Meteen na aankomst in Phnom Penh is het verschil duidelijk, daar waar Vietnam sterk in de lift zit is Cambodja stil blijven staan. Door de oorlog met Frankrijk, de bombardementen van de Amerikanen of het schrikbewind van de dictator Pol Pot heeft het land het zwaar te verduren gehad.
Vooral van 1975 tot 1979 toen Cambodja een dictatuur was heeft de bevolking hier enorm onder geleden. De mensen moesten verplicht werken op het platteland en wie maar iets macht had of een bedreiging kon zijn werd vermoord. Intellectueel of brildragend; het was voor hem al genoeg om je op te sluiten en af te voeren naar de killing fields, zo stierf ongeveer een kwart van de bevolking (2 miljoen).
De eerste paar dagen verblijf Ik in Tat Guesthouse, gerund door een wat ouder koppel. Hier is geen personeel maar een groep jongeren verleend hier hand en spandiensten, in ruil daarvoor krijgen zij een opleiding aangeboden.
Met een tuk-tuk ga Ik naar Choeung Ek, een van de vele plekken waar de moordpartijen plaatsvonden. Ik weet niet goed wat Ik verwachten moet en enigszins gespannen kom Ik aan bij de poort.
Bij de kassa kun je kiezen tussen alleen rondlopen, met een gids of de audiotour (hoofdtelefoon). Ik kies voor de laatste omdat die ook in het Nederlands beschikbaar is. Met de handen diep in de zakken loop Ik rond en dat het indrukwekkend is, is een understatement, overal waar je kijkt zie je het bewijs van de verschrikkelijke moordpartijen.
Door middel van informatieborden in combinatie met de audiotour word langzaam duidelijk wat er zich hier afgespeeld heeft. De vele massagraven, de stupa, de killing tree of de kledingstukken en botresten die nog uit het zand steken, kortom: verschrikkelijk.
Het is een gevoel dat Ik de rest van de dag met me meedraag en doe daarna dan ook niet veel meer.
De volgende ochtend word Ik wakker en besluit om ook het Tuol Sleng-museum te bezoeken.
De voormalige school die omgebouwd is tot gevangenis en dienst deed als concentratiekamp. Hier werden de gevangen geregistreerd en doorgestuurd, binnen zijn duizenden foto's tentoongesteld en zijn de cellen nog intact. Buiten zijn de gedenkstenen, martelwerktuigen en foto's van de leiders van het Democratisch Kampuchea te bezichtigen.
Later op de dag keer Ik terug naar het guesthouse en bereidt me voor op de reis naar Sihanoukville.
Na een paar uurtjes met de bus stap Ik uit op het busstation (vlak bij de rotonde).
Volgens de Lonely Planet is Monkey Republic een prima plek om een paar nachten te verblijven dus ga Ik op zoek. En inderdaad, het valt niet tegen. Schone kamers goed eten en een hippe bar. Deze plek werkt als een magneet op Die-Hard backpackers en al gauw is het contact gelegd met andere reizigers en babbelen we over wat leuk is en wat niet.
Doordat het weer wat tegen valt en de zee te ruw is om te duiken laat Ik me afzakken richting Kep dat bekent staat om z'n krabmarkt. Er zijn meerdere eettentjes die verse krab aanbieden en je kan zelf uitzoeken welke je wil hebben.
Na een smakelijke maaltijd is het tijd om op de terugweg even langs Sothy's pepper farm te gaan. Hier word hoogwaardige peper verbouwd, biologisch en voornamelijk bestemd voor de buitenlandse markt. De eigenaar verteld graag over de verschillende soorten peper en geeft een uitgebreide rondleiding.
Na een paar uurtjes zit het erop en is het natuurlijk tijd om wat te kopen. Ik koop witte peperkorrels die netjes zijn verpakt en geschikt om mee te nemen in het vliegtuig. 's Avonds terug in Sihanoukville leer Ik een paar mensen kennen en word er een feestje gebouwd. Al gauw wordt de groep grote en het feestje ook, Tegen een uur of drie gaat de bar dicht en krijgen we het advies om door te gaan op het strand. Tegen de tijd dat het licht wordt beland Ik in bed en slaap daar m'n roes uit.
Na een stevig Engels ontbijt knap Ik al weer aardig op en ga terug naar het stand, maar dit keer om te relaxen.
Niet alle stranden zijn even schoon en wat ook hier geldt is dat de verste de beste zijn.
Een tuk-tuk chauf weet me te vertellen dat er op een uur rijden een mooie waterval ligt die het bezoeken waard is, en dat is ook zo.Het heet de Kbal Chhay waterval en is nog niet plat gelopen door toeristen en bewoond door lokalen. Het is er heerlijk rustig en met een hand vol ander toeristen is het prima vertoeven.
De volgende dag vertrek Ik richting Battambang om de killing cave te bezoeken, maar ook de vleermuizen die met miljoenen tegelijk 's avonds uitvliegen. In de stad zelf valt niet echt veel te zien op de markt na dan. Het ritje met de bamboetrein laat Ik maar voor wat het is en vertrek per boot naar Siem Reap.
De tocht neemt de rest van de dag in beslag, en met een paar stops en motorpech is het die dag laat voor Ik aan kom. Snel op zoek naar een hotel, en dan even wat eten en drinken in de "Pub Street". Felle lichten en keiharde muziek maar je moet het meegemaakt hebben.
Later slenter Ik nog wat over de markt en duik rond middernacht tussen de klamme lappen.
De grootste attractie is natuurlijk Angkor Wat die je in één twee of drie dagen kunt doen, Ik kies voor de tweedaagse omdat mijn vlucht over drie dagen is. Het tempelcomplex is een dorp op zich, waar ook de film Tomb Raider is opgenomen. Hier is goed te zien hoe de natuur naar verloop van tijd het roer in eigen hand neemt. Sommige tempels zijn nog in gebruik en je ziet zo hier en daar groepjes monniken lopen.
Angkor Wat mag je niet missen alhoewel het wel toeristisch is.
Voor mij houd hier de reis op en zeg Ik: Cambodja is een arm land met vriendelijke mensen, maar ze hebben nog een lange weg te gaan.