Met een “briefing” open je een activiteit. Met een “debriefing” sluit je een activiteit.
Briefing, vóór de activiteit of shift. Elke shift of activiteit begint best met een briefing. Soms overdracht genoemd. Een briefing is het kort moment waarbij de leidinggevende de taken verdeelt, de situatie en het doel toelicht.
Een briefing zorgt ervoor dat iedereen weet wat verwacht wordt, op welke manier en waar men terecht kan bij vragen. Een briefing zorgt voor een gevoel van veiligheid, rust, controle, verbondenheid en voorspelbaarheid.
De-briefing, ná de activiteit
Elke shift heeft best een slotmoment, de “de-briefing”.
Dit eenvoudig gesprek duurt soms minder dan 10 tot maximum 20 minuten.
Vóór iedereen naar huis vertrekt roep je als leidinggevende je team samen.
Je overloopt wat de bedoeling was, je informeert, je laat je mensen vertellen hoe het liep en je spreekt af wat nog dient te gebeuren. Je bedankt iedereen.
Met een debriefing sluit je de activiteit af. Je mensen horen hoe het algemeen liep, ze kregen de kans opmerkingen te maken en ze weten dat ze naar huis kunnen.
Ook een debriefing zorgt voor veiligheid, rust, controle, verbondenheid en voorspelbaarheid.
Briefing en debriefing zijn cruciaal in tijden van onduidelijkheid.
Ze geven ritme en structuur, heel belangrijk bij deze langdurige crisis.
Men kan de frustraties op de werkvloer al wat achterlaten. Als leidinggevende leer je over de nood in je team.
Verzamel en bedank je team
Bedank je hele team voor hun inzet.
Bedank voor hun deelname aan deze debriefing.
Bedank je team om met respect naar elkaar te luisteren.
Informeer je team
Geef een overzicht van de taak die je team had.
Verwijs naar je briefing of de opdracht zoals je die als leidinggevende doorgaf.
Overloop de shift in grote lijnen. Benoem de moeilijkere of intense momenten.
Informeer: Schets kort een stand van zaken van de huidige situatie.
Luister naar je team
Geef de leden van je team de kans om te praten over hun ervaringen en hun frustraties.
Je luistert.
Vragen die je kan stellen:
Welke vragen hebben jullie nog?
Wat was het moeilijkste moment?
Welk moment gaf het meest voldoening?
Zorg dat iedereen de kans krijgt om te spreken.
Verplicht niemand om te praten. Sommigen willen liever enkel luisteren.
Onderbreek teamleden die kritiek hebben op anderen.
Benoem en erken
Benoem dat het om een zware periode gaat.
Benoem dat vele reacties normaal zijn: boosheid, verdriet, frustratie,…
Benoem dat het ook normaal is om fier te zijn, bijvoorbeeld omdat men goed reageerde.
Activeer
Activeer je team om …
Hun zelfzorgplan te raadplegen
Voor elkaar te zorgen door de komende tijd beschikbaar te zijn voor elkaar.
Ook thuis te spreken over wat hen bezighoudt en hoe ze zich voelen.
Sluit de debriefing af
Benoem welke zaken nog onduidelijk zijn, schets de stappen die je zal nemen om deze duidelijk te krijgen.
Benoem dat men steeds terecht kan bij: jou als leidinggevende; bij de buddy of het collegiaal opvangteam.
Benadruk nogmaals de blijvende zorg voor elkaar.
Verwijs naar volgende shift of het moment wanneer je elkaar opnieuw ziet.
NA de debriefing
Blijf beschikbaar
Blijf als leidinggevende ook de komende tijd beschikbaar voor vragen en noden van je teamleden.
Hou in de gaten of iemand zijn gedrag of gewoontes verandert. Bespreek deze.
Bijvoorbeeld: iemand lacht minder, reageert norser, iemand is stiller...
Maak je je zorgen over iemand? Spreek je medewerker aan of bel op. Deel je bezorgdheid.
(lees: ONDERSTEUNING - ZORGVERLENERS)
Klik hier voor een handig printbaar geheugensteuntje: COVID-19 Debriefing na shift
Hoe je een collegiaal opvangteam organiseert leer je in 4.4. Organiseer een hulplijn voor je personeel