Volgens de wet op het hoger onderwijs: 'een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken".
Het ontwerpen van een deugdelijk samenhangend geheel van onderwijseenheden kost veel inspanning. Zeker in de techniek waar de fysieke apparaten en digitale mogelijkheden elkaar snel opvolgen. Een taak waar je 2 jaar geleden nog een week mee zoet zou zijn, doe je nu in 1 dag. De eis uit de WHW om de voor het beroep belangrijke 'kennis, inzicht en vaardigheden' aan te bieden in de hoeveelheid van de voorgeschreven studielast maakt het ieder jaar noodzakelijk om te bekijken of er wijzigingen of aanvullingen op
de inhoud nog actueel is.
het niveau nog goed is.
de studielast nog volledig is.
Curriculum is een ander woord voor 'een samenhangend geheel van onderwijseenheden'. Een curriculum samenstellen begint echter niet bij de onderwijseenheden.
Het begint bij de welomschreven doelstellingen, oftewel de beroepskwalificaties. Meestal in een combinatie van documenten zoals:
Eisen uit wet- en regelgeving
Het competentieprofiel
De Body of knowledge and skills
Verdieping: uitwerking studielast, werktijd en middelen per detail onderwerp
Uit die doelstellingen haal je vervolgens wat je moet toetsen. Toetseenheden beschrijven onder andere de te toetesen onderwerpen, toetsvorm, welke tijd het vraagt, cesuur etc etc.
Wanneer de toetseenheden in kaart zijn gebracht dan kunnen de bijbehorende onderwijseenheden worden samengesteld. Onder andere de onderwijsvorm, welke tijd het vraagt voor de docent, soort tijd, benodigde tijd voor zelfstudie voor de student etc etc.
Als laatste heb je geschikte facilitaire middelen nodig.
Dus of je nu kleine kennis in de student dient te planten of grote vaardigheden in de student dient te ontginnen, er is een standaard lijstje met aspecten die kunnen worden voorbereid om de eisen uit de WHW te realiseren.
De algemene specificatie: de beroepskwalificatie
In de beroepskwalificatie /het domeinprofiel worden de competenties beschreven inclusief het eindniveau (1, 2 of 3) waarop deze dienen te worden getoetst.
De detail specificatie: 'Body of Knowledge and Skills' (BoKS)
Een Body of Knowledge & Skills (BoKS) is een inhoudsopgave van onderwerpen. Het is de 'rode draad' van de inhoud van een opleiding. De BoKS zou voor dezelfde opleiding voor iedere student verplicht hetzelfde moeten zijn waarna specialisaties zoals afstudeerrichtingen, minoren, stages en afstuderen een specialisatie richting kunnen bepalen.
Een groot voordeel is dat de onderwerpen voor veel CROHO-opleidingen al landelijk in een zogenoemde 'Body of Knowledge and Skills' (BoKS) ( WHW: 'kennis, inzicht en vaardigheden' ) zijn vastgelegd. De BoKS is per CROHO opleiding een inhoudsopgave van onderwerpen die belangrijk zijn voor het beroep. Het hiervoor genoemde lijstje over toetseenheden en onderwijseenheden kan met die BOKS worden gecombineerd tot een tabel.
De verdieping van een BoKS is een nadere invulling van de 'onderwerpen' in de BoKS om te kunnen bepalen of de inhoudelijke leerdoelen
voor de student te behalen zijn én
voor de docent te doceren zijn én
voor de examinator te toetsen zijn
met de door het instellingsbestuur beschikbaar gestelde uren en andere middelen .
Belangrijk hierin zijn vooral praktische randvoorwaarden. Wanneer je als docent een lokaal hebt waar je met 8 studenten een practicum kunt doen dan het je voor 80 studenten 10 sessies nodig. Een docent die een lokaal heeft voor 24 studenten tegelijk heeft 4 sessies nodig. Ook het individueel toetsen van verslagen vraagt voor 80 studenten minder tijd dan voor 120 studenten.
Wat en hoe te toetsen? (Examinatoren)
Voor basis vakken van CROHO-opleidingen die op meerdere locaties worden gegeven kunnen examinatoren meerdere toetsen maken die random over de studenten kunnen worden verdeeld. Bijvoorbeeld via een computer die bij DUO staat.
Nakijken kan ook op dezelfde manier over de examinatoren worden verdeeld.
Wat en hoe te onderwijzen? (Docenten)
Welk onderwijs brengt de beste resultaten?
Wat te faciliteren om de opleiding te realiseren? (Bedrijven / Ministerie / Instellingen)
Bedrijven beschikken over meer en modernere middelen.
Het persoonlijk leervermogen is tijdens stages hoger dan in de onderwijsinstellingen.
Je bent zuiniger op de spullen van een bedrijf waar je misschien gaat werken.
Onderzoeksfaciliteiten bij de instellingen.
....
Wordt vervolgd...