Publiseringsdato: Sep 14, 2011 8:5:27 PM
Tijdens een warme middag zijn we met zijn allen naar de seter van Ingar Gjelten geweest. Hij was zelf op vakantie en ik mocht op de beesten passen en melken. Stoeltje en picknickmand mee en terwijl Yvonne voor het natje en droogje zorgde, waren wij met z'n 3en de de koeien melken.
Een groot verschil met nederland is, dat de meeste boeren hier 2 boerderijen hebben. De winter-boerderijen staan meestal beneden in het dorp. Dit heeft als nadeel dat er weinig land om de boerderijen heen zit. In de zomerperiode gaan de koeien naar de seter. Een seter bestaat vaak uit een simpele berghut met daarbij een stal. Stal is een groot woord wan het is vaak niet meer dan een houten hok met een melkmachine erin. Wel hebben alle seters een melktank. De melkmachine wordt vaak aangedreven door een dieselaggregaat. Die draait alleen als er gemolken wordt, dus de koeling van de melktank staat dus een groot deel van de dag uit. Gelukkig wordt de tank om de 2 dagen geleegd, en komt de temperatuur zelden boven de 8 gr.
De stallen zijn erg laag, waardoor ik diverse malen met blauwe plekken op mijn hoofd heb gelopen, ondanks het hoefijzer wat op de balk hangt. Je kan op deze foto zien dat alleen het aller nodigst in de stal aanwezig is. De Koeien komen binnen en zoeken hun eigen plekje. Maar soms moet je ze wel een beetje helpen bij "ontdek je plekje" en als er 1 verkeert staat, dan is men de kluts kwijt. In deze stal is plek voor 16 koeien. Afgelopen zomer heb ik op 2 verschillende seters gemolken. Tijdens de schoolvakantie, hebben de kinderen om de beurt geholpen.
Jildou aan het voorbehandelen en ik aanzetten. Rindert zorgt er voor dat de koetjes zich op hun gemak voelen. De pet is een bescherming tegen de zwaaiende staarten.
Om de seter heen liggen de zomerweiden. Eens in de twee, drie jaar wordt het gras opnieuw ingezaaid. Het gras heeft zoveel te lijden van de koude, lange winters, dat er dan alleen nog onkruid groeit. De koeien zijn dag en nacht buiten en weiden zo de weilanden af. de tocht naar de weilanden gaat op z'n Noors: ta det med ro. Al grazend lopen ze rustig door het bos naar hun weiland. En dan kun je ze wel willen opjagen, maar dan doen ze 1 stap en als je naar een andere koe loopt staan ze weer stil.
Niet op alle seters wordt meer gemolken. Veel seters zijn verworden tot weekendhuisjes. Tot vanuit Oslo komen ze hier naar toe om van de rust te genieten. Deze seter is van een broer van Jan M. Het land er omheen wordt nu door Jan gebruikt om zijn kalven te weiden. Dit is ongeveer 15 km van zijn boerderij. Jan was op vakantie en ik moest ook op zijn kalven letten. Samen met Jildou het tochtje met de auto door de bergen gemaakt en op het terras even een kleine picknick gehouden, genietend van de rust en het uitzicht.
Grote tegenstellingen
Echter Noorwegen is ook het land van grote tegenstellingen. Een groter contrast is bijna niet dankbaar. Dezelfde koeien die we van het zomer, zoals je hierboven hebt kunnen zien, in de eenvoudigst denkbare stal gemolken zij, worden sinds afgelopen donderdag door een Lely Astronaut robot (made in Holland) gemolken.
Samen met Trond ben ik bij de nieuwe stal van Ingar wezen kijken. Zelfs nog meegeholpen om de allereerste koe in de robot te duwen. Om ons heen liepen nog diverse installateurs; de stal is nog lang niet klaar. de eerste melkbeurt van de 25 koeien duurde ook bijna 7 uur. De arme koeien moeten enorme last van hun uiers gehad hebben. maar uiteindelijk ging de tweede ronde al een stuk sneller. De robot moet eerst de koeien scannen en leren kennen. Hopelijk voor de koeien gaat de leercurve snel.
Ik heb Trond kunnen overtuigen dat ik een stuk sneller melk dan de robot en ook nog een stuk goedkoper ben. Aangezien ik vanavond gratis een extra kuub hout van hem thuisgebracht gekregen heb, is hij het daar wel mee eens.
Trond Kijkt toe hoe de eerste koe in de robot gaat
Overzicht van de mooie ruime stal. Nu worden er 25 gemolken, in de toekomst 50.
En als de koe gemolken is, dan vindt ze het wel interessant om nog even te besnuffelen.