Als voorbeeld het CROHO nummer 34280 HBO Bachelor Werktuigbouwkunde:
De algemene specificatie:
Domeinprofiel Bachelor of Engineering
In het domeinprofiel worden de competenties beschreven inclusief het eindniveau (1, 2 of 3) waarop deze dienen te worden getoetst.
In de praktijk blijkt dat 'competenties' in de techniek niet serieus worden gebruikt. Voor alle professionals is hier nog één keer een definitie die techneuten wel snappen. Een competentie bestaat uit:
Hetzelfde inhoudelijke werk vraagt op een booreiland om andere competenties dan in een kantoorpand op de wal.
Het mag duidelijk zijn dat in de omgeving van een onderwijsinstelling er niet op beroepscompetenties kan worden getoetst. Tenzij de student docent wil worden. Voor de rest van de studenten zal het toetsen van de competenties tijdens de stages of het afstuderen moeten gebeuren.
Examinatoren die nooit op een booreiland hebben gewerkt kunnen niet goed beoordelen of die competentie in de student aanwezig is.
Gezien de diverse omgevingen waar ingenieurs komen te werken lijkt het toetsen van competenties tijdens de opleiding in de instelling weinig bij te dragen voor de opleiding van de student. Je ziet dan ook in de praktijk op school dat er vooral op kennis, vaardigheden en houding wordt getoetst. Voor iedere 'competentie'. Dat doen we al 100 jaar en dat werkt prima.
De detail specificatie: Body of Knowledge and Skills
De BoKS voor 34280-Werktuigbouwkunde is verdeeld in de volgende kennisdomeinen:
De kennisdomeinen zijn vastgelegd op de landelijke vergadering van Werktuigbouwkunde opleidingen in januari 2013.
Hierboven is goed te zien dat er geen directe relatie is tussen de onderwerpen in het competentieprofiel en de onderwerpen in de BOKS. Ook wordt er niet aangegeven hoeveel studielast de verschillende onderwerpen verdienen te krijgen. Een verdieping is nodig. Zie hieronder een concept.
Wanneer per detail onderwerp de tijdsbesteding bekend is, kunnen onderwijseenheden, van een bepaalde omvang, worden gemaakt. Het moet geen probleem zijn om meer dan 1000EC's per opleiding te hebben klaar staan.
Bijvoorbeeld per CROHO bachelor opleiding van 240 EC's:
Het klinkt veel maar er zijn nu al meer dan 30.000EC's aanwezig in de hoger technische opleidingen. Zo kan er per CROHO opleiding één landelijk curriculum worden gemaakt. Door de 'accreditatie' van onderwijseenheden hoef je geen opleidingsaccreditaties op inhoud meer uit te voeren, alleen op een deugdelijke uitvoering.