Spierstelsel antwoorden
Waar of vals
Dwarsgestreepte spieren kan je macroscopische herkennen aan de afwisselende kleur.
vals
De wand van de ureters bestaat onder andere uit willekeurig spierweefsel.
vals
In de blaas boven de mucosa bevinden zich verschillende lagen glad spierweefsel.
waar
Spiercellen behoren histologisch tot het steunweefsel.
vals
Het myocard, middelste en dikste laag bestaat uit onwillekeurig dwarsgestreept spierweefsel.
waar
Venen bevatten geen spierweefsel.
vals
De media van de grote lichaamsslagader bestaat uit glad elastisch spierweefsel.
waar
De trachea is een holle buis die bestaat uit kraakbeenringen en niet uit glad spierweefsel.
vals
De bronchiolen bestaan enkel uit glad spierweefsel.
waar
De spieren die zich bij gewrichten bevinden versterken de verbinding.
waar
Meestal geeft men I.M. in de musculus quadriceps femoris.
vals
De achillespees is een pees van de musculus gastrocnemius.
waar
De patella zit in de aanhechtingspees van de musculus quadriceps brachii
vals
De musculus quadriceps femoris hecht aan op het distaal deel van de tibia.
vals
De musculus gastrocnemius zit aan de achterzijde van het dijbeen.
vals
Hoe groot de kracht van een spier is wordt bepaald door het aantal spiervezels die tegelijk actief zijn.
waar
Het diafragma is de belangrijkste ademhalingsspier.
waar
Een fascie bestaat uit steunweefsel.
waar
In welke laag van de huid kan je spiertjes terugvinden die aan de haren vastzitten? Zijn dit willekeurige of onwillekeurige spieren?
in de dermis, dit zijn onwillekeurige spierenWat gebeurt er als de spiertjes in de huid samentrekken? Waarom en wanneer kan dit gebeuren? Zijn dit gladde of dwarsgestreepte spieren?
Je haren komen recht te staan, je krijgt kippevel.
Het verhoogt de warmte-isolerende werking van de huid. (De lucht die tussen de haren zit wordt vastgehouden.)
gladdeUit welk soort spierweefsel bestaat de tong?
willekeurig spierweefselWat is de functie van de tong?
kauwen, slikken, proeven, mond en gebit reinigen, sprekenDe oesophagus bestaat o.a. uit spierweefsel. In welke laag treft men dit weefsel aan? Welke spieren zijn het? Worden ze bezenuwd door het willekeurig of door het onwillekeurig zenuwstelsel?
3° laag, tussen submucosa (2°laag) en serosa (4° laag)
kring -en lengtespieren
Ze zijn bezenuwd door het onwillekeurig zenuwstelsel.Het rectum bevat 2 sluitspieren. Welke spieren waren dit?
binnenste sfincter = onwillekeurig, buitenste sfincter = willekeurigHoe noemen de 4 spieren die helpen bij de inspiratie. Bespreek taalkundig.
diafragma of middenrif,
de musculi intercostalae externi, uitwendige tussenribspieren
musculus pectoralis major, grote borstspier
musculus pectoralis minor, kleine borstspier
dia= doorheen, musculus = spier, inter = tussen, costa = rib, extern = uitwendig, pectus (L) = borst, major = groot, minor = kleinWanneer gaat expiratie niet vanzelf? Wie helpt dan mee?
bij vernauwde luchtwegen, de abdominale spieren (= buikspieren) en musculi intercostalae interniWaaruit bestaat het actief en passief bewegingsstelsel?
Het actief bewegingsstelsel bestaat uit spieren, pezen en ligamenten (vb kruisbanden)
Het passief bewegingsstelsel bestaat uit botten en gewrichtenGeef de naam van de 3 soorten spierweefsel. Illustreer met een voorbeeld. Geef ook aan hoe deze spieren bezenuwd zijn.
dwarsgestreept spierweefsel: biceps en triceps; bezenuwd door het willekeurig zenuwstelsel
glad spierweefsel: rond de ureters en bronchiolen; bezenuwd door het onwillekeurig zenuwstelsel
harspierweefsel; bezenuwd door het onwillekeurig zenuwstelselWaaruit bestaat de oorsprong en de aanhechting van de biceps?
uit pezen (collageen bindweefsel, niet elastisch-sterk weefsel)Wat ligt er tussen de pezen van de quadriceps?
Tussen de pezen van de vierhoofdige dijspier liggen vier spierbuiken.Uit wat zijn de spierbuiken van de triceps brachii opgebouwd?
Spierbuiken zijn opgebouwd uit een aantal spierbundels. Spierbundels zijn opgebouwd uit spiervezels.Wat zijn skeletspieren? Waarom noemt men skeletspieren dwarsgestreepte spieren?
skeletspieren zijn willekeurige spieren (vastgehecht aan het skelet), onder de microscoop ziet men afwisselend licht en donkere gebieden.Is de musculus deltoïdeus een skeletspier? Leg uit waarom?
ja, je kan hem met je wil besturen, hij hangt via pezen vast aan clavicula en scapula (oorsprong) en proximaal deel van de humerus (aanhechting), onder de de microscoop ziet men afwisselend licht en donkere gebiedenWat is het verschil tussen de oorsprong en de aanhechting van een spier?
De oorsprong is het deel waar de spier aan vast zit, de aanhechting is het deel dat de spier kan doen bewegen.Leg (+taalkundig) uit en illustreer met een voorbeeld: spieratrofie.
Spieratrofie is een vermindering van volume, en kracht van een spier. a = geen, trofie = voeding
vb na 6 weken gips (inactiviteit van de spier) zijn de spieren dunnen en zwakkerLeg (+taalkundig) uit en illustreer met een voorbeeld: spierhypertrofie.
Spierhypertrofie is een vermeerdering van volume, en kracht van een spier. hyper = veel, trofie = voeding
vb na training (vb fitnes) zijn de spieren dikker en sterkerWat betekent schede?
vagina (letterlijk: omhulsel)Hoe noemt men de bindweefselschede rond een spierbundels in de spierbuiken van de musculus quadriceps femoris?
fascieHoe noemt men een spiervezel in een spierbundel in een spierbuik van de musculus triceps brachii?
een fibrilHoe noemt men het contactpunt tussen een zenuw en een spiervezel?
het motorisch eindplaatjeGeef en bespreek de eigenschappen, het uitzicht, de bewegingsmogelijkheden en de fysiologie van gladde en dwarsgestreepte spieren. Noteer je antwoord in 2 kolommen.
gladde spieren
dwarsgestreepte spieren
Uitzicht
geen dwarse strepen
spierbuiken, spierbundels, spiervezels
fascie rond spierbundels
begin en einde: pezen
onder de microscoop: strepenEigenschappen
onvermoeibaar, langzaam, onwillekeurig (= o.i.v. autonoom zenuwstelsel)
vermoeibaar, snel, willekeurig, motorische eindplaat
Bewegingsmogelijkheden
peristaltiek, contracties
flexoren, extensoren, abductoren, adductoren, exoratatoren, endorotatoren
Fysiologie
prikkelbaar via autonoom zenuwstelsel of hormonenhuishouding
samentrekbaar, contractie
elastisch
steeds zekere tonusprikkelbaar via de motorische zenuw of zonder impuls van de hersenen
samentrekbaar, contractie
elastisch
steeds zekere tonus
Bespreek de cardiale spier soort, eigenschappen.
onwillekeurig spierweefsel = dezelfde eigenschappen als gladde spieren, uitzicht dwarsgestreepte spierenGeef de medische term
grote borstspier musculus pectoralis major
deltaspier musculus deltoïdeus
kleine borstspier musculus pectoralis minor
kleermakersspier musculus sartorius
uitwendige tussenribspiere musculi intercostales externi
borstbeen-sleutelbeen-tepelspier musculus sternocleidomastoideus
inwendige tussenribspieren musculi intercostales interni
brede rugspier musculus latissimus dorsi
monnikskapspier musculus trapezius
2 koppige armspier musculus biceps brachii
Geef en bespreek de belangrijkste ademhalingsspier. (naam, oorsprong en aanhechting, kenmerken, functie)
diafragma of middenrif, scheidt thorax en abdomen t.h.v. L1, caudaal sternum en onderste ribben, peesplaat met dunne platte spierplaat omheen, 3 openingen; voor aorta VCI, oesophagus, F: inspiratie, buikpersGeef en bespreek 3 spieren waar I.M. inspuitingen mogen toegediend worden.
Geef de naam, de oorsprong, de aanhechting, de kenmerken en de functie van die spier.
Gebruik steeds de medische term. Zet bij elke medische term de Nederlandse term tussen haakjes.
musculus gluteus maximus, grote bilspier, O: buitenzijde os ileum (darmbeen), A: proximale deel femur (dijbeen), K: de spier waarop we zitten, F: extensie van de dij, exorotatie, adductie en abductie.
musculus deltoïdeus, deltaspier, O: scapula (schouderblad) en clavicula (sleutelbeen), A: humerus: opperarmbeen, K:spier waar vaak vaccins worden toegediend, F: abductie van de arm
musculus quadriceps femoris (grote bilspier, O: os coxae (heupbeen) proximale deel ven het femur dijbeen), A: tibia (scheenbeen), K , aanhechtingspees bevat de patella, F: flexor heup, extensor knieGeef 1 voorbeeld van een abductor, en leg uit waarom. Geef 1 voorbeeld van een adductor, en leg uit waarom.
musculus deltoïdeus; zijwaarts heffen van van de arm tot horizontaal
musculus pectoralis major; trekt de arm naar het lichaam toe.Wat is een pees? Geef de naam van de pees bekend vanuit een godenverhaal? Van welke spier is deze pees? (naam, oorsprong en aanhechting, kenmerken, functie)
een pees is een uiteinde van een spier vastgehecht aan een bot, vb achillespees van de tweelingkuitspier (musculus gastrocnemius) is vast aan de calcaneus of hielbeen, oorsprong femur, functie voet buigen richting zool en knie plooien.Leg uit en bespreek: "De musculus quadriceps femoris is een extensor en een flexor" .
Geef ook de naam en de soort van de beenverbindingen die voorkomen in je antwoord.
Geef ook de naam, de oorsprong, de aanhechting, de kenmerken en de functie van die spier.
Gebruik steeds de medische term. Zet bij elke medische term de Nederlandse term tussen haakjes.
naam: vierhoofdige dijspier
oorsprong: heup en proximaal (het meest dichtbije) deel femur (dijbeen)
aanhechting: proximaal deel tibia (scheenbeen)
kenmerken: de pees aan de tibia (spaakbeen) bevat de patella (knieschijf), de spier mag gebruikt worden voor intramusculaire inspuitingen.
functie: flexie (buigen) van het heupgewricht (=kogelgewricht), en extensie (strekken) van het kniegewricht (scharniergewricht)Hoe noemt men de verbinding tussen een spier en een bot? Uit welk weefsel bestaat deze verbinding?
pees
stevig bindweefsel; collagene vezelsOver welk begrip spreken we? "een samenstel van door bindweefsel verbonden cellen die in staat zijn tot uitgebreide en sterke samentrekking (= contractie)"
spier of musculusLeg uit en bespreek: "De musculus gastrocnemius overspant 2 gewrichten en heeft één insertiepees (aanhechtingspees)".
Geef ook de naam en de soort van de beenverbindingen die voorkomen in je antwoord.
Geef ook de naam, de oorsprong, de aanhechting, de kenmerken en de functie van die spier.
Gebruik steeds de medische term. Zet bij elke medische term de Nederlandse term tussen haakjes.
naam: tweelingkuitspier
oorsprong: distale (verste) deel femur (dijbeen)
aanhechting: os calcaneus (hielbeen)
kenmerken: de insertiepees of aanhechtingspees waarvan sprake noemen we ook de achillespees, bi-articulaire spier
functie: flexie (buigen) van het kniegewricht (scharniergewricht), zoolwaarts buigen van de voet, de spier overspant dus het knie en enkelgewricht (= eigewricht)Welke spier werkt indien ik op mijn tenen wil staan? (= optillen hielen)
musculus gastrocnemiusHoe noemen we de spieren die bij aangespannen de plasbuis en de anus en (bij vrouwen) de schede afsluiten?
bekkenbodemspierenOp welke grote sterke vierhoekige spier zitten we?
Geef ook de naam en de soort van de beenverbindingen die voorkomen in je antwoord.
Geef ook de naam, de oorsprong, de aanhechting, de kenmerken en de functie van die spier.
Gebruik steeds de medische term. Zet bij elke medische term de Nederlandse term tussen haakjes.
musculus gluteus maximus, grote bilspier, O: pelvis (bekken), buitenzijde ileum (darmbeen), A: proximaal (het meest dichtbije) deel femur (dijbeen), K: meest geschikt voor I.M. inspuitingen, F: extensor (strekker) dij, adductor (= naar het lichaam toe) (en abductor of van het lichaam weg) en exorotator (naar buiten draaien dij)Welke spier wordt gebruikt om het lichaam uit zittende positie op te heffen?
musculus gluteus maximusMet welke spier trek je je schouders op?
musculus trapezius (monnikskapspier)Welke spier verbindt het borstbeen met het sleutelbeen en zit vast aan het achterhoofdsbeen (mastoid)?
musculus sternocleidomastoideusGeef en bespreek 4 thoracale spieren.
Geef de naam, de oorsprong (O), de aanhechting (A), de kenmerken (K) en de functie (F) van die spier.
musculus pectoralis major, grote borstspier
O: sternum (borstbeen), kraakbenig deel 6 eerste ribben (costae), mediaal gedeelte clavicula (sleutelbeen)
A: proximaal deel van de humerus (opperarmbeen)
K: veel geoefend door bodybuilders
F: adductie arm en hulpademhalingsspier
musculus pectoralis minor, kleine borstspier
O: benig deel rib 3 tot 5 (costae)
A: scapula (schouder)
K: zit onder de grote borstspier
F: trekt clavicula (sleutelbeen) en scapula (schouderblad) naar beneden, trekt ribben omhoog en hulpademhalingsspier
musculus intercostales externi, uitwendige tussenribspieren
O: benig deel ribben
A: benig deel ribben
F: inademingspieren
musculus intercostales interni, inwendige tussenribspieren
O: kraakbenig deel van de ribben en ventraal benig deel
A: kraakbenig deel van de ribben en ventraal benig deel
F: uitademingspierenGeef en bespreek 2 abdominale spieren.
Geef de naam, de oorsprong (O), de aanhechting (A), de kenmerken (K) en de functie (F) van die spier.
musculus rectus abdominis, rechte buikspier
O: sternum (borstbeen)
A: os pubis (schaambeen)
K: 4 tot 5 dlen met linea alba (verticale bindweefselband in het midden)
F: voorover buigen, achteroverkantelen bekken, hulp bij extra diepe uitademing, buikpers (vb bij defaeceren)
diafragma, middenrif
O: sternum (borstbeen), onderste cotae (ribben), lumbale wervel, L1
K: peesblad met dunne spierplaat, koepelvormig met bolle zijde naar boven, met openingen voor aorta, VCI en oesophagus
F: thorax vergroten bij inspiratie, buikpersBespreek de bekkenbodemspieren.
Geef de naam, de oorsprong (O), de aanhechting (A), de kenmerken (K) en de functie (F) van die spier.
De bekkenbodemspieren bestaan uit 2 delen:
een achterste deel rond de anus? de grootste spier is de musculus levator ani (anusopheffer)
een voorste deel rond de urethra & vagina
O & A: tussen het os pubis (schaambeen) en het os ischii (zitbeen)
K: zeer belangrijk i.v.m. incontinentie na bevalling
F: werkt mee met de buikpers, draagt het gewicht van de bekkeningewanden (de blaas, de endeldarm en de baarmoeder), werkt mee bij de sluiting van het rectum (endeldarm)Bespreek de spieren van de arm.
Geef de naam, de oorsprong (O), de aanhechting (A), de kenmerken (K) en de functie (F) van die spier.
Gebruik steeds de medische term. Zet bij elke medische term de Nederlandse term tussen haakjes.
musculus biceps brachii, tweehoofdige armspier
O: scapula (schouderblad)
A: proximaal deel van de radius (spaakbeen)
F: flexor arm
K: de antagonist van de triceps
musculus triceps brachii: driekoppige armspier
O: scapula en proximaal deel van de humerus
A: olecranon (haakvormig uitsteeksel)
F: extensor van de arm (strekspier)
K: de antagonist van de biceps
musculus deltoïdeus, deltaspier
O: scapula (schouderblad) en clavicula (sleutelbeen)
A: humerus: opperarmbeen
K: spier waar vaak vaccins worden toegediend
F: abductie van de armGeef en bespreek 3 bil- of beenspieren.
Geef de naam, de oorsprong (O), de aanhechting (A), de kenmerken (K) en de functie (F) van die spier.
musculus gluteus maximus, grote bilspier,
O: buitenzijde os ileum (darmbeen)
A: proximale deel femur (dijbeen)
K: de spier waarop we zitten, meest gebruikte spier voor I.M.-inspuitingen
F: extensie van de dij, exorotatie, adductie en abductie.
musculus quadriceps femoris, vierhoofdige dijspier
O: heup en proximaal (het meest dichtbije) deel femur (dijbeen)
A: proximaal deel tibia (scheenbeen)
K: de pees aan de tibia (spaakbeen) bevat de patella (knieschijf), de spier mag gebruikt worden voor intramusculaire inspuitingen
F: flexie (buigen) van het heupgewricht (=kogelgewricht), en extensie (strekken) van het kniegewricht (scharniergewricht)
musculus gastrocnemius, tweelingkuitspier
O: distale (verste) deel femur (dijbeen)
A: os calcaneus (hielbeen)
K: de insertiepees of aanhechtingspees waarvan sprake noemen we ook de achillespees
F: flexie (buigen) van het kniegewricht (scharniergewricht), zoolwaarts buigen van de voet, de spier overspant dus het knie en enkelgewricht (= eigewricht)Waardoor wordt de bodem van de thorax gevormd?
diafragma of middenrifWaardoor wordt de bodem van het abdomen gevormd?
bekkenbodemspieren met o.a. musculus levator ani"De langste spier in ons lichaam ligt in de dij; het is de kleermakersspier, zo genoemd omdat hij een rol speelt bij het als kleermaker met gekruiste benen zitten." Geef de medische term.
musculus sartoriusVul aan:
De ..................... en ................... van de bovenarm buigen en strekken de ellebogen.
Het is bekend dat skeletspieren samentrekken op bevel van de hersenen door te reageren op signalen via zogenaamde ‘..................................' zenuwen die via de hersenstam en het ruggenmerg met de spiervezels in contact staan.
biceps, triceps, motorischeHoe noemt men de contactplaats tussen zenuw en skeletspier?
motorisch eindplaatjeLeg taalkundig uit: myoom.
my, myo = spier
oom = gezwel
spiergezwel vb vleesboom in de baarmoederVul aan
bi twee
antagonisten tegenwerkers
ileum drambeen
tri drie
extensor strekspier
craniaal naar het hoofd toe
quad vier
flexor buiger
mediaal richting middellijn
musculus spier
sternum bortstbeen
musculi spieren
clavicula sleutelbeen
delta driehoek
ventraal voorkant
brachii van de arm
anterior voorkant
rectus recht
dorsaal achterkant
pectus borst
posterior achterkant
synergisten samenwerkers
max groot
Kan jij leven zonder spieren?
neen, het hart is een spier, ...Leg uit: "Spieren maken spijsvertering en uitscheiding van afvalstoffen mogelijk."
Het spijsverteringsstelsel en het uitscheidingsstelsel maakt gebruik van glad spierweefsel ten behoeve van de peristaltiek. Samen met een willekeurige sfincter kan je stoelgang en urine ophouden.Leg uit. "Spieren houden je skelet bijeen."
Ligamenten en pezen aan de uiteinden van de spieren liggen om de gewrichten heen houden ze bij elkaar.Waar ligt de musculus frontalis? Wat kan je er mee doen?
De musculus frontalis ligt boven op het os frontale (frontale schedelbot). Je kan er je wenkbrauwen mee optrekken.Leg uit: "De musculus sternocleidomastoïdeus is de antagonist van de musculus trapezius." Illustreer met een voorbeeld.
De scheve halsspier is de tegenwerker van de monnikskapspier. Met de scheve halsspier kan je je hoofd naar beneden buigen, met de monnikskapspier kan je je hoofd terug optillen en naar de lucht kijken.Geef 2 spieren die het hoofd met de romp verbinden.
musculus sternocleidomastoïdeus (scheve halsspier), musculus trapezius (monnikskapsspier)Welke beenderen verbindt de musculus pectoralis major?
clavicula, sternum, costae en humerusWelke beenderen verbindt de musculus deltoïdeus?
scapula, clavicula en humerusVul aan. De hamstrings (musculus biceps femoris, musculus semitendinosus en de musculus semimembranosus) zijn een spiergroep antagonisten van de ................................................. (aan de voorkant van de dij)
mm quadriceps femoris (vierhoofdige dijspier)Ik heb reeds 2 dagen nekpijn lateraal links. De pijn gaat tot in mijn schouder. De derde dag kan ik niet meer uit mijn bed langs de linkerkant. Ik moet op handen en voeten via de rechterkant van mijn bed opstaan. Ik krijg mijn kleren niet meer aan zonder hulp.
Ik ga naar de huisarts met de wagen. Dit gaat zeer moeilijk want ik kan mijn hoofd niet meer draaien, dus zie ik niet goed of er auto's afkomen.
De arts vertelt me dat ik lijd aan het trapeziussyndroom of het schevehalssyndroom. Op een briefje voor de kinesist schrijft hij: C3-C4 neuralgie. Op een briefje voor de apotheker schrijft hij 2 x 1 Lyotab Feldene met het eten.
Zoek op het internet de Nederlandse term voor musculus trapezius.
monnikskapspier
Wat betekent neuralgie?
algie=pijn, neur=m.b.t. de zenuwenGeef de Nederlandse termen voor musculus trapezius en lateraal?
monnikskapspier, langs de zijkant,Geef de medische term voor doornuitsteeksel, schouderblad, sleutelbeen.
processus spinosus, scapula, claviculaWat betekent C1-T12?
eerste cervicale wervel tot 12° thoracale wervelIs kalium een mineraal?
ja
Is kalium belangrijk in de spierwerking?
ja, kalium is belangrijk voor spiercontracties, prikkelgeleiding evenals de bloeddruk