UITSPRAAK VAN DE RAAD VOOR DE SCHEEPVAART
Op 17 juni 1960 te 20.30 uur vertrok de GEERTJE BUISMAN, beladen met 2137 ton stukgoed, van Chicago met bestemming Rotterdam via Montreal. De diepgang was vóór 58 en achter 59,4 dm. De bemanning bestond, inclusief de kapitein, uit 26 personen. Op 18 juni 1960 had de eerste stuurman de wacht van 16.00 tot 20.00 uur. Hij had opdracht van de kapitein om de in de kaart met een stippellijn aangegeven koerslijnen te volgen. Te 19.30 uur kreeg hij een kruispeiling op Iles aux Galets en Grays Reef. De koers was 37 graden rechtwijzend en op het gyrokompas. Daar het schip aan de westkant van de koerslijn bleek te staan, liet de eerste stuurman te 19.30 uur koers veranderen naar 50 graden rechtwijzend. Te 19.50 uur was Grays Reef dwars aan bakboord op korte afstand en gaf de eerste stuurman de roerganger order b.b.-roer te geven en 6 graden te gaan sturen. De roerganger herhaalde de koers 6 graden en de eerste stuurman zag hem het roer naar bakboord draaien. Deze heeft evenwel niet gecontroleerd of werkelijk de opgegeven koers werd gestuurd. Een matroos o/g, die te 20.00 uur het roer moest overnemen, was op de brug gekomen en vroeg de eerste stuurman hem te helpen, daar hij iets in zijn oog had gekregen. De eerste stuurman, die meende dat de goede koers zou worden gestuurd, nam de matroos o/g mee naar de kaartenkamer om hem daar te helpen. Toen hij weer op de brug terugkwam, zag hij in plaats van de White Shoal-vuurtoren een andere toren recht vooruit. De stuurman begreep dat er iets mis was en keek op het kompas. Het schip bleek 46 graden voor te liggen. Het was toen even vóór 20.00 uur; de matroos o/g zou juist het roer overnemen. De stuurman gaf order hard b.b.-roer; tijdens het draaien liep het schip aan de grond.
De kapitein heeft verklaard, dat hij op 18 juni 1960 te ongeveer 19.55 uur uit zijn hut naar boven ging en in de kaartenkamer de eerste stuurman trof, die de matroos o/g hielp iets uit diens oog te verwijderen. Op dat moment ging de eerste stuurman weer naar de brug. De kapitein bleef in de kaartenkamer en keek in de kaart met de derde stuurman, die boven was gekomen. Even later werd een hevige schok gevoeld. De kapitein snelde naar de brug en zette de telegraaf op volle kracht achteruit. Het gelukte niet vlot te komen. Uit een kruispeiling bleek, dat de GEERTJE BUISMAN was gestrand op de Vienna Shoal. Behalve tanks bakboord 3 en 4 en de olietanks, lekten alle dubbele-bodemtanks. Het gelukte op 19 juni 1960 ook niet met behulp van een coastguard-kotter vlot te komen. Er zijn lichters besteld en van 20 tot 23 juni 1960 is door de eigen bemanning ongeveer 800 ton lading gelost. Toen in de nacht van 23 op 24 juni 1960 een krachtige N.W. wind opstak, gelukte het op 24 juni 1960 te 7.50 uur op eigen kracht vlot te komen. De GEERTJE BUISMAN is verstoomd naar St. Ignace-bay en daar te 10.47 uur ten anker gekomen. Vandaar is verstoomd naar Manitowoc, waar men 25 juni 1960 te 11.00 uur bij een scheepswerf aankwam. Hier is een voorlopige reparatie uitgevoerd; hiermee was men op 15 juli gereed. Naar aanleiding van deze stranding had de eerste stuurman al zijn ontslag ingediend en is in afwachting van de beslissing van de Raad aan de wal gebleven. De Raad strafte de eerste stuurman door het uitspreken van een berisping.
Het oordeel van de Raad luidt als volgt:
1. Op 18 juni 1960 was de “Geertje Buisman” in het Michiganmeer op weg van Chicago naar Montreal. Het schip zou te circa 19.50 uur Grays Reel Passage passeren. Het was de bedoeling deze engte overeenkomstig de gestippelde koerslijnen in de kaart in een voorliggende koers van 37º rechtwijzend te naderen en in de engte koers te veranderen naar 6º rechtwijzend.
De eerste stuurman had die dag van 16.00 tot 20.00 uur de wacht en het was dus op zijn wacht, dat deze passage en koersverandering moesten geschieden. De kapitein heeft aan de betrokkene geen opdracht gegeven, hem te waarschuwen bij het naderen van de engte. De raad wil niet zeggen, dat de kapitein er verkeer aan gedaan heeft, de verantwoordelijkheid bij zijn eerste stuurman te laten. Het zou aan de andere kant geen verwondering hebben gewekt, indien de kapitein zich wel had laten waarschuwen, nu het hier een stuurman gold, die pas sedert één jaar zijn eerste rang bezat en die nog slechts enkele maanden onder zijn commando op dit schip voer.
2. Betrokkene bevond zich dus vanaf 16.00 uur op die dag als wachthebbende officier op de brug met als roerganger een volmatroos. Het weer was goed helder en er was geen wind. Men voer volle kracht in de koers van 37º rechtwijzend. Betrokkene had opdracht te varen volgens de gestippelde koerslijnen in de kaart. Betrokkene verkreeg te circa 19.30 uur een kruispeiling, waaruit hem bleek, dat de “Geertje Buisman” westelijk van de koerslijn in de kaart stond. In verband daarmede veranderde hij koers naar 50º rechtwijzend. In deze koers varend, kreeg de “Geertje Buisman” te 19.50 uur Grays Reef Lt. dwars op korte afstand aan bakboord. Betrokkene achtte toen het ogenblik aangebroken om de koers te verleggen. Hij stond op dat ogenblik aan s.b.-kant van de brug in de deuropening van het stuurhuis. Hij beval toen: “Bakboord zes graden”. De roerganger herhaalde: “zes graden”. Betrokkene zag daarop, dat de boeg bakboorduit kwam en begaf zich vervolgens in de kaartenkamer, ten einde aldaar een vuiltje te verwijderen uit het oog van de inmiddels bovengekomen aflossende roerganger. Terwijl hij daarmede bezig was, kwam de kapitein in de kaartenkamer en besprak met de inmiddels ook daar gekomen aflosstuurman de koers in de kaart. Betrokkene begaf zich daarop weer naar de brug. Daar aangekomen zag hij aanstonds, dat men verkeerd lag. Hij zag in plaats van White Shoal Lt. een andere toren ongeveer recht vooruit. Hij controleerde ten de koers en zag, dat men 46º rechtwijzend voorlag. Betrokkene heeft toen meteen het roer bakboord laten leggen. De “Geertje Buisman” zwaaide naar bakboord en liep tijdens dat zwaaien te 19.57 uur bij Vienna Shoals vast.
3. De stranding van de “Geertje Buisman” dient te worden toegeschreven aan een samenloop van een misverstand en een fout. Er is kennelijk misverstand geweest bij de roerganger over de order tot koerswijziging. Betrokkene bedoelde, dat de koers 44º naar bakboord zou worden verlegt tot 6º rechtwijzend. De roerganger heeft vermoedelijk begrepen, dat hij de koers 6º moest verleggen naar 44º rechtwijzend.
Betrokkene heeft betoogd, dat het ontstaan van dit misverstand niet aan hem mag worden toegeschreven. Hij heeft ter ondersteuning daarvan ter zitting aangevoerd: dat hij gewoon was om een koerswijziging van b.v. 6º naar bakboord te formuleren met de woorden “zes graden naar bakboord”, terwijl hij in het onderhavige geval gezegd heeft “bakboorduit zes graden” of “bakboorduit tot zes graden” en voorts: en voorts dat de roerganger een ervaren volmatroos was, in wie men vertrouwen mocht stellen. De raad kan de wijze, waarop de betrokkene zijn order formuleerde, verder buiten beschouwing laten, aangezien dit misverstand op zich zelf niet als de oorzaak van de ramp kan worden aangemerkt. In wezen immers is de ramp het gevolg niet van het misverstand, maar van het feit, dat dit misverstand niet tijdig is ontdekt, en dit laatste is zonder twijfel het gevolg van een fout van betrokkene. In stede van – gelijk bij een zo grote koersverandering toch stellig geboden was – de roerganger aan de hand van het kompas te controleren, heeft betrokkene volstaan met te constateren, dat de boeg van het schip bakboorduit ging, en daarna heeft hij zich van de brug verwijderd zonder dat daartoe dringende aanleiding bestond. Het verwijderen van het vuiltje uit het hoog van de opkomende roerganger had hij kunnen uitstellen tot een ogenblik, dat de navigatie zijn aandacht niet zou opeisen.
Betrokkene heeft derhalve schuld aan de stranding van de “Geertje Buisman”. Hij dient deswege te worden gestraft. Bij de bepaling van de straf neemt de raad te zijnen gunste in aanmerking, dat betrokkene metterdaad heeft getoond inzicht te hebben in de ernst van zijn tekortkoming. Hij heeft naar aanleiding van deze stranding zijn ontslag ingediend en is in afwachting van de beslissing van de raad aan wal gebleven.
De raad straft mitsdien de eerste stuurman door het uitspreken van een berisping.