Na een rit deels overdag en de rest 's nachts reed de trein vroeg in de ochtend het Kings Cross Station in Londen binnen, vanwaar ik per taxi naar Liverpool Street Station reed voor de ferry Harwich-Hoek van Holland. Om een uur of zes in de ochtend arriveerde ik op Liverpool Street, wat voor mij dus betekende ca. zes uren wachten op de trein naar Harwich.
Ik deponeerde dus mijn plunjebaal en koffer in het bagagedepot en kreeg er een briefje met het bedrag dat ik schuldig was voor als ik het kwam ophalen. Bevrijd van mijn bagage, liep ik met mijn fototoestel de straat op om de City te verkennen. Al dwalend kwam ik langs de Tower, de Tower Bridge en eindigde op de vismarkt van “Billingsgate”, waar ik een mok thee met veel melk kreeg aangeboden en ontdekte dat ik “gerold” was. Ik was al mijn geld kwijt, behalve het spoorkaartje in mijn borstzak. Goede raad was toen duur, ik moest op het station uitgebreid “kletsen als Brugman” om mijn plunjezak en koffer zonder betaling terug te krijgen. Met de belofte dat ik het bedrag zou overmaken nam de bagagemeester toen genoegen.
The Tower
Op de boot moest ik op een 'houtje' bijten bij gebrek aan de nodige 'pecunia', terwijl een Nederlandse marechaussee zich aan de bar “klem zoop”. Het is niet eerlijk verdeeld in deze wereld!
The Tower Bridge
In Rotterdam stond mijn geliefde me op te wachten (met wat centen) en besteedde ik een gedeelte van het geld aan een “witkiel” die zich over m'n bagage ontfermde; een heer droeg zijn bagage blijkbaar niet zelf, zeker niet als hij in vrouwelijk gezelschap verkeerde. In die tijd had je ook nog de “witkielen” op de grote stations!
Close-up van de Tower Bridge
Van haar hoorde ik, dat ze een baan werd aangeboden bij de KLM in Chicago en dat ze daarop was ingegaan. Ze zou zolang haar tenten bij een oom en tante in Chicago opslaan. Voor mij dus een reden om op het hoofdkantoor van RH op de Keizersgracht een “audiëntie” aan te vragen bij de hoofdinspecteur. Deze legde ik de hele situatie uit en mij werd toen beloofd, dat hij er eens naar wilde te kijken. Prompt een week later kreeg ik bericht uit Rotterdam, dat ik voor onbepaalde tijd op de “Prins Casimir” van de Fjell-Oranje Lijn kon aanmonsteren.
Nadat ik mijn geliefde op Schiphol had afgeduwd voor de vlucht (ik meen met een DC-6 (met propellers)) naar Chicago via Shannon in Ierland en Gander op Newfoundland, maakte ik me klaar om met de Prins Casimir, die in Pernis lag, naar Montreal af te varen.