Het hoger onderwijs (moet beter!)
Het hoger onderwijs in Nederland is via wetgeving voorbehouden aan bepaalde organisaties. Een wettelijk beschermd oligopolie. Een inventarisatie van KIVI toont aan dat de meeste studenten in het hoger beroepsonderwijs hun keuze voor de locatie zodanig maken dat ze tijdens de studie in de eigen regio kunnen blijven wonen en later werken. De schaalvergroting van meerdere kleine organisaties naar één of twee grote hogescholen in de regio maakt dat er praktisch gezien een monopolie is ontstaan. Er worden in het onderwijs ook afspraken gemaakt omtrent kleinere opleidingen. Het heeft geen zin om twee dezelfde opleidingen met een halve klas te hebben in dezelfde regio.
Nu is dit niet zo erg. Het gaat niet om de organisatievorm. Daar betalen we als belastingbetalers niet voor. We betalen voor een volledige opleiding, de vorming tot een beroep.
Per hoger onderwijs diploma investeren de Nederlandse belastingbetaler en het bedrijfsleven samen ongeveer 100.000 euro per hoger onderwijs diploma. Onderwijsinstellingen ontvangen van de belastingbetaler per gerealiseerd uur ongeveer 12,50 euro per uur per student. Voor een volle klas van 30 studenten met 1 docent ervoor is dat 375 euro per uur. Een professionele onderwijsinstelling dient met een budget van 375 euro per gerealiseerd studielast-uur een opleiding met veel inhoudelijke kwaliteit te kunnen realiseren.
‘Kwaliteit als opdracht’ is iets wat de hogescholen en universiteiten zich al in 2009 als opdracht hebben gegeven. Natuurlijk was daar toen al aanleiding voor.
Vijf jaar later, in 2014, signaleren verschillende partijen:
.. om te voorkomen dat mooie urenaantallen op papier in de collegezaal niets inhoudelijks bijdragen.
Waarom schrijven ze dit op over het hoger onderwijs?
Als student is 'Je best hebben gedaan' is niet genoeg om een voldoende te krijgen. Je zult toetsen moeten halen om uiteindelijk je diploma te mogen ontvangen. Het is het bewijs van een resultaat.
Wat zie ik gebeuren in het hoger onderwijs:
De hoeveelheid studie-uren (studielast) die studenten zeggen te besteden om een voldoende te behalen is de helft van wat de school op papier zet én wat er wettelijk wordt voorgeschreven. Het gevolg hiervan is dat de instellingen volwaardige diploma's verstrekken die maar voor de helft zijn gevuld. Je betaald het volle pond en ontvangt maar een half product. Je toekomstige werkgever verwacht dat je met een volledig gevuld diploma komt.
In het kader van de kwaliteitsagenda's uit 2009/2011 van de hogescholen en universiteiten is er in 5 jaar tijd netto nul resultaat.
De aspecten waar studenten het meest tevreden over zijn werden niet door de onderwijsinstelling gerealiseerd maar door de 'studiestad', de 'collega studenten en docenten' en de bedrijven.
De aspecten waar studenten het minst tevreden over zijn werden ingericht door de instelling.
De resultaten van opleidingsevaluaties worden niet verwerkt in de nieuwe plannen van de instellingen.
Van de 4 jaar dat een studie duurt wordt 1,5 tot 2 jaar niet door de instelling maar door het bedrijfsleven gerealiseerd, in de vorm van gastcolleges, minoren, stages en afstuderen.
De kwaliteitscontrole van/door de overheid is niet geschikt om de wettelijk voorgeschreven kwaliteit te toetsen.
Naast mijn persoonlijke waarnemingen over de te lage kwaliteit zijn er de volgende signalen:
De middelen die de instellingen van de belastingbetaler ontvangen blijken ruim toereikend. Maar wanneer je die middelen niet in voldoende mate aan de realisatie van je primaire taak besteed dan ben je mijn inziens moreel verkeerd bezig. Ook wanneer je dat in opdracht van je leidinggevende doet.
Iedere professional die vanuit publiek geld wordt betaald heeft een eigen verantwoordelijkheid die verder gaat dan de gezagsverhouding met haar/zijn werkgever. In dit kader verwijs ik naar de 'Gedragscode voor ingenieurs'.
Wat moet er beter?
Opleiden gebeurt 'in de klas', door gekwalificeerde docenten en examinatoren. De docenten en examinatoren moeten hun werk naar behoren kunnen uitvoeren.