Kiezelwieren of diatomeeën zijn eencellige algen met een uitwendig kiezelskelet dat bestaat uit siliciumdioxide. Dit kiezelskelet dat zeer vele prachtige vormen aanneemt afhankelijk van de soort, bestaat uit twee delen die als een doos en een deksel op mekaar passen. Bij de ongeslachtelijke voortplanting deelt de cel zich waarbij elke dochtercel een deel van het kiezelskelet mee krijgt. Dit kiezeldeel zal bij de nieuw ontstane cel gaan fungeren als het nieuwe dekseltje waarvoor de dochtercel een nieuw doosje aanmaakt. Het gevolg hiervan is dat er een dochtercel is die even groot is als de moedercel en een tweede dochtercel die een stukje kleiner wordt. Een ander opmerkelijk feit is dat één van de twee skeletdeeltjes voorzien is van een spleetje waarlangs het kiezelwier voedsel uit de omgeving opneemt. Het gevolg hiervan is dat de ene dochtercel een nieuw skeletdeeltje bouwt met een spleetje en de andere zonder dat spleetje. Bij elke nieuwe generatie worden de nakomelingen steeds kleiner tot op een bepaalde limiet. Het kiezelwier schakelt nu over op geslachtelijke voortplanting waarbij de skeletdeeltjes worden afgeworpen en waarbij de nu ontstane dochtercellen uitgroeien tot de oorspronkelijke grootte en elk twee nieuwe skeletdeeltjes bouwen, één met en één zonder spleetje! Het zit hem in de genen. Maar hoe komt die informatie in de genen - informatie die zegt dat een limiet van grootte is bereikt en dat er dringend dient te worden overgeschakeld van ongeslachtelijke voortplanting die tot de dood leidt, naar een herstellende, geslachtelijke voortplanting? Er is ook steeds de kwestie van communicatie of van actie en reactie. Kiezelwieren hebben geen hersenen. Welk deeltje van die 'primitieve' cel evalueert de grootte en welk deel als reactie hierop bepaalt dat er dient overgeschakeld te worden op geslachtelijke voortplanting? Welk deeltje stelt vast dat het skeletdeeltje dat reeds aanwezig is er eentje is met of zonder een spleetje en wat het complementaire skeletdeeltje moet worden? Waar zit de interactie en hoe is die geëvolueerd uit een eencellige die het ook zonder kiezelskelet kon redden en dat misschien nog steeds doet? Is het onbehuisde wiertje uitgestorven omdat het beter aangepaste met een huisje werd uitverkoren? Ik meen dat het een kwestie van geloof is.