Deze pagina is er voor wie als taak heeft collega's of werknemers psychosociaal te ondersteunen vanop afstand (telefonisch, chat of web).
Je maakt deel uit van een collegiaal opvang team binnen je organisatie. (zie ook: 2.1.3. Organiseer een hulplijn voor je personeel )
Er zijn drie scenario's.
een zorgverlener belt jou omdat er zich een moeilijke situatie voordoet op de werkvloer.
een zorgverlener belt jou omdat nood aan heeft omdat het allemaal teveel wordt.
jij belt een collega zorgverlener
Op deze pagina gaan we ervan uit dat je zelf iemand contacteert, voor de ander situaties gebruik je de tips op de vorige pagina.
Collegiale opvang is steeds aanvullend. Ze maakt deel uit van een visie en beleid over zorg voor de hulpverlener. Alle ander opties blijven bestaan: de andere collega's, leidinggevende, vertrouwenspersoon, cel welzijn, preventiedienst, arbeidsgeneesheer... . Zie ook het Kringenmodel uit de Richtlijn voor geüniformeerden van stichting Impact.)
Bovendien heeft je organisatie er alles aan gedaan om de inzet van de zorgverleners veilig te houden. Het bestaan van je team om collega's bij te staan is duidelijk gecommuniceerd. De inhoud van de gesprekken is vertrouwelijk, maar je kan terugkerende verzuchtingen verzamelen en eventueel deze terugkoppelen aan een verantwoordelijke.
Door proactief contact op te nemen met je collega's zorg je er voor dat ze zich opgevangen weten (veiligheid) en niet in de steek gelaten voelen (verbondenheid).
Veiligheid en vertrouwen
Eventueel stuur je een tekstbericht vooraf mat de vraag of je even mag bellen. (Je vraag is altijd open en uitnodigend: "Ik zou je graag eens horen over de voorbije shift", "Wanneer kan ik je even bellen?")
Introduceer jezelf (kort). Benadruk vertrouwelijkheid.
Vraag na hoeveel tijd je collega heeft.
Nodig uit tot een gesprek: "Ik wou graag horen hoe je shift verliep vandaag?"
Laat mensen eerst vertellen (spanningsreductie) om pas daarna structuur te brengen.
Structureer via bijvragen, leg uit dat je iemand goed wil begrijpen om straks te kunnen helpen. Je neemt voldoende tijd om de vraag of vragen in kaart te brengen.
Bij zware shiften vraag je , wanneer men voldoende rustig is, wat het zwaarste aspect was. Liefst hou je niet meer dan twee topics over waar je verder mee werkt in je gesprek.
Erken en normaliseer reacties. Geef uitleg van waar deze komen.
Benadruk wat de beller al deed om om te gaan met de situatie. Men ziet dit vaak zelf niet.
Ga mee op zoek met de beller naar de strategieën, talenten of krachten die in het verleden al werkten. De kans is groter dat men ze zal toepassen.
Zijn zaken onduidelijk? Moet iets gemeld worden? Zoek dan mee naar ene manier om dit te melden. Is er niet meteen aan oplossing, gaat het om den verzuchting dan neem jij als hulpverlener die op.
Vraag om het zelfzorgplan in te vullen.
Vraag door om te weten te komen of er nog andere zorgen zijn , of dat er nog andere steun nodig is.
Een zorgende organisatie zorgt voor verbondenheid. Dat jij belt is hiervan een uiting.
Vraag na of mensen een buddy hebben, die collega bij wie ze terecht kunnen. Motiveer mensen om met hun buddy hun zelfzorgplan te overlopen.
Geef de gegevens waar men het collegiaal opvangteam kan bereiken.
Verwijs naar: Tips voor zorgverleners.
Hier herhaal je de zaken die onduidelijk waren voor je collega. Je belooft om even na te gaan waar men er mee terecht kan. Je spreekt een moment of manier af om terug te koppelen en je houdt je hieraan.
Leg uit dat je zal terugbellen. Wellicht is het niet nodig om elke dag te bellen, maar volstaat eens in de week.
Beëindig de oproep zodanig dat de beller inhaakt. Nodig uit om je te contacteren.
Mogelijks was dit een kort gesprek, vond je collega het allemaal niet nodig. Dat maakte het niet minder belangrijk. Verbondenheid staat hier voorop.
#samenerdoor
Opmerking maken, een vraag stellen of een schrijffout gezien? Informeer ons