Op 29 maart 1962 vertrok de Geertje Buisman vanuit Rotterdam voor een trip naar diverse Middellandse Zee havens. In de Golf van Biscaje kwamen we in slecht weer terecht en het schip begon dusdanig te slingeren, dat de lading oud ijzer de drinkwatertank beschadigde. Deze zou te Genua moeten worden gerepareerd, dus na het ronden van Gibraltar voeren we langs de Balearen richting Genua. Na reparatie van de watertank en het aftoppen ervan werd koers gezet naar Civitavècchia, niet ver van Rome gelegen.
Genua
Omdat we er op Palmzondag, 17 april 1962, nog verbleven en er geen bootwerkers waren om ons van onze lading te ontdoen, besloten de tweede stuurman Jan du Mee (tegenwoordig één van mijn oudste vrienden) en ik per taxi naar Rome af te reizen om de paus een bezoekje te brengen in zijn optrekje in Vaticaanstad. Destijds was dat nog dat gezellige dikkertje paus Johannes XXIII. Hij werd tijdens ons bezoek nog in zijn stoel door de kerk (St. Pieter) gedragen. Ook herinner ik me nog dat we op het dak van de St. Pieter zijn geweest. Natuurlijk om de nodige foto’s te maken, maar ook om op het dak van de St. Pieter te plassen. Ja, je hebt er complete WCs tegen wildplassers. Wist je dat?
Sint Pieter Basiliek Dakterras van Johannes XXIII
Urbi et Orbi de pauselijke garde
Na ons bezoek aan het Vaticaan, gingen we de stad in. Zoals je weet is de oude binnenstad van Rome al meer dan 2000 jaar oud. Rome was in 1962 nog de moeite van een visite waard. Ik weet niet of je dat tegenwoordig nog kunt beweren. Het eerste wat we natuurlijk bezichtigden was het Forum Romanum en de Trevi Fontein, om ons geluk aan losse geldstukken te vergooien.
Forum Romanum de Arena van het Colloseum
vreettentje
Daarna was het Colosseum aan de beurt met zijn vele katten. Nadat er acht glazen hadden geslagen, vonden we aan de voet van het Colosseum een restaurantje, waar we onder het genot van een glas 'Grappa', een koppig drankje, ons twaalfuurtje nuttigden. Daarna bewonderden we nog de Triomfboog van Trajanus, het Victor Emanuel Monument, om uiteindelijk bij de Catacomben te eindigen, vanwaar we per taxi terugreden naar Civitavècchia.
Vanuit Civitavècchia keerden we terug naar Nederland. Deze keer werd het Amsterdam. De rest van het voorjaar, zomer en winter brachten we op de Europese kust van Noordzee tot Middellandse Zee door.
De eerste reis werd Fowey in Cornwall, om China klei of porselein aarde te laden voor de porselein- en papierindustrie op het vaste land van Europa. Een smerig goedje, dat je overal binnen liep. Fowey is een dorpje schitterend gelegen in een estuarium aan de Fowey River in het zuiden van Engeland. Het plaatsje is bekend bij kunstenaars en in de laatste wereldoorlog hadden de Britse en Nederlandse marine er een MTB-basis. Jaren later, het was geloof ik in de tachtiger jaren, waren mijn vrouw en ik op vakantie in Engeland en zagen we Fowey onveranderd terug.
Fowey estuary Fowey River
Geertje Buisman laden Fowey China klei laden
Na Fowey maakten we een reis naar Granville aan de overkant van Het Kanaal. Granville is een getijdenhaven. Bij laag water gaan de sluisdeuren dicht om te voorkomen dat het water uit de haven loopt. Het was ook een garnizoensstad van het Vreemdelingenlegioen en gelegen in de Baai van Mont St. Michel. Op onze reizen langs de Kanaalkust deden we ook een keer Caen aan. Via de sluizen bij Ouistreham, gelegen in de Seinebaai en het kanaal van Caen, parallel aan de rivier de Orne, bereikten we Caen. Vooral in het voorjaar een aanrader wanneer de appelbomen bloeien. Adembenemend mooi! En dat alles in een Normandië, waar de gevolgen van de oorlog destijds nog te zien waren. Caen werd gedeeltelijk verwoest, meen ik en was nog bezig met de wederopbouw, zelfs zovele jaren na de oorlog. Ook op het strand bij Ouistreham zag je nog de overblijfselen van de strijd, die daar werd uitgevochten.