Met het vliegtuig via Lissabon naar Ponta Delgada op het eiland São Miguel, de enige stad op de negen eilanden. Met een goede infrastructuur en bijna nieuwe wegen is een auto een must.
Ik heb voor de eerste paar overnachtingen een guesthouse geboekt net buiten Lagoa bij een koppel die hun huis hebben verbouwd en verhuren aan toeristen. Rond een uur of vijf 's middags kom Ik daar aan en wordt wegwijs gemaakt in hun woning. Met heuvels achter en de oceaan voor me kost het me weinig moeite om te wennen aan mijn nieuwe omgeving.
Aan het eind van de dag kijk ik nog even rond in het centrum van het dorp Lagoa.
Terug in het guesthouse word Ik uitgenodigd aan de keukentafel en drink een biertje om de dag af te sluiten.
Omdat de Azoren uit meerdere eilanden bestaan boek Ik een vlucht naar Pico, op een uurtje vliegen. Maar die vertrekt pas over een paar dagen dus heb Ik mooi even tijd voor één van mijn hobby's, en dat is duiken. In de buurt van de haven zitten een paar duiksport shops en bij aankomst blijkt dat de groep voor de ochtendduik een uur geleden vertrokken is. Gelukkig kan Ik wel mee met de middagduik en die is veelbelovend. Met de boot varen we richting de duikplek om een scheepswrak uit de tweede wereldoorlog te gaan bekijken. Het schip genaamd de SS Dori ging verloren in 1964 en ligt op twintig meter diepte. Het is inmiddels begroeid met planten en algen, ook vele soorten vissen vinden hier beschutting. Na zo'n drie kwartier is mijn lucht bijna op en ga Ik weer naar de oppervlakte. Als Ik terug in de haven ben weet Ik weer waarom Ik duiken zo leuk vind,"je word er gewoon hartstikke blij van". We praten nog een uurtje enthousiast door en gaan weer een ervaring rijker uit elkaar.
Later op de dag bezoek Ik nog één van de publiekstrekkers op São Miguel, het kratermeer Sete Cidades vanaf het uitzichtpunt (miradouro) heb je prachtig zicht op dit meer dat eigenlijk uit twee delen bestaat en onder de juiste omstandigheden groen en blauw is. Ik neem de route rond het meer en pauzeer even op de brug die de meren scheidt.
Op de weg naar "huis" trekt miradouro Santa Iria m'n aandacht, Ik zet de auto op de parkeerplaats om van het schitterende uitzicht te genieten. Dit uitzichtpunt geeft de ruige kustlijn en de steile kliffen goed weer en is een lust voor het oog.
Vandaag vroeg uit de veren om het gebied rond Lagoa das Furnas te bekijken. Ik kom rond half tien aan en de parkeerplaats is nog leeg, de slagboom staat open en Ik zet de auto in het vak. Op de informatieborden staat in verschillende talen wat hier te zien valt.
Na nog een kwartier lopen staat het FMIC (Furnas Monitoring and Investigation Centre), betaald door de overheid en bedoeld om informatie te verstrekken over de flora en fauna rond de lagune. Na wat gegeten te hebben ben Ik nog steeds de enige bezoeker maar krijg toch een korte introductie en word in de filmzaal een twintig minuten durende video afgespeeld. Na afloop nog even naar de permanente collectie en daarna door met de wandeling rond het meertje.
Het is eind April en de lente begint, ook op de Azoren. Met de geur van verse bladeren en de voorjaarszon er bij is het hier goed vertoeven.
Aan de andere kant van het meer staan de touringcars met toeristen te bumperkleven voor de meest spectaculaire attractie van dit gebied, de thermische bronnen waar dagelijks maaltijden worden bereid, het zogenaamde stew cooking.
Ik vervolg de route richtig de parkeerplaats en zie dat de slagboom nu dicht is. Omdat Ik geen ticket heb zoek Ik contact via de info button op het betaalapparaat en uit de praatpaal klinkt een uiterst vriendelijke stem die me verteld dat Ik gratis door kan rijden, en voor een Nederlander is dat pure winst.
's Middags ga Ik even kijken bij een van de weinige zandstranden op de Azoren, namelijk die ene bij Ribeira Quente. Dit kleine vissersplaatsje gelegen tegen de steile heuvels heeft een mooi strand met in het water enkele heet waterbronnen die er voor zorgen dat de watertemperatuur altijd enkele graden hoger ligt dan normaal. Op de weg terug stop Ik even bij de waterval net buiten het dorp.
In het dorpje Furnas zet Ik de dampende warmwaterbronnen op de foto en rij Ik weer naar huis.
Het is kwart over vijf en de wekker gaat, vroeg uit de veren dus. Om acht uur vertrekt m'n vliegtuig voor een klein uur durende vlucht naar Pico. Het op één na grootste eiland beroemd om zijn wijnteelt valt op door de muurtjes gemaakt van lavasteen. Na aankomst op de luchthaven loop Ik direct door naar de autoverhuur, want ook hier liggen de wegen er puik bij.
Als eerste moet ik een slaapplek zien te vinden. Bij de eerste poging is er niemand thuis maar de tweede is raak. Ik beland in het plaatsje São Roque do Pico aan de voet van de vulkaan en met uitzicht op het eiland São Jorge.
Op zoek naar een duikshop kom Ik uit bij Twin Peaks, met de uiterst vriendelijke Engelsman Garry. Ik spreek af om twee keer te gaan duiken, dan is dat in ieder geval geregeld.
Vandaag is het Zaterdag en sta Ik om half negen weer op de stoep bij Garry, we zijn met z'n drieën en dat is prima zo. We gaan naar de oude haven om daar rond de pier te duiken, op de helft ligt een uitloper van een lavastroom met een grot vol garnalen en een boog waar je net onder door kan zwemmen. Er is een sterke deining en het kost me de grootste moeite om recht door het water te bewegen. Na ongeveer drie kwartier blijven we even op zo'n zes meter diepte rondhangen waarna we terug zwemmen naar het beginpunt. Een goed begin van de dag en dat ga Ik zeker nog een keer over doen.
Het viel me eerder al op dat er wat te doen was bij het restaurant op de hoek, en ook vandaag is het er een drukte van belang. Blijkt dat er een open buffet gaande is. Voor 9€ kun je er zo veel eten als je wil inclusief een blikje frisdrank en een koffie of thee. Het zit er vol met lokale bewoners maar ook de politie schuift hier gezellig aan.
Later op de dag ga Ik kijken bij de walvisfabriek in São Roque do Pico, ooit het hart van de walvisvangst nu is de fabriek omgetoverd tot museum. Voor 2€ mag je naar binnen en het is zeker de moeite waard. Alle machines zijn gerenoveerd en staan nog op de zelfde plek als vroeger, ook het gebouw is opgeknapt. Het hele proces van slachten tot het verwerking word hier uit de doeken gedaan, zeer interessant.
Het vangen van walvissen is op de Azoren pas in 1987 gestopt.
's Avonds ga Ik even naar het havenplaatsje Lajes Do Pico om een ticket te kopen voor het walvissen kijken. Er zijn hier meerdere organisaties en Ik loop bij de eerste de beste naar binnen. Die vent achter de balie vertikt het om mij aan te kijken en na twee minuten loop Ik de deur weer uit en denk ¥’‘¤¡@#! Aan de andere kant zit een nieuw clubje mensen die wel enthousiast zijn en hier koop Ik met plezier een kaartje voor morgen. Om half negen 's ochtends word er verteld welke dieren er rond de Azoren zwemmen en een half uur later stap Ik met nog zeven anderen aan boord. Het eerste groepje dieren dat we zien zijn de gewone dolfijnen, even later nog een paar grijze dolfijnen een joekel van een schildpad maar helaas geen walvissen. Je krijgt immers ook geen garantie. Door de hoge golven zit de helft van de mensen met een emmer op schoot en ook de gids moet er aan geloven, we keren dan ook eerder dan gepland terug naar de haven. Eenmaal weer terug aan land loop Ik nog even bij het museum van de walvisjacht (Museu dos Baleeiros) naar binnen, dit museum gaat alleen over het jagen en vangen van de walvissen. De rest van de dag vul Ik met epibreren.
Het is maandagochtend en Ik sta wéér bij Garry op de stoep om te gaan duiken. Dit maal zie Ik een paar grote kreeften en ook een groepje barracuda's. Het blijft indrukwekkend om zo tussen de lavarotsen door te zwemmen. 's Avonds drink Ik een biertje en bereid me voor om morgen terug te vliegen naar São Miguel.
Op het vliegveld haal Ik de huurauto op en ga in een keer door naar de parochie en het dorpje Furnas. Hier had ik de eerste keer dat Ik het bezocht al een goed gevoel dus ga Ik er nu weer naar toe. Dat men hier religie hoog in het vaandel heeft blijkt wel uit het feit dat de heilige maagd Maria met tegeltjes in de voorgevel gemetseld is. Omdat het redelijk centraal gelegen is en Ik nog maar een paar dagen over heb blijf Ik hier de rest van de tijd. Ik ga op zoek naar een slaapplek en dit valt nog niet erg mee, het duurt dan ook even voordat Ik een hotel gevonden heb dat mij aanstaat. Vlug nog even wat sightseeën en als het donker is lekker uit eten.
Het is de bedoeling dat Ik "even" ga kijken bij de waterval met de naam Salto Do Prego. Als Ik de auto op de parkeerplaats zet is het nog een dik uur lopen voordat het eindpunt in zicht is maar het is dan wel de moeite waart. De route begeeft zich langs een bochtig riviertje met kleine watervallen en stroomversnellingen. Het laatste stuk is vrij stijl en na een paar keer stoppen ben Ik er. Prachtig, nu weer terug.
In de buurt van Nordeste staat de vuurtoren (Farol do Arnel) de weg er naar toe heeft een hellingsgraad van 35%. Gezien de klim van vanochtend neem Ik het risico om er met de auto naar toe te gaan en gelukkig loopt alles goed af
Chá Gorreana is de enige en oudste thee producent in Europa en gevestigd op São Miguel. Sinds 1883 word hier op traditionele wijze thee gemaakt en mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Met de zelfde machines als toen produceert men veertig ton thee per jaar. Na het bezoek wandel Ik over de theeplantage aan de andere kant van de weg waar de route met bordjes staat aangegeven.
In de middag bezoek Ik het Museu Militar dos Acores dat gevestigd is in Ponta Delgada. Het fort is omgebouwd en doet vandaag de dag dienst als militair museum, het ligt aan het eind van de boulevard waar het wat makkelijker is om een parkeerplek te vinden. Het is aardig ingericht en geeft een beeld van de recente militaire geschiedenis van de Azoren.
Op de een-na-laatste dag toch maar even kijken bij dat andere beroemde kratermeer Lagoa do fogo, hoog gelegen en met prachtige uitzichten is het hier wel even zo'n graad of vijftien koeler dan beneden.
Terug in Furnas ga Ik naar Poça da Tia Silvina om mijn voeten in deze warmwaterbron te steken en te overdenken hoe het is om morgen weer in Nederland te zijn.
De Azoren; een vakantiebestemming met toekomst.