Niet alleen slakken bouwen een huis maar ook bepaalde amoeben. Op deze afbeelding zien we de constructie van de eencellige amoebe Difflugia coronata. Opvallen zoals een slakkenhuis zal dit merkwaardige bouwwerk niet want de diameter is 150 µ ( 150 duizendste van een mm) en er was dan ook een elektronenmicroscoop nodig om de details van dit optrekje te bekijken. Wat we in werkelijkheid zien, zijn een massa zandkorrels of moeten we gezien de grootte spreken van stofdeeltjes, die aan mekaar werden gekit. Het is Mike Hansell die onze aandacht op dit opmerkelijke bouwsel vestigt in zijn boek 'Built by animals'.
"Wat minder waarschijnlijk is, is dat een amoebe een draagbaar huis voor bescherming kan bouwen zoals een slak haar schelp meedraagt; slechts sommige amoeben doen dit en Difflugia coronata is er daar één van.
Hoe bouwt een eencellig organisme zo'n elegant huis? Welnu, eigenlijk hebben we er geen idee van. De enige informatie waarover we momenteel beschikken, is een beschrijving van datgene dat we kunnen waarnemen. Een specimen van Difflugia zwemt rond met haar huis. Hierbij neemt zij niet alleen voedseldeeltjes op maar absorbeert zij ook minuscule zandkorrels die in de amoebe worden samengevoegd tot een klompje. Als de cel zich gaat delen, vormt de celkern een duplicaat van haar DNA en worden er twee identieke kernen gevormd. Daarna deelt het cytoplasma zich waarbij in elke helft een celkern wordt opgenomen om alzo twee onafhankelijke organismen te vormen. Eén van deze twee amoeben erft het bestaande huis terwijl de andere het klompje bouwmateriaal in het cytoplasma meekrijgt. Als de twee organismen gescheiden zijn, migreren de opgeslagen bouwstenen naar de buitenzijde van de cel en rangschikken zich tot een nieuw onderkomen.
De laatste zin kan ons achterlaten met een onbevredigende verklaring. Het is als een goocheltruc waarvan je wenst te weten hoe het precies in mekaar zit in plaats van te genieten van het spektakel, maar we hebben er nu eenmaal geen idee van. Je kan ook nog een ander gevoel van onvoldaanheid hebben. Een amoebe is een enkele cel. Is dit niet eerder een gegeven dat thuishoort bij de biologie van de cel in plaats van bij gedragstudie en bijgevolg niet dient te worden besproken in dit boek? Welnu, ik denk dat het bouwen van een onderkomen door Difflugia een belangrijk fundamenteel punt uitmaakt van bouwgedrag. Om een bouwer te zijn, hoef je geen hersenen te hebben.
Ik hoop dat we het erover eens zijn dat een amoebe, of ze nu een huis heeft of niet, een bepaald gedrag vertoont. Wanneer ze een schijnvoet uitstulpt in een bepaalde richting dan vertoont ze een gedrag dat gestuurd wordt. Zelfs als je er wil vanuit gaan dat de gekozen richting willekeurig is, dan wordt er vanuit het organisme een instructie gegeven om iets te ondernemen in plaats van niets te doen en dat bepaalde voedseldeeltje op te nemen. Ik heb er geen idee van hoe dit in zijn werk gaat maar laten we ons even enkele essentiële mechanische processen voorstellen. Sommige zandkorrels zullen te klein zijn om te worden opgenomen in het cytoplasma, anderen te groot. Er moet dus geselecteerd worden. Maar het is duidelijk dat er door de bouwende amoede meerdere beslissingen moeten genomen worden. Ze dient zich ervan te vergewissen dat ze voldoende zandkorrels heeft opgenomen om een nieuw huis te bouwen. Misschien ziet ze er zelfs op toe dat ze niet teveel korrels in voorraad neemt. Ze dient zowel in zeer kleine deeltjes als grote te voorzien. Als het werk vordert, hoe weet ze dan dat ze bijvoorbeeld geen kleine deeltjes tekort heeft? Wat met het bouwproces zelf? Het is duidelijk dat er een proces is dat de juiste deeltjes naar de juiste plaats brengt en die dan op een precieze manier aaneen zet. Dat proces vereist enige uitrusting om het bouwmateriaal te manipuleren. Wij gebruiken onze handen om stenen en specie te verwerken. Difflugia coronata maakt gebruik van intracellulaire eenheden. Deze amoebe vertoont een bouwgedrag waarbij wordt beslist wat er dient te gebeuren en welke eenheden daarvoor in het werk dienen te worden gesteld. "
De beschrijving van Hansell geeft alleen maar verslag van hoe het bouwproces verloopt maar wat de sturende kracht is, blijft een raadsel. Hier wordt op microschaal met materiaal uit de omgeving een verbazend stukje architectuur getoond. Het is een bolvormig onderkomen opgebouwd uit een paar honderd deeltjes die aan mekaar worden gekleefd met een grote cirkelvormige opening. Boven op de behuizing staan 7 à 8 doornachtige uitsteeksels gebouwd van grote partikels aan de basis en uiterst kleine op de top die een scherpe punt vormen. Het meest opvallende deel van de ganse constructie is de rand rondom de opening die een kroonachtige structuur heeft en is opgebouwd uit zulke kleine deeltjes dat ze niet meer te onderscheiden zijn tussen de kleefmassa die hen bindt. Deze kroonvormige rand vinden we dan ook terug in de wetenschappelijke soortnaam die deze amoebe meekreeg, namelijk coronata.
Aangezien de amoebe in het water leeft, dient ze tevens gebruik te maken van een kleefstof die niet in water oplost want anders is de constructie geen lang leven beschoren.
Waar zuiver toeval en gebrek aan doelgerichtheid niet allemaal toe in staat is!
&&&&&