen te hebben.”

Eens per jaar is er dan die speciale hoogdag waar men zo stil mogelijk wil zijn en naar de kerk komt om in stilte te bezinnen nadat men eerst gebiecht heeft om vergeving van zonden te verkrijgen (in hun traditie). In de Westerse of Industriële wereld is er nog maar weinig van die traditie overgebleven.

Goede Vrijdag is voor de Katholieken de herinneringsdag aan de 'kruisdood des Heeren'. Deze dag werd in onze streken vroeger, in andere Zuiderse landen nu nog, aanzien als een dag van zware rouw, boete en versterving, die zonder Misoffer gevierd of beter herdacht wordt.

Op die dag van rouw bestaan dan de liturgische plechtigheden uit drie gedeelten: 1. lezingen uit de profeten en van het lijdensverhaal, naast de plechtige gebeden; 2. de kruisontblooting onder het zingen van 'Ecce lignum crucis' en de kruisverering tijdens het zingen van de 'Improperia'; 3. de 'Missa Praesanctificatorum' en heeft men als liturgische kleur zwart.

Nederlandse christelijke schrijvers hanteren vaak het standpunt dat de vrijdag voor Pasen "goed" wordt genoemd, omdat de 'kruisdood' van Jezus het noodzakelijke offer was dat verlossing van de zonde mogelijk maakte. Goede Vrijdag is dus een dag die "goed" is voor (het zielenheil van) de gelovigen.

Bij al die volgens hun feest- of liturgische kalender bijhorende gebeden en riten kan men er niet naast kijken hoe veel bewegingen of acties hierbij gebeuren die totaal indruisen tegen de in de Bijbel aangeraden manieren om God te verheerlijken. Opvallend is ook hoe dikwijls er bij die verscheidene gelegenheden voor beelden wordt gebogen en beelden worden bewierookt.

Lof Lauden Lofprijzingen en lofgezangen

Het Lof

In de Rooms Katholieke Kerk werd in Vlaanderen tot eind 20ste eeuw de zondag namiddag 'Lof' gehouden.

Het lof is of was de namiddag- of avond-godsdienst- oefening bij de Katholieken, die hierin bestaat, dat voor het uitgestelde 'Heilig Sacrament' gebeden en gezangen worden verricht ter ere van dat zogenaamde Heilig Sacrament, de Heilige Maagd en de heiligen, en werd besloten door de zegen met het zogenaamd Allerheiligste.

Heilig sacrament van het altaar en Communie

Het 'Heilig Sacrament des Altaars' is voor de Katholieken het uitwendig teken (zogezegd) door Christus ingesteld, waardoor genade wordt aangeduid en gegeven. Het 'Sacrament', waarin onder de gedaanten van brood en wijn Christus zelf zou tegenwoordig zijn "met Zijn Godheid en geheel Zijn Mensheid" , dezelfde, die verheerlijkt in de hemel is. Hierbij nemen de Katholieken aan dat het waardigste sacrament, door Christus werd ingesteld de avond vóór zijn lijden, bij het Laatste Avondmaal, om ten 1ste in het H. Misoffer zich voortdurend voor de mens op te offeren en aldus zijn offerdaad voort te zetten (sacrificie); en ten 2de om in de H. Communie het voedsel voor de menselijke ziel te zijn (sacrament, d. i. heiligingsmiddel); met ten 3de om altijd onder ons tegenwoordig te zijn en ons te herinneren aan zijn 'Heilig Lijden' (Emmanuel, d. i. God met ons).

Volgens de Katholieken komt Christus in dit sacrament tegenwoordig door de woorden van de Consecratie, die de priester in het Heilig Misoffer over brood en wijn uitspreekt en blijft tegenwoordig zolang de gedaanten van brood en wijn blijven.

Dat 'Heilig Sacrament' wordt aan de gelovigen uitgereikt in de 'Heilige Communie'; ter aanbidding uitgesteld gedurende het Lof, het Veertigurengebed of andere plechtigheid, of in processie rondgedragen; en overigens bewaard in wat zij het 'tabernakel' noemen.

Uitstelling of Expositie van de Monstrans

Tijdens dat Lof heeft dan een uitstalling plaats met wat zij de „uitstelling” van het Heilig Sacrament des Altaars' noemen, waarbij zij buiten het tabernakel in de monstrans, ter openbare aanbidding Christus' Koningschap vereist dat deze expositie geschiedt in de Expositietroon, tenzij het altaar is overhuifd, dan mag de troon wegblijven. Indien het een korte expositie is, b.v. na een processie, mag zij ook op het altaar geschieden. Dit alles is de z. g. exposi’tio pu’blica.

Er is ook een expositio priva’ta, waarbij het Heilig Sacrament, rustend in de ciborie in het geopende tabernakel blijft staan.

De Monstrans die tijdens het lof wordt hoog gehouden, behoort tot het liturgisch vaatwerk van de Katholieke Kerk, waarin een H. Hostie op zichtbare wijze ter aanbidding wordt uitgesteld (Expositie). De Monstrans is gewoonlijk van goud of zilver, maar mag ook van elk ander metaal of van hout zijn en moet een lunula (= maantje), de gouden of verguld metalen (half)cirkelvormige ring bevatten waarin de H.Hostie (een stuk gewijd brood) gevat is, die in de custodia (= bewaarplaats, een van binnen vergulde metalen doos) wordt bewaard of in de monstrans wordt geëxposeerd.

De Monstrans die eveneens wordt gewijd is slechts één van de vele afgodssymbolen die in de Katholieke ritus zijn binnengeslopen en waarbij weinig gelovigen zich vragen bij stellen als zij er voor knielen en kruisjes maken.

Lof uiten

Lof uiten voor God kan niet gebeuren met zulke bovengenoemde voorwerpen, die als het ware bijna aanbeden worden, zeker als zij in meerdere landen ook een voorwerp van verering zijn in processies.

Uit de teksten die in de Heilige Schrift worden gepresenteerd kunnen wij opmaken dat wij Jehovah moeten loven of tot hem zingen en bidden tot Zijn eer! Dat loven dient dan om Hem en niet voorwerpen roem te geven, alsook om dankbaarheid naar Hem te betonen. Zo moet God Zijn liefde geloofd worden, net als Zijn wijsheid en macht.

Reden om Jehovah God te loven

Een heel goede reden om Jehovah te loven, is dat hij de Schepper is en ons leven schenkt.

Psalm 148 spreekt ook over schepselen met verstand die Jehovah loven. In vers 2 lezen we dat de engelen, Jehovah’s hemelse leger of „legerschare”, God loven. In vers 11 worden machtige en invloedrijke mensen, zoals koningen en rechters, uitgenodigd om aan de lofzang mee te doen. Als de machtige engelen het heel fijn vinden om Jehovah te loven, welk mens zou dan met recht kunnen zeggen dat hij daar te belangrijk voor is? En in vers 12 en 13 worden dan de jongeren, uitgenodigd om ook mee te doen aan het loven van Jehovah.

God heeft ons zo ontworpen dat we ons bewust zijn van onze geestelijke behoeften

“‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.” (Mt 5:3 NBV)

Uit het geheel van teksten in dat Boek der boeken kunnen wij opmaken dat Jehovah blij is als hij ziet dat we voldoen aan die behoefte, net zoals ouders blij zijn als ze hun kinderen voedsel zien eten waarvan ze weten dat het goed voor hen is.

“Maar Jezus zei: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien.” (Joh 4:34 NBV)

Zoals Jezus de wil van zijn hemelse vader wilde doen, moeten ook wij Gods Wil proberen te doen en Hem verheerlijken op een manier die Hem bevalt en dus Schriftuurlijk verantwoord is.

Lof betuigen aan Allerheiligste

Als men bedenkt dat in sommige kerkgemeenschappen het 'Allerheiligste' de Heilige Eucharistie wordt genoemd, dat dan ook nog eens bewaard, ter aanbidding uitgesteld of in processie rondgedragen wordt, en er mee de zegen mee wordt gegeven, moet men daarbij toch vragen stellen.

Er kan maar één ding, iets of iemand het of de Allerheiligste zijn, en dat is Jehovah God en niemand of niets anders.

Hij is het die wij lof moeten betuigen voor alles wat Hij voor ons doet.

Soevereiniteit van God erkennen en loven

Jehovah, de grote Bouwmeester van het universum en de Schepper van het leven, is meer dan iemand of iets anders, waard te worden geprezen. De gehele schepping heeft tegenover God een verplichting en zij moet instemmen met het getuigenis aangaande Zijn oppermacht, door te tonen dat Zijn werk lofwaardig is.

Wij moeten alle feiten onder de ogen zien en besluiten waar wij in de strijdvraag over de universele souvereiniteit staan. Zijn wij voor God en zijn koninkrijk der gerechtigheid? Of verbinden wij ons lot met dat van de goddeloze wereld of met dat van instellingen die beweren katholisch of van God gerechtigd te zijn al vertonen hun handelingen duidelijk dat deze niet in overeenstemming zijn met wat de Heilige schrift leert.

God van Christus Jezus loven

Christenen horen Christus Jezus' leer aan te hangen en dezelfde God loven als Jezus loofde, en dat is de God van Israël. Het is die Wil van God die wij graag moeten vervullen en handelen naar Zijn voorschriften. Daarbij moeten wij beseffen dat al hetgeen niet Gods heerlijkheid weerspiegelt, tot de vernietiging is gedoemd.

“7 (9:8) Zo vergaat het hun! Maar de HEER zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel staat onwrikbaar vast. 8 (9:9) Hij bestuurt de wereld naar recht en wet, alle volken berecht hij eerlijk. 9 (9:10) Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. 10 (9:11) Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER.” (Ps 9:7-10 NBV)

Gods Naam kennende moeten wij deze ook aan anderen kenbaar maken en loven.De geïnspireerde psalmist roept „alles wat adem heeft” op, Jehovah te loven. In verheven woorden verzoekt hij al Gods mensen Gods Naam (Jehovah) te loven:

“1 Halleluja [Looft Jah - Jehovah]! Loof de HEER, bewoners van de hemel, loof hem daar in de hoogten, 2 loof hem, al zijn herauten, loof hem, heel zijn engelenmacht. 3 Loof hem, zon en maan, loof hem, heldere sterren, 4 loof hem, hoogste hemelen, water boven de hoge hemel. 5 Laten zij loven de naam van de HEER [Jehovah]: op zijn bevel zijn zij geschapen, 6 hij gaf hun een plaats voor eeuwig en altijd, hij stelde een wet die nooit zal vergaan. 7 Loof de HEER, bewoners van de aarde, zeemonsters en oceanen,” (Ps 148:1-7 NBV)

“13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’” (Lu 2:13-14 NBV)

Getuigen van Gods heerlijkheid

De gehele levenloze schepping getuigt van Gods heerlijkheid; het is daarom niet meer dan redelijk dat alle levende schepselen, en in de eerste plaats het met verstand begaafde menselijke schepsel, samen met de rest van de schepping, met inbegrip van de engelen, Gods aanbiddenswaardige hoedanigheden en deugden bekendmaken.

Het lag in de bedoeling van de psalmist niets over het hoofd te zien, toen hij zijn oproep tot het loven van God liet weerklinken, en daarom wendt hij zijn aandacht van de hoogten van de hemelen tot deze aarde en roept zo wel jongelingen als ouderlingen, gehuwden, ongehuwden en maagden de Naam [Jehovah] te loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven; Zijn majesteit is over de aarde en de hemel.

“7 Loof de HEER, bewoners van de aarde, zeemonsters en oceanen, 8 vuur en hagel, sneeuw en rook, stormwind die doet wat hij zegt. 9 Alle bergen en heuveltoppen, hout dat vrucht draagt, alle ceders, 10 dieren van het veld en dieren in de wei, alles wat kruipt en op vleugels gaat. 11 Koningen van de aarde en alle naties, vorsten en alle leiders van de aarde, 12 jonge mannen en jonge vrouwen, oud en jong tezamen. 13 Laten zij loven de naam van de HEER, alleen zijn naam is hoogverheven, zijn luister gaat aarde en hemel te boven.” (Ps 148:7-13 NBV)

Acht slaan op de Woorden van God

De mens handelt thans verstandig wanneer hij ernstig acht slaat op deze woorden, want zij betekenen leven. De reden hiervoor wordt door een andere profeet van God aangetoond, die over deze laatste dagen heeft geschreven:

“31 Tot aan de einden der aarde klinkt krijgsrumoer, want de HEER klaagt alle volken aan, hij voert een rechtszaak tegen al wat leeft. Die boosdoeners levert hij uit aan het zwaard- spreekt de HEER. 32 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Rampen treffen volk na volk, een orkaan steekt op van de uithoeken der aarde. 33 De slachtoffers van de HEER liggen over de aarde verspreid. Ze worden niet betreurd, niet weggehaald en niet begraven, maar blijven liggen als mest op het land.” (Jer 25:31-33 NBV)

Het is duidelijk dat ’de koningen der aarde, en alle volken, de vorsten, en alle rechters der aarde, de jongelingen en ook maagden, de ouden met de jongen’ de instructies van de 148ste Psalm niet hebben opgevolgd.

Verkeerd geleide lofredenen

Niettemin geven tegenwoordig zeer velen in de natiën der aarde, vooral in het Christendom, voor, dat zij God loven. Overal kan men indrukwekkende kerkgebouwen en tempels vinden, waar betaalde geestelijken de mens in het loven leiden.

Verheerlijking van symbolen en schepselen

In plaats dat de aarde echter van lofgezangen voor God weerklinkt, weergalmt ze van de verheerlijking van schepselen. Mannen en vrouwen die op financieel, politiek, sociaal, militair, religieus en sportgebied beroemdheid hebben verworven, worden voortdurend voor de ogen van het publiek gehouden en worden wegens hun werken luid geprezen. De mensen blijven Gods wet verlaten, zonder dat de geestelijken, die zich zelfs vaak bij hen aansluiten, hiertegen protesteren. Zij verheerlijken de vooraanstaande en wijze mannen van deze hele wereld die in de macht ligt van de goddeloze.

“We weten dat wij uit God voortkomen, terwijl de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is.” (1Jo 5:19 NBV)

“8 De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht 9 en zei: ‘Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.’” (Mt 4:8-9 NBV)

Roeming

De noodlottige gevolgen die altijd uit het loven van mensen zijn ontstaan, hebben op deze verkeerd geleide aanbidding geen belemmerende invloed gehad. Iedere mens roemt in zijn eigen werken en in de werken van medemensen, terwijl de apostel Paulus toch de raad geeft om te "roeme in de Here”.

“opdat het zal zijn zoals geschreven staat: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’” (1Co 1:31 NBV)

Genegeerd wordt de verstandige verklaring dat alleen God zelf moet worden geprezen, en wel om een goede reden ook:

“‘U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’” (Opb 4:11 NBV)

Dat omvat het lofgezang van het schepsel de mens, die tot het welgevallen van God in het leven werd geroepen.

Dienen en verheerlijken van beelden

Liturgische diensten

In zulke diensten als "Het Lof" kan men duidelijk opmerken hoe de mensen voorwerpen hoger zijn gaan inschatten dan de persoonlijkheid van God. In de Katholieke Kerk heeft men een pracht voorbeeld hoe beelden en voorwerpen daar regelmatig vereerd worden.

Het lijkt wel of daar de gelovigen zijn vergeten dat God bepaald heeft dat de mensen die deze beelden dienen, beschaamd moeten zijn, want eigenlijk beroemen zij zich op afgoden.

“Beschaamd staan zij die beelden aanbidden en zich beroemen op goden van niets. Voor hem moeten alle goden zich buigen.” (Ps 97:7 NBV)

God tot toorn geprikkeld

Die zogenaamde christenen zouden er veel voordeel uit kunnen trekken wanneer zij opmerkten hoe God tot toorn werd geprikkeld en van ijverzucht werd vervuld wegens de gesneden beelden die door Israël werden geëerd, en hoe hij die natie van vroeger aan de volledige vernietiging overgaf.

“55 hij joeg vreemde volken voor hen uit, verdeelde hun land met het meetlint en liet Israëls stammen wonen in hun tenten. 56 Maar zij daagden God uit en tergden hem, namen de Allerhoogste en zijn richtlijnen niet ernstig, 57 ze werden afvallig en ontrouw zoals hun voorouders, ze faalden als een bedrieglijke boog, 58 griefden hem met hun offerdienst op de hoogten en wekten met hun godenbeelden zijn afgunst. 59 Toen God dit hoorde, werd hij verbolgen en wierp hij Israël ver van zich af. 60 Hij gaf zijn woning in Silo op, de tent waar hij woonde onder de mensen. 61 Hij liet zijn volk gevangen wegvoeren, leverde zijn sieraad uit aan de belager, 62 gaf zijn sterke mannen prijs aan het zwaard. Hij was verbolgen op zijn eigen bezit. 63 Het vuur verslond zijn jonge mannen, zijn jonge vrouwen werden niet bejubeld, 64 zijn priesters kwamen om door het zwaard, zijn weduwen vonden geen tranen meer.” (Ps 78:55-64 NBV)

Rozenkrans of Paternoster

Parelsnoeren als Gebedsteller

In bijna alle landen komen we wel iets tegen wat op een gebedsteller of rozenkrans lijkt. Men moet niet denken dat de rozenkrans enkel iets voor Katholieken is. Kijk maar naar de kralen die Moslims constant in hun handen hebben en hun vingers van de ene naar de andere parel laten gaan.

Parelsnoeren of gebedssnoeren om te bidden zijn al zeer oud in het gebruik. In het antieke Ninevé kende men al rozenkransen en moslims en boeddhisten gebruiken ze vandaag de dag nog steeds. Meer dan eens werden missionarissen die voor het eerst India, Japan en Mexico bezochten, met stomheid geslagen daar ook rozenkranen aan te treffen.

Ook in bepaalde protestantse midden werd er enkele jaren geleden gedacht dat

„Een protestantse rozenkrans zou zeker het geloof kunnen verdiepen.” {Rudolph Wissler in het te Rockland, New York, verschijnende blad Independent van 7 februari 1957 }

De Katholieke Encyclopædie zegt over de rozenkrans:

„Het gebruik in het Westen der Weesgegroeten dagtekent uit de 11e- 12e e.”

Bidsnoer of Rozenhoedje

Tot eind vorige eeuw was in onze streken het Rozenhoedje nog een veel gebruikt bidsnoer bij de Katholieken. In de Angelsaksische landen vindt men het nu nog steeds door veel gelovigen gebruikt of als een bescherm fetisj opgehangen aan de achteruitkijkspiegel aan de vooruit in een wagen.

Wat men in de volksmond meestal een rozenkrans noemt, is in feite een „rozenhoedje,” welke een derde maal zo lang is als de normale rozenkrans.

Het Rozenhoedje bestaat uit 5 of 15 maal 10 kralen, onderbroken door telkens een grote of dikkere kraal en voorafgegaan door een kruisje, 2 grote en 3 kleinere kralen, waaraan de gebeden van de Rozenkrans verricht worden.

Gebeden van de Rozenkrans

Onder de Rozenkrans verstaat men een reeks gebeden ter ere van de 'Heilige Maagd', bestaande uit 5 of 15 maal het 'Onze Vader', 5 of 15 maal tienmaal het 'Wees Gegroet' en 5 of 15 maal het 'Glorie zij den Vader', waarmede de overweging van de zogenaamd 15 'geheimen van den Rozenkrans' verbonden wordt, met enkele inleidende gebeden.

Bij de rozenkrans worden verder de volgende gebeden of overwegingen gehanteerd: Credo, Onze Vader, Wees gegroet, Eer zij de Vader en de vijf „geheimen”. Men mag er eveneens het gebed tot „de vrouwe van Fatima” en de slotgebeden aan toevoegen.

Geheimen

De Geheimen waarvan er drie klassen van elk vijf zijn — „Blijde,” „Droevige” en „Glorievolle” — handelen over gebeurtenissen uit Jezus’ en Maria’s leven of over gebeurtenissen waarvan men vermoedt dat ze hebben plaats gevonden; op bepaalde dagen van de week worden deze opgezegd. Bijvoorbeeld, „Het eerste Blijde Geheim — Maria stemt er in toe Moeder van de Zoon van God te zijn.”

Volgens de legende door Maria aan de Heilige Dominicus kenbaar gemaakt, is in werkelijkheid de Rozenkrans ouder en eerst in de 2e helft van de 16e eeuw in haar tegenwoordige vorm opgekomen en erkend.

De Katholieken hebben aan dat 'voorwerp van verering' en aan het bidden van de Rozenkrans vele aflaten of kwijtschelding van tijdelijke straffen, verbonden. Dit alsof men God zou kunnen afkopen door gebeden of door nog een andere losprijs dan die van Jezus Christus.

Voorwerp voor aflaten of schuldvermindering

Volgens de Katholieke Kerk kan men als voornaamste een volle aflaat 'toties quoties' krijgen, wanneer men, na waardig gebiecht en gecommuniceerd te hebben, voor het Heilig Sacrament een Rozenkrans van 5 tientjes bidt. Dat Heilig Sacrament kan dan pas waardig ontvangen volgens die Kerk en wordt aan de gelovigen uitgereikt in de 'Heilige Communie' (de Eucharistie, waardoor zogezegd het heilig lichaam en bloed van Jezus wordt ontvangen), ter aanbidding uitgesteld (in de expositie), gedurende het Lof, het Veertigurengebed of andere plechtigheid, of in processie rondgedragen; en overigens bewaard in het tabernakel.

Aflaten

Door te stellen dat men om de aflaten te verdienen men een gewijde Rozenkrans moet gebruiken, geeft men in die Kerk aan dat zij voorwerpen heiligen of apart plaatsen en dus boven andere voorwerpen plaatsen, waarbij ze zo ver gaan om deze zelfs te eren. Een afschuw in de Ogen van God.

Loon van de zonde

In de Heilige Schrift wordt ons duidelijk voor ogen gehouden dat het loon dat de zonde betaalt, de dood is. De straf voor de zonde is daar voor ons allen al in dat sterven, waarna wij als mens naar onze aarde terugkeren. Maar als wij leven kunnen wij ons keren naar en richten op God en in Hem en Zijn gezonden zoon hoop vinden in een opstanding uit de dood, „zowel van de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen.”

“Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.” (Ro 6:23 NBV)

“Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde, op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.” (Ps 146:4 NBV)

“Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets. Er is niets meer dat hun loont, want ze zijn vergeten.” (Pre 9:5 NBV)

“en evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan.” (Hnd 24:15 NBV)

Betaling van schuld en loskoopoffer

De geliefde zoon van God, die zijn eigen wil opzij schoof om de Wil van zijn hemelse vader te doen, heeft zich aangeboden als een Offer Lam voor God, om zo onze schuld af te lossen. Dat loskoopoffer is voldoende omdat Jehovah God Jezus' Zoenoffer aanvaard heeft als uiteindelijk volwaardige betaling.

Betreffende de vergeving van onze zonden wordt ons verzekerd dat het bloed van Jezus, God Zijn Zoon, ons van alle zonde reinigt en als bloed van een volmaakt offer en Nieuw Verbondsteken alles verzegeld. Een eenvoudig belijden van onze zonden is voor God voldoende. Hierbij is Hij getrouw en rechtvaardig om ons onze zonden te vergeven en ons van alle onrechtvaardigheid te reinigen.

“7 Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. 8 Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. 9 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.” (1Jo 1:7-9 NBV)

Gewijde kralen

Verscheidene Katholieken en Moslims gaan zulk een belang hechten aan een gebedssnoer dat zij het steeds op zak of in de hand hebben (dat laatste vooral bij Moslims). Dat komt door de verkondiging in die geloofsgroepen dat bij gemeenschappelijk gebed één Rozenkrans voldoende is en dat bij handarbeid of andere reden het voldoende is om de Rozenkrans bij zich te dragen. De kerkelijke leiders zeggen ook dat de wijding verloren gaat door verkoop of ernstige beschadiging, alhoewel zij in hun kerken, stalletjes en in verscheidene winkels, toch massa's rozenkransen verkopen en aan de man brengen.

De leden van de broederschap van de Eeuwigen Rozenkrans (in 1635 gesticht) bidden op bepaalde uren met telkens 24 medeleden de gehelen Rozenkrans, die van de Levenden Rozenkrans (in 1826 gesticht) met 15 deelnemers dagelijks een tientje. Bij de Oud Katholieken en conservatieve Katholieke families is het de gewoonte om elke zaterdag in de vooravond een gehele rozenkrans te bidden, gevolgd door een Magnificat of lofzang voor Maria, die zij als de 'Moeder van God' en/of 'Moeder van de aarde' aanbidden. Dit terwijl God helemaal geen moeder heeft, mits Hij de Eerste van alles is en nooit een geboorte heeft gekend als Eeuwig Wezen of Eeuwige goddelijkheid.

Devotie of inwendige daad van Godsverering

Een devotie zou volgens vele christenen, inclusief de Katholieken,de inwendige daad van de deugd van Godsverering betekenen. Bij een devotie wordt verwacht dat de mens zich met bereidwilligheid aan de dienst van God geeft. Toch vindt men bij de Rozenkrans een devotie naar de maagd Maria, waarbij men dan de vraag kan stellen of zij dan ook als een godheid wordt verheven. In zuidelijke landen zoals Spanje, Portugal, Italië, Columbia kan men duidelijk zien dat die Maira wel degelijk zo een verheven plaats van aanbidding heeft gekregen.

In meerdere landen vindt men verschillende andere Maria-devoties die op de Rozenkrans zijn geïnspireerd, o.a. de Franciscaanse Rozenkrans, Kruisheren-Rozenkrans, het Kroontje van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis en andere.

Rozenkranszondag

De hoogachting van een voorwerp en de plaatsing van een persoon naast God gaat zo ver in de <katholieke traditie dat men er zelfs een speciale dag aan wijdt. Op de eerste zondag van October heeft men een Rozenkranszondag, waarop het toegelaten is het feest van de Rozenkrans te vieren. Het Rozenkrans feest zelf valt op 7 October. Op Rozenkranszondag kan dan volgens die Kerk een volle aflaat of toties quoties worden verdiend in kerken van de Paters Dominicanen of in kerken, waar de Broederschap van de Rozenkrans is opgericht.

Vrouwelijke goden of meerdere Onze Lieve Vrouwen

Wat opvalt in die Katholieke Kerken waar zulk een devotie is dat zij niet enkel naast hun meerdere mannelijke goden zij er ook meerdere vrouwelijke goden op nahouden. Naast hun Maagd Maria, waarvan zij blanke en zwarte Madonna's vereren, hebben zij ook allerlei 'Onze Lieve Vrouwen' zoals o.a. de O. L. V. van de Rozenkrans, de Vrouwe van Fatima, de Vrouwe van Lourdes, de Vrouwe van Barmhartigheid, enz. voor wie zij ook processies houden.

Herhalingen

Bij gelegenheden zoals het Lof en het Rozenhoedje merkt men dat er een veelvuldige herhaling plaats vindt van telkens dezelfde teksten of gebeden.

Nochtans geeft Jezus aan dat als men bidt men niet telkens weer hetzelfde moet of mag zeggen. Hij wees toen op een in die tijd al wijd verspreid gebruik van prevelen en herhalen van zogenaamde gebeden. Het was niet enkel gebruikelijk bij de Hebreeën, maar kwam voor bij mensen uit meerdere natiën, die dachten dat zij verhoord zouden worden omdat zij veel woorden gebruikten.

“7 Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. 8 Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.” (Mt 6:7-8 NBV)

In vele denominaties van het Christendom hebben de geestelijken zich een hogere rol toebedeeld dan de gelovigen die zich hebben gelijk gesteld aan hen die meerdere goden aanbidden en gebedskralen, gebedstrommels of gebedswimpels hebben.

Met Jezus' waarschuwing in gedachten kunnen we rustig zeggen dat, ook al is de rozenkrans over de hele wereld verspreid, dit absoluut geen gewicht in de schaal legt!

Voorstanders van de rozenkrans trachten Jezus’ woorden in Openbaring 4:8 uit hun verband te rukken door te beweren dat hier ook van herhaling sprake is daar het woord „heilig” hier drie keer herhaald wordt. Maar het is wel een groot verschil of men in een gebed een woord twee of drie maal herhaalt of vierenveertig woorden, zoals dit in Wees gegroet het geval is, drieënvijftig keer, wat een totaal maakt van 2332 woorden, afgezien nog van alle andere herhalingen.
De hele Schrift door vinden we woorden die enkele keren herhaald worden en dit wel met een speciale bedoeling.
Toen Jezus vlak voor zijn grootste beproeving stond, bad hij drie keer tot zijn Vader, Jehovah. Paulus vroeg God eveneens tot drie maal toe een bepaalde „doorn in het vlees” te verwijderen. Er is echter in de Schrift geen enkele aanwijzing dat Jezus en Paulus deze gebeden memoreerden of ze bij een andere gelegenheid in hun leven nog eens herhaalden. Deze gebeden waren een gevolg van de zware beproevingen die zij moesten ondergaan.

“39 Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ 40 Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met mij waken? 41 Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ 42 Voor de tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’ 43 Toen hij terugkwam, zag hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. 44 Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden als daarvoor.” (Mt 26:39-44 NBV)

“niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan.” (2Co 12:7 NBV)

Bij het opzeggen van de Rozenkrans verwacht iedereen die opgegeven volgorde telkens weer tegen te komen. Men moet zo doende de verschillende aan de rozenkrans verbonden overdenkingen kunnen herinneren en deze in een juiste volgorde kunnen herhalen, waardoor dit opzeggen eerder een geheugentest dan een spontaan uit het hart opkomend gebed kan genoemd worden.

Het is geen wonder dat iemand afdwaalt wanneer hij dezelfde vierenveertig woorden drieënvijftig keer in één gebed moet herhalen. Een dergelijke herhaling is enkel een variant van de gebedsmolen, die door bepaalde oosterse religiën gebruikt wordt. Het geheel bestaat uit een draaibare trommel waarin zich stroken papier met gebeden bevinden. Bij elke wenteling wordt men verondersteld deze gebeden een keer opgezegd te hebben.

Dat is echter nog niet alles. Het Wees gegroet wordt heel dikwijls negen keer gebeden terwijl het Paternoster, of het „Onze Vader,” maar één keer opgezegd wordt. Op de drieënvijftig keer dat dit Wees gegroet wordt gebeden, horen we dus het Onze Vader slechts zes keer. Is het door mensen gemaakte en tot Maria gerichte gebed negen keer belangrijker en doeltreffender dan het door Jezus onderwezen en rechtstreeks tot God gerichte gebed? Waar we ook in de Schrift lezen, nergens merken we op dat er iemand tot God of Jezus nadert door middel van Maria.

Het drieënvijftig maal herhalen van het Wees gegroet is lijnrecht in strijd met Jezus’ woorden. Hij veroordeelt hen die „telkens weer hetzelfde zeggen.” Uit het feit dat de rozenkrans juist buiten de zogenaamd christelijke landen overal voorkomt, zouden we kunnen concluderen dat deze van heidense oorsprong is. Hetzelfde kan gezegd worden van de dingen die er mee verband houden, de Mariaverheerlijking, het verschaffen van aflaten voor het bidden er van, overwinningen die met behulp er van worden behaald en de macht om het zogezegd lijden in het vagevuur (een on-Bijbelse plek voor foltering) te verzachten. Nergens wordt dit in de bijbel ondersteund, maar wel vinden we dergelijke dingen in de heidense religiën.

Hulpmiddelen om gebeden te herhalen

Als God het dus afkeurt dat we „steeds weer dezelfde dingen” zeggen, zouden dan voorwerpen die gebruikt worden als hulpmiddel bij zulke constant herhaalde gebeden wel aanvaardbaar zijn? Er wordt dan ook nergens in de Bijbel melding gemaakt van een trouwe aanbidder van de ware God die gebruikmaakte van rozenkransen, gebedsmolens of andere vergelijkbare voorwerpen. De redenen daarvoor worden nog duidelijker als we begrijpen wat gebed eigenlijk inhoudt en wat het doel ervan is.

Gebeden die God behagen

In de Bijbel vinden wij verschillende personages die elk op hun eigen manier God benaderen, met Hem spreken of tot Hem bidden.

Voorbeeld van een gebed, het Onze Vader

De profeet Jezus (Jeshua) gaf zijn omstaanders een voorbeeld van een gebed, dat ons tot op heden nog gekend is en gebruikt wordt als een modelgebed. Het is een gebed dat aangeeft dat men God wil naderen als Zijn kind. Men wil er in een teken geven dat men Hem erkend als een liefdevolle Vader en daarom spreken wij Hem dan ook aan met de woorden "Onze Vader".Jehovah God wil dat we Hem zo bezien en van Hem houden. Zoals Jezus van zijn hemelse Vader, Jehovah God hield, moeten ook wij van die hemelse Vader houden. Ook andere profeten in het oude Israël, gaven aan dat Jehovah onze Vader is.

“maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan.’” (Joh 14:31 NBV)

“Laat uw grote toorn toch varen, HEER, houd onze schuld niet steeds in gedachten, maar zie ons aan: wij zijn toch uw volk?” (Jes 64:8 NBV)

Bandvorming en familiariteit

Zoals wij met onze aardse vader een band willen hebben moeten wij dat ook doen met onze hemelse Vader. Zoals wij ook met onze aardse ouders regelmatig willen praten moeten wij graag met onze hemelse vader regelmatig in gesprek gaan, wat bidden eigenlijk ook is, een gesprek tussen de mens en God.

God ’spreekt’ met ons via de bladzijden van de Bijbel (zijn geschreven Woord), waarin Hij zijn activiteiten, Zijn persoonlijkheid en Zijn voornemen met ons onthult.

“Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven,” (2Ti 3:16 NBV)

Spreken tot onze Vader

Wij op onze beurt spreken met God door middel van gebed. Zo’n gebed moet uiteraard oprecht en vertrouwelijk zijn, en niet formeel of ritualistisch.

Ook al is God de Allerhoogste en staat Hij dus ver boven onze baas op het werk, of boven de koning of president, om Hem aan te spreken moeten wij Hem niet formeel benaderen en afstandelijk praten. Als teken van erkenning van Zijn Vaderschap moeten wij juist onze kinderlijke liefde voor Hem als onze Vader tonen, door juist met Hem gemoedelijk te durven praten.

Communiceren met ouder

Zoals kinderen in een hecht en liefdevol gezin normaal gesproken met hun ouders communiceren, moeten christenen een conversatie aangaan met Hem die ze als liefdevolle vader erkennen. In een ouderlijke relatie gaan mensen niet steeds weer dezelfde woorden of zinnen zeggen, en daarbij met het een of andere voorwerp de tel daarvan bijhouden.

Als wij met onze aardse ouders willen praten willen wij dingen van ons zelf zeggen en geen door anderen voorgekauwde teksten declameren. Wat ze zeggen zal betekenis voor ons zelf hebben, respectvol zijn, en zal volledig uit het hart komen.

Woorden uit het hart uiten

“6 Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. 7 Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.” (Flp 4:6-7 NBV)

Uiteraard kunnen we als we over iets bezorgd zijn, er vaak om bidden. Maar dat is niet hetzelfde als iets woord voor woord herhalen.

“7 Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 8 Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 9 Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? 10 Of een slang, als het om een vis vraagt? 11 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.” (Mt 7:7-11 NBV)

Loven van God een vereiste

Mensen moeten de Bijbelse waarheid inzien en de woorden van de vele profeten herinneren. Zij gaven aan dat er slechts één groot is en hoog te prijzen, en boven alle goden te vrezen! Men mag niet vergeten dat al die speciale voorwerpen, geprezen en verheerlijkte beelden met alle goden van de volkeren niets anders zijn dan afgoden, terwijl men in acht zou moeten nemen dat het Jehovah is die hemel en aarde gemaakt heeft.

“25 Groot is de HEER {Jehovah}, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden. 26 De goden van de volken zijn minder dan niets, maar de HEER {Jehovah}: hij heeft de hemel gemaakt.” (1Kr 16:25-26 NBV)

“Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, zij geloofd de naam van de HEER {Jehovah God}.” (Ps 113:3 NBV)

Van de opgang van de zon af tot haar neergang, moeten wij de Naam [Jehovah] loven en beseffen dat ons eeuwige lot in de handen van Deze Enige Ware God rust. Daarom moet gij Gods gunst trachten te winnen door Zijn Naam te loven, want ’in Zijn goedgunstigheid is leven.

“4 (30:5) Zing voor de HEER, allen die hem trouw zijn, loof zijn heilige naam. 5 (30:6) Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang, met tranen slapen we ‘s avonds in, ‘s morgens staan we juichend op.” (Ps 30:4-5 NBV)

Waarborg ter bevrijding en redding

Het loven van God waarborgt bevrijding en redding tot in de nieuwe wereld van eeuwig leven. Wanneer een mens God tegenwoordig niet door een belijdenis van zijn geloof prijst, is er voor hem geen blijvende toekomst. En er zijn ook geen uitzonderingen want er staat geschreven dat het voor Hem is dat elke knie zich zal buigen, en elke tong Hem zal loven.

“want er staat geschreven: ‘Zo waar ik leef-zegt de Heer-, voor mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’” (Ro 14:11 NBV)

Het is nooit te laat om terug naar God te keren. Hij staat steeds klaar om diegenen die tot Hem willen komen met open armen te ontvangen. Allen die zich willen wenden tot God kunnen behouden worden.

“22 Keer terug naar mij en laat je redden, ook jullie aan de einden der aarde; want ik ben God, er is geen ander. 23 Ik heb bij mijzelf gezworen: Uit mijn mond komt gerechtigheid voort, een woord dat ik spreek wordt niet herroepen. Voor mij zal elke knie zich buigen en elke tong zal bij mij zweren.” (Jes 45:22-23 NBV)

De getrouwe apostel Paulus had dus een Schriftuurlijke ondersteuning voor zijn bewering, dat niet het loven van mensen of beelden maar het belijden van een lofgezang voor God tot eeuwige redding leidt. Hij vertelde hoe God over de aangelegenheid denkt, toen hij zei dat

“Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered.” (Ro 10:10 NBV)

Jezus vertelde meerdere gelijkenissen om de mensen te waarschuwen niet te wachten tot het te laat is. Het is nu, voor dat men op het sterfbed komt dat men zich moet keren en tot God moet komen. Een Armageddonsterfbed-bekering zal niet worden aanvaard. Daarom is het op zijn plaats de zaak nu, nu er hiervoor nog gelegenheid is, nuchter in overweging te nemen enkel en alleen maar God als de Hoogste of Allerheiligste te aanschouwen (en geen monstransen, hosties of andere voorwerpen).

Zij die instemmen met het lofgezang voor God, worden in de klasse van de „schapen” geplaatst, wiens erfdeel eeuwige zegeningen zullen zijn. Zij die weigeren God door het loven van Zijn naam te erkennen, plaatsen zich heden bij de „bokken” wiens einde eeuwige vernietiging is.

“32 Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; 33 de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. 34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” 40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” 41 Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. 42 Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. 43 Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” 44 Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” 45 En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.” 46 Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’” (Mt 25:32-46 NBV)

Laten wij zeker zijn om aan de goede kant te staan en Jehovah God loven voor Zijn werken en onze bescherming. Zult gij kunnen zeggen, zoals van Jezus was voorzegd:

“29 hoon zal het kleed zijn van wie mij aanklagen, schande de mantel waarin zij zich hullen. 30 De HEER {Jehovah} zal ik prijzen met luide stem, hem loven te midden van velen,” (Ps 109:29-30 NBV)

Soorten gebeden

Paulus noemt vier verschillende gebeden die ook elementen van elk gebed kunnen zijn:

“Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken.” (1Ti 2:1 NBV)

Smeekbede

Smeking, waarbij God om bepaalde geestelijke of tijdelijke zegeningen wordt gevraagd;

Voorbede

Voorbede, waarbij Gods barmhartigheid over en hulp aan anderen wordt ingeroepen.

Treffende voorbeelden van voorbede hebben wij in het gebed van Abraham voor Sodom (<Ge 18.22-32>), van Mozes voor het volk (<Ex 32.31>; <Nu 14.13-19>), van Elia voor de weduwe (<1Ki 17.20>) en van Jezus voor de zijnen (<Joh 17$>). Aan de voorbede van vrome mannen werd altijd een bijzondere kracht toegekend, zie <Jas 5.16>, <Pr 15.8,29>, <Isa 1.15> en <Joh 9.31>.

Dankbede of Dankzegging

Dankgebed, waarbij de HEERE wordt gedankt voor zijn weldaden en zegeningen.

Lofbede of Lofprijzing

Lofgebed, waarbij God en zijn daden worden verheerlijkt. Hierbij hoort ook de doxologie;

Gemeenschapsvoering of Gemeenschap met God hebben

Bij Joden en christenen is het gebed het kenmerk van persoonlijke gemeenschap met God. Gebed en dankzegging gaven in het verleden waarde aan offers; bij de inwijding van de tempel sprak Salomo een plechtig dankgebed uit. Jesaja vermeldt het bidden als afzonderlijke daad.

“Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed!” (Jes 1:15 NBV)

In de Apocriefe Boeken is het gebed verbonden met vasten (APOSV Tob 12.9 Jdt 4.12) en volgens 1 <APOSV 1Ma 5.33 11.71 APOSV 2Ma 15.26> werd er ook gebeden in de oorlog.

Gebeden voor andere levenden en doden

De Bijbel legt dan ook nadruk op het gebed van de gemeente voor haar leiders en leraren (<Eph 6.19 1Th 5.25 2Th 3.1>) en voor de leden onderling (<Eph 1.16-17 3.14-19>; <Jas 5.16>). De Heer Christus heeft door woord en daad het bidden voor onze vijanden aanbevolen (<Mt 5.44-48>; <Lu 23.34>).

Het bidden voor de doden wordt in de canonieke boeken van de Bijbel niet geleerd en berust alleen op het voorbeeld van Judas (</APOSV 2Ma 12.43-46>).

Gebruiken van het bidden

Bidden in afzondering

Wat de gebruiken bij het bidden betreft, vaak bad men in stille afzondering (<Mt 6.6>), in een bovenkamer (Dan. 6:11 <Da 6.10>; <Ac 1.13>), op het dak, op heuvels (<Mt 14.23>; <Mr 6.46>; <Lu 6.12>; <Ac 10.9>), en in Jeruzalem bij voorkeur in de voorhoven van de tempel <Lu 18.10>; <Ac 3.1>).
Als men bad in de voorhof, keerde men zich naar het heilige der heiligen (Ps. 5:8; 28:2 <Ps 5.7 28.2>).
De Israëliet buiten Jeruzalem richtte zich naar de tempelberg (Dan. 6:11 <Da 6.10>), net zoals de Samaritanen zich naar de Gerizim en de Moslims zich naar Mekka wenden.

Staande bidden

Men bad staande (<1Sa 1.26 1Ki 8.22>; <Da 9.20>; <Mt 6.5>; <Mr 11.25>). Maar als bewijs van hulde, onderdanigheid, dienstvaardigheid en eerbied bad men ook wel geknield (<1Ki 8.54>; Dan. 6:11 <Da 6.10>; <Ps 95.6>; <Ac 20.36>). Men kon buigen (<Ge 24.26>), voorover vallen (<Job 1.20>), de handen opheffen (<Ex 17.11-13>; Ps. 63:5; 134:2 <Ps 63.4 134.2>; <1Ti 2.8>) of uitbreiden (<Ex 9.29 1Ki 8.22>) of uitstrekken (zodat de palmen tegen elkaar kwamen) als bewijs van bereidheid om Gods weldaden en zegeningen te ontvangen.

Vouwen van de handen

Het vouwen van de handen was in het oude Israël en in de oude kerk onbekend. Het is oorspronkelijk een Indogermaans teken van hulde en onderwerping, dat door de Germanen naar Europa werd overgebracht en in de christelijke kerk ingevoerd.

Gebedsmomenten of Gebedstijden

De Israëlieten hadden, in elke geval na de ballingschap en misschien reeds vroeger, bepaalde gebedsuren (Dan. 6:11 <Da 6.10>): bij het morgenoffer, op het derde uur (=‘ s morgens negen uur, <Ac 2.15>), op het zesde uur (’ s middags om twaalf uur, <Ac 10.9>), en bij het avondoffer op het negende uur (’ s middags om drie uur, <Ac 3.1>). De Katholieke kerk nam deze drie gebedstijden over. Later maakte men er eerst zes en toen (volgens <Ps 119.164>, "zevenmaal daags loof ik U") zeven van. Het zevende en laatste gebedsmoment dat er bij kwam was het middernachtelijk uur (nocturnum), om ook in dit opzicht trouw te zijn aan Ps. 42:9; 92:3; 119:55 Ps 42.8 92.2 119.55> en vooral aan #Ps 119.62 134.1>.

“Ik zing u dagelijks zevenmaal lof om uw rechtvaardige voorschriften.” (Ps 119:164 NBV)

“Zelfs in de nacht denk ik aan uw naam, HEER, en houd ik mij aan uw wet.” (Ps 119:55 NBV)

“(42:9) Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ‘s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven.” (Ps 42:8 NBV)

“(92:3) in de morgen te getuigen van uw liefde en in de nacht van uw trouw,” (Ps 92:2 NBV)

“Zelfs in de nacht denk ik aan uw naam, HEER, en houd ik mij aan uw wet.” (Ps 119:55 NBV)

“Midden in de nacht sta ik op en loof u om uw rechtvaardige voorschriften.” (Ps 119:62 NBV)

“Een pelgrimslied. Zegen de HEER, u allen die de dienst van de HEER verricht en in het huis van de HEER staat, nacht aan nacht.” (Ps 134:1 NBV)

Aanvullende teksten rond gebed

  1. Op zoek naar spiritualiteit 6 Spiritualiteit en gebed

  2. Op zoek naar antwoorden op de vraag Is er een God # 2 Pantheon van goden en feesten

  3. Op zoek naar spiritualiteit 6 Spiritualiteit en gebed

  4. Op zoek naar spiritualiteit 8 Eigen spiritualiteit

  5. Schepper en Blogger God 4 Verklarende Stem

  6. Schepper en Blogger God 6 Voor Zijn volk

  7. Schepper en Blogger God 7 Een Blog van een Boek 1 De Blogger geloven

  8. God is een verhaal #1 Een sensationeel krantenkopje

  9. Fundamenten van geloof 3: De Persoonlijkheid van God

  10. 4de Vraag: Wie of wat is God

  11. De Almachtige God der goden, groter dan en hoog verheven boven alle goden

  12. Antwoord op Vragen van lezers: God die zegt “Wij”

  13. Een koning die zijn onderdanen wetten oplegt waarvan hij weet dat zij zich er nooit aan kunnen houden

  14. Missionaire hermeneutiek 3/5

  15. Missionaire hermeneutiek 4/5

  16. Aanwijzingen voor de Eenheid en Eenvoud te vinden

  17. Ongelezen bestseller

  18. De Bijbel en Bidden

  19. Aanbidden, Aanbidding, Eredienst en Gebed

  20. Mediteren een Geestesarbeid van Bezinning, overpeinzing of overdenking

  21. Altijd verheugend zonder ophouden biddend

  22. Waarvoor op te letten bij onze vreugdedans voor Simchat Torah

  23. Fragiliteit en actie #4 Ter Beschikking

  24. Gebed geen excuus zijn om niets te doen

  25. Recht en Innerlijke houding voor het bidden tot God

  26. Bidden voor wat we willen of niet willen

  27. Verschil in woordbetekenis doorheen de tijd 1 Liefhebben

  28. Geschapen om te leven in relatie met God

  29. Bereid zijn toegang te krijgen tot vreugde in het aangezicht van tegenspoed

  30. Bidden en mediteren

  31. Gebed geen terugtrekking uit de veldslagen van het leven

  32. Geestelijke vorming tot heiligheid #3

  33. Aanroepen van Gods Naam

  34. Een Naam voor een God #1 Belangrijkheid Persoon

  35. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #1 Konings Geloof

  36. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #2 Aanroepen van de Naam van God

  37. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #2 Instructies en Wetten

  38. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #4 Stem in het Schrift

  39. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #4 Vergankelijkheid #2 Zuiverheid

  40. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #5 Gebed #2 Getuigen zonder taalbarrieres

  41. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #5 Gebed #3 Aanroepers van God

  42. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #6 Gebed #4 Atttude

  43. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #7 Gebed #5 Luisterend Oor

  44. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #8 Gebed #6 Communicatie en manifestatie

  45. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #9 Gebed #7 Reden voor gebed

  46. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #10 Gebed #8 Voorwaarde

  47. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #11 Gebed #9 Heiliging van Dé Naam

  48. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #12 Gebed #10 Gesprek met een Vriend

  49. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #13 Gebed #11 Naam om apart geplaatst te worden

  50. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #14 Gebed #12 De andere naam

  51. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #15 Expositie voor de Schepper

  52. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #16 Voordelen van het bidden

  53. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #17 Soorten van gebed

  54. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #18 Volbrenging

  55. Hersenen beschouwen gebed als gesprek

  56. Gebed is een geloofszaak

  57. Betekenis van ‘Spreken in Tongen’ en ‘Uitstorting van de Geest’

  58. Geen Wegvluchter

  59. Kroniekschrijvers en profeten #3 Poëtische boeken

  60. Paul’s Gebedsverzoeken Doorzetten

  61. Verzoening en Broederschap 4 Deelgenoten in Christus

  62. Gedachte voor vandaag “Geloof in moeilijke tijden” (14 januari)

  63. Gedachte voor vandaag “Overtreding wordt vergeven” (15 januari)

  64. Eerste gedachte voor vandaag “De wereld is misschien slecht” (16 januari)

  65. Geestelijke vorming tot heiligheid #3

  66. Jezus laatste avondmaal

  67. Een Feestmaal en doodsherinnering

  68. Moeten wij ons aan de zondagsplicht houden

  69. Probeer vooruit te rijden in plaats van achteruit

  70. Altijd verheugend zonder ophouden biddend

  71. Weest gezond van verstand en weest waakzaam met het oog op gebeden

  72. Wat verzet bergen? Vertrouwen!

  73. Weest waakzaam met het oog op gebeden

  74. Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed

  75. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #2 Te Doen

  76. Waarvoor op te letten bij onze vreugdedans voor Simchat Torah

  77. Is het nodig dat wij onze zonden belijden aan God, nadat Jezus voor onzezonden gestorven is?

  78. De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen

  79. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #12 Anabaptisten

  80. Messiaans, Joods of Christen

  81. Het belangrijkste punt om een jeshuaïst te zijn

  82. Hoeft men Jood te zijn of niet om waardige volgeling van Jezus Christus te zijn 1 Begin jaren

  83. Onderweg delen van vreugde

  84. Zuiverheid en verantwoordelijkheid van leden en leiders in een gemeenschap

  85. Atheïsten VS brengen eigen variant van de Tien Geboden uit

  86. Honderd jaar geleden toen men dacht een einde aan de gruwel te krijgen

  87. Hedendaagse protestanten tegenover Katholieken of de Antichrist

  88. Themadag 'Hoop voor een biddende kerk'

  89. Jaar van Gebed

  90. CIP presenteert serie over gebedsgenezing

  91. Gedachte voor vandaag: “Vijanden beschaamd en enorm ontmoedigd makend” (03 januari)

  92. Lastigheid om te bidden

  93. Kan men kwaad afwenden door te bidden

  94. Wanneer dingen anders lopen dan verwacht

  95. Heeft het zin om te bidden?

  96. Als je problemen al langdurig zijn, probeer te knielen

  97. Gebed belangrijk aspect in ons leven

  98. Sta op in de ochtend en bidt voor de zegen van de Heer

  99. Werk met vreugde en bidt liefdevol

  100. Indien je bid zal je niet ontchoocheld worden

  101. Gebed heeft ons getroost in ons verdriet

  102. Begin met het weg voeren van kleine stenen om een berg te verwijderen

  103. Laat ons bidden alsof wij het reeds verkregen hebben

  104. Bidden is een eenvoudige blik op God

  105. Vrede van God alle begrip te boven gaand

  106. Gebed St. Franciscus mogelijk niet authentiek

  107. Oproep tot gebedsleven in video-boodschap

  108. Gebedautomaat in Berlijn

  109. Wanneer dingen anders lopen dan verwacht

  110. Niet even bidden en weer terug de drukte in

  111. Amerikaanse zeiler gered na 66 dagen vermist - Survival, rescue of sailor missing since January

  112. Materialisme, “would be” leven en aspiraties #3

  113. Financiële crisis en gebed

  114. Gebedsverhoring niet door verlanglijstje

  115. Kracht van het gebed

  116. Goede impact van gebed op de mens

  117. Het is niet dat ik zo slim ben

  118. Biddenden zijn nooit alleen

  119. Mensen die bidden reageren gezonder op stress

  120. Als je denkt dat je te klein bent om effectief te zijn

  121. Zeker zijnde van Bevrijding

Aanvullende teksten rond het Onze Vader en Zijn Naam

  1. Boek der boeken en groot meesterwerk

  2. Bijbel, Gods Woord ingegeven nuttig tot lering, tot bestraffing, tot verbetering en tot onderwijzing

  3. Bijbel, Gods Woord tot opvoeding (NBG51)

  4. Schriftwoord door God geïnspireerd bruikbaar voor onderricht en toerusting

  5. Bijbel, zwaard van de Geest in de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God om tot een volkomen mens te komen

  6. Al-Fatiha [The Opening/De Opening] Süra 1:1-3 In the name of Allah the Merciful Lord Of The Creation - In Naam van Allah de lankmoedige en albarmhartige God

  7. Al-Fatiha [De Opening] Surah 1: 1-7 Hulp van God onze Schepper

  8. Schepper en Blogger God 5 Te Vertellen zaken

  9. Schepper en Blogger God 10 Een Blog van een Boek 4 Luisteren naar Blogger

  10. Kroniekschrijvers en profeten #3 Poëtische boeken

  11. Op zoek naar antwoorden op de vraag Is er een God # 2 Pantheon van goden en feesten

  12. God die Almachtige Geest die geen mens kan zien

  13. De Almachtige God der goden, groter dan en hoog verheven boven alle goden

  14. Jehovah God Maker van het universum gediend door een getraind leger

  15. Hoe weet ik wat Gods wil is

  16. Het woord van de Ware God gegeven voor wijsheid te vergaren

  17. Geestelijke vorming tot heiligheid #2

  18. Fundamenten van het Geloof: De lankmoedigheid van God

  19. Fundamenten van het Geloof 2: De levende en waarachtige God

  20. Fundamenten van het Geloof: De goedertierenheid van God

  21. Fundamenten van geloof 3: De Persoonlijkheid van God

  22. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #2 Aanroepen van de Naam van God

  23. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #2 Instructies en Wetten

  24. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #5 Gebed #2 Getuigen zonder taalbarrieres

  25. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #7 Gebed #5 Luisterend Oor

  26. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #10 Gebed #8 Voorwaarde

  27. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #11 Gebed #9 Heiliging van Dé Naam

  28. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #13 Gebed #11 Naam om apart geplaatst te worden

  29. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #14 Gebed #12 De andere naam

  30. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #15 Expositie voor de Schepper

  31. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #17 Soorten van gebed

  32. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #4 Mogelijkheid te kennen en te weten

  33. Uitdagende vordering

  34. Materialisme, “would be” leven en aspiraties #2

  35. Fragiliteit en actie #8 Eerste Wetsvoorziening

  36. Fragiliteit en actie #13 Zichtbare ellende

  37. Fragiliteit en actie #14 Plagen van God

  38. Staat God achter al het kwaad hier op aarde

  39. God meester van goed en kwaad

  40. Zonder God geen reden, geen doel, geen hoop

  41. Lijden,waarom God het toelaat

  42. Omgaan met zorgen in ons leven

  43. Spelling van Bijbelse namen

  44. Heer, Yahuwah, Yeshua of Yahushua

  45. Lam van God #2 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #1

  46. Yahushua, Yehoshua, Yeshua, Jehoshua of Jeshua

  47. Belangrijkheid van Gods Naam

  48. Relatie tot God

  49. Archeologische vondst omtrent de Naam van God YHWH

  50. Naam van God

  51. Hashem השם, Hebreeuws voor "de Naam"

  52. God over zijn Naam יהוה

  53. Ik ben die ben Ehyeh-Asher-Ehyeh אהיה אשר אהיה

  54. Hoe leest u?: “Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam JHWH ben Ik hun niet bekend geweest.”

  55. Use of /Gebruik van Jehovah or/of Yahweh in Bible Translations/Bijbel vertalingen

  56. De NIV en de Naam van God

  57. Gebruik van Jehovahs naam

  58. Aanroepen van Gods Naam

  59. Looft Jehovah

  60. Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste

  61. De naam van Jehovah gebruikend maar geen getuigen met die naam

  62. Breng glorie aan Jehovah God de Allerhoogste

  63. Zonder God geen reden, geen doel, geen hoop

  64. Nieuwe energie ontwikkelen

  65. Opgaan naar Jeruzalem: Jezus’ laatste reis #2

  66. In de hand #5 Niet bang zich te geven

  67. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #4 Mogelijkheid te kennen en te weten

  68. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen

  69. Gedachte voor vandaag “Bedanken en prijzen voor Gods gerechtigheid” (4 januari)

  70. Gedachte voor vandaag “Dwaasheid en slechtheid van de mens” (06 januari)

  71. Eerste gedachte voor vandaag “De wereld is misschien slecht” (16 januari)

  72. De gedachte van vandaag: “Geen stilte zodat iedereen zal weten dat er slechts één Allerhoogste Heerser is over de hele aarde” (17 februari)

  73. Dagelijkse gedachte voor 27 februari: Denkend aan Gods zegeningen

  74. Dienende geesten 4 Gevallen engelen

  75. Begrijpend Zingen: Psalm 8: Wat is de mens…?

  76. Begrijpend Zingen: Psalm 8: Heerschappij mens en luister

  77. Gebed na het lezen van Psalm 8

  78. Onze Vader

  79. Is het nodig dat wij onze zonden belijden aan God, nadat Jezus voor onze zonden gestorven is?

  80. Moeilijkheid om te vergeven

  81. Onwetendheid, wettigheid en zondigheid

  82. Zuiverheid en verantwoordelijkheid van leden en leiders in een gemeenschap

  83. Getuig van een levende God en zijn zegeningen voor jou

  84. Francis Chans Angst voor velen die niet naar de hemel gaan

  85. De Ekklesia #2 De Gemeente van het Oude Verbond

  86. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #11 Vredelievende waarheidzoekers

  87. Een terugblik op Christadelphianisme en de Broeders in Christus in België

  88. Verzoening en Broederschap 7 Eén zijn

  89. Meerderheid protestantse kerken zit op zwart zaad

  90. Moeten Christenen over zich heen laten walsen

  91. Naam gebruikers

  92. Goed Nieuws brengen met en door voorbeeld