John Ronald Reuel Tolkien.
John Ronald Reuel Tolkien werd geboren in Bloemfontein in Zuid-Afrika op 3 januari 1892, en overleed op 2 september 1973 in Bournemouth in Engeland. Hij was van 1925 tot 1945 Engelse hoogleraar in Oudengels, en van 1945 tot 1959 hoogleraar in de Engelse taal en letterkunde aan de universiteit van Oxford. Daarnaast was hij schrijver van verschillende bekende werken.
Met zijn boeken De Hobbit (The Hobbit) en In de Ban van de Ring (The Lord of the Rings) is hij vooral bekend geworden als de vader van de moderne high fantasy. In Oxford woonde hij in 20 Northmoor Road, zie foto onderaan deze pagina.
Tolkiens voorouders van vaders kant waren voornamelijk ambachtslieden. De familie kwam oorspronkelijk uit het Duitse Koninkrijk Saksen, maar woonde al sinds de achttiende eeuw in Engeland. De naam Tolkien is een Engelse verbastering van Tollkiehn, van het Duitse tollkühn, wat 'roekeloos' of 'overmoedig' betekent.
Tolkiens grootouders van moeders kant, John en Edith Jane Suffield, waren baptisten, die in Birmingham (Engeland) woonden. Zij hadden er een winkel.
De familie Suffield had sinds het begin van de negentiende eeuw verschillende bedrijven die geleid werden vanuit hetzelfde gebouw, Lamb House. Sinds 1810 had Tolkiens betovergrootvader William Suffield er een boekenwinkel. Tolkiens overgrootvader, ook John Suffield, had er sinds 1826 een kledingwinkel.
Na de Eerste Wereldoorlog ging Tolkien aanvankelijk voor de Oxford English Dictionary werken, waar hij zich voornamelijk bezighield met de geschiedenis en etymologie van oorspronkelijk Duitse woorden, beginnend met de letter W. In 1920 werd hij lector in de Engelse taal aan de Universiteit van Leeds en 1924 werd hij er tot hoogleraar benoemd. In Leeds verscheen van zijn hand "A Middle English Vocabulary" en samen met E. V. Gordon een gezaghebbende uitgave van Heer Gawein en de Groene Ridder, die beide decennialang beschouwd werden als academische standaardwerken. In 1925 keerde hij terug naar Oxford en werd daar hoogleraar in de Oud-Engelse taal aan de universiteit.
In die tijd begon Tolkien met het schrijven van "De Hobbit (The Hobbit)" en de eerste twee delen van "In de Ban van de Ring (The Lord of the Rings)". Tolkiens verhandeling uit 1936 "Beowulf: the Monsters and the Critics", is van blijvende invloed geweest op het onderzoek naar Beowulf. Lewis E. Nicholson zei dat Tolkiens artikel wordt beschouwd als een keerpunt in de kritiek van Beowulf. Volgens hem legde Tolkien de nadruk op de poëtische aard van het verhaal in plaats van op de meer taalkundige elementen.
Destijds werd Beowulf door geleerden over het algemeen
geminacht als een kinderachtig verhaal over gevechten met monsters in plaats van een realistisch verhaal over stammenoorlogen. Tolkien stelde dat de schrijver van Beowulf het menselijke lot in algemene zin aan de orde stelde, en zich niet beperkte tot stammenoorlogen, en dat de monsters daarom noodzakelijk zijn voor het gedicht. In zijn essay laat Tolkien ook zien hoeveel respect hij had voor Beowulf: “Beowulf is een van mijn waardevolste bronnen”. Deze invloed is terug te vinden in "In de Ban van de Ring".
In 1945 werd Tolkien hoogleraar in de Engelse taal- en letterkunde aan het Merton College van de Universiteit van Oxford, en dat bleef hij tot aan zijn pensioen in 1959. In 1948 voltooide Tolkien "In de Ban van de Ring", bijna tien jaar nadat hij er voor het eerst aan was begonnen. Tolkien werkte ook mee aan het vertalen van de "Bijbel van Jeruzalem", die in 1966 verscheen.
Met dank aan Wikipedia,
H.V. Anderz.
Laatst bijgewerkt op 08 november 2010.
Zie ook: Beeldverhaal Anderz, Film Anderz, Geschiedenis Anderz, Astronomie Anderz, Personen Anderz, Voetbal Anderz, Muziek Anderz en Sport Anderz.