Cellen en weefsels antwoorden
Hoe noemt men de kleinste bouwsteen waaruit een levend wezen bestaat?
een cel
Kan je een cel chemisch nog verder opdelen? Illustreer telkens met een voorbeeld.
ja,
cellen bestaan uit moleculen en moleculen bestaan op zijn beurt uit atomen
Een bekend atoom is waterstof (H).
Twee waterstofatomen vormen een molecuul vb H2.
Als je dit waterstofatoom samenvoegt met het zuurstofatoom (O), dan krijg je een watermolecuul of H2O.
Wat bepaalt de bouw van een cel?
de functie die de cel moet vervullen
Hoe noemt een geheel van cellen met een gelijkaardige bouw en functie? Illustreer met een voorbeeld.
een weefsel vb spierweefsel, zenuwweefsel, dekweefsel, steunweefsel, bloed
Hoe noemt men een geheel van weefsels die samen een bepaalde functie verrichten? Illustreer met een voorbeeld.
een orgaan vb hart, maag, oog, huid
Geef de naam van het orgaan dat het meest aan de buitenwereld is blootgesteld.
de huid
Hoe noemt men organen die samen een taak vervullen?
een stelsel vb bloedsomloopstelsel, spijsverteringsstelsel, urinewegstelsel, spierstelsel, voortplantingsstelsel
Wat betekent cytologie?
de logie (= leer) van de cyt (= cel)
Wat betekent het voorvoegsel (=prefix) micro, intra en extra? Illustreer telkens met 2 voorbeelden.
klein vb
microscoop (= toestel om voor het blote oog onzichtbare dingen te bekijken),
micrometer (= het miljoenste deel van een meter of een duizendste van een millimeter)
in of binnen vb
intracellulair (= in de cel),
intrarenaal (= in de nier (ren = nier))
uit of buiten vb
extracellulair = buiten de cel,
extracorporaal (= buiten het lichaam (corpus = lichaam))
Wat betekent het achtervoegsel (=suffix) scopie? Illustreer met 2 voorbeelden.
bekijken vb
gastroscopie (= bekijken van de maag),
cystoscopie (= bekijken van de blaas)
Geef een ander woord voor celvlies en celvloeistof en celkern.
celmembraan, cytoplasma en nucleus
Hoe noemt men de ruimte binnen de cel?
intracellulaire ruimte
Hoe noemt men de ruimte buiten de cel?
extracellulaire ruimte
Waaruit bestaat de scheiding tussen de intra- en de extracellulaire ruimte?
uit het celmembraan
Wat zijn poriën? Illustreer met 2 voorbeelden.
openingen,
de huid bevat poriën, via deze gaatjes kunnen zweetklieren zweet afscheiden,
een celmembraan bevat poriën, via deze gaatjes kunnen voedingsstoffen, afvalstoffen en water passeren.
Het celmembraan is ondoordringbaar. Waar of vals? geef een andere term voor ondoordringbaar.
vals, voedingsstoffen en afvalstoffen, water, ... kunnen het vlies passeren
impermeabel
Leg uit: diffusie. Illustreer met een voorbeeld.
Diffusie is een vorm van passief transport waarbij deeltjes zich verplaatsen van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie, tot er een gelijke concentratie ontstaat
vb t.h.v. de longblaasjes (alveolo-capillaire membraan) vindt er diffusie plaats; CO2 wordt afgegeven en O2 wordt opgenomen
Leg uit: osmose.is een vorm van passief transport waarbij water zich verplaatst van een plaats met een hoge concentratie (per deeltje) naar een plaats met een lage concentratie (per deeltje), tot er een gelijke concentratie ontstaat
Leg uit: filtratie.
is een vorm van passief transport o.i.v. druk
vb tussen haarvaatjes (capillairen) en de extracellulaire ruimte (=het intern milieu)
Waaruit bestaat cytoplasma?
celvloeistof bestaat uit water (75%) en voedingsstoffen)
Hoe noemen we de kleine orgaantjes in een cel?
celorganellen
Welke celorganellen zorgen voor de productie van energie?
de mitochondriën
Welke celorganellen zorgen voor de productie van eiwitten?
de ribosomen en het endoplasmatisch reticulum en de centriolen
Welk celorganel zorgt verpakt klierproducten?
het golgi-apparaat
Welk celorganel zorgt voor de opruiming van afvalstoffen?
lysosomen
Hoe noemt men de rand van de nucleus van een cel?
kernmembraan
Waar bevindt zich het DNA (=erfelijk materiaal) in een cel?
in de nucleus op de chromosomen in de nucleolen
Hoe noemt men de microscopisch zichtbare, draadvormige structuur in de celkern waarin de genen zijn gelegen die uit DNA zijn opgebouwd (= dragers van erfelijke eigenschappen)?
chromosomen
In welk leeftijdsstadium delen er zich meer cellen dan er afsterven?
in de jeugd, groeifase
Geef een ander woord voor “ het proces van opbouw en afbraak van stoffen” of kortweg stofwisseling,
metabolisme
Geef een ander woord voor het proces waarbij cellen voedingsstoffen/brandstoffen opnemen en verbranden (met O2) om energie te kunnen leveren
katabolisme
Hoe noemt men het proces waardoor cellen een een verschillende bouw en functie krijgen?
differentiatie
Wat betekent anabolisme?
opbouw van stoffen, bouwstofwisseling vb productie nieuwe cellen
Wat betekent katabolisme?
afbraak van stoffen ook soms verbrandingsprocessen genoemd (dit levert energie en warmte), afbraakstofwisseling
Hoe noemt men de plaats buiten de cel met het weefselvocht?
intern milieu of extracellulaire ruimte
Wat betekent het voorvoegsel extra?
buiten vb extracellulaire ruimte = ruimte buiten de cel
Leg uit: katabole processen. Wat heb je nodig en wat krijg je (input en output)? door de verbranding van voedingsstoffen (vb suikers en vetten) met behulp van zuurstof komen energie, warmte en afvalstoffen vrij
input: voedingsstoffen/brandstoffen en zuurstof (O2)
proces: verbrandingsprocessen of afbraakprocessen
output: energie, warmte en afvalstoffen (CO2) (CO2 via de longen, vetoplosbare afvalstoffen via de lever en wateroplosbare afvalstoffen via de nieren)
Wat betekent homeostase taalkundig?
homeo = gelijksoortig (denk aan homo)
stase = blijven staanhomeostase = “het constant of in evenwicht houden van”
bv temperatuur
bv samenstelling intern milieu
Geef een andere term voor weefselleer en leg deze term taalkundig uit.
histologie,
histos = weefsel,
logos (of logie) = leer
Wat is een weefsel?
groep cellen met dezelfde bouw en functie
Welk proces ligt aan de basis van differentiatie?
specialisatie
Alle gespecialiseerde cellen stammen af van dezelfde cel? Waar of vals?
waar, ze stammen allen af van de bevruchte eicel
Geef 5 grote groepen van weefsels.
dekweefsel
steunweefsel
spierweefsel
zenuwweefsel
vloeibaar weefsel
Bespreek aan de hand van voorbeelden “dekweefsel”.doel: bedekken van organen
epitheel: bedekt ons hele lichaam van buiten en van binnen (de huid en mucosa)
endotheel: dedekt de holle organen die niet in contact staan met de buitenwereld (vb hart en bloedvaten)
Wat betekenen de voorvoegsels epi en endo?
op of boven
vb epitheel
in of binnen
vb endotheel
vb endocriene secretie (afgeven van nuttige stoffen aan de bloedbaan)
Geef en bespreek de 5 functies van dekweefsel. Illustreer telkens met een voorbeeld
bedekken bv huid en mucosa
afgeven van stoffen (klierepitheel):
excretie = afgeven van onnuttige stoffen vb zweet, urine
secretie = afgeven van nuttige stoffen
endocriene secretie = afgeven van nuttige stoffen aan de bloedbaan vb hormonen (= boodschapperstoffen)
exocriene secretie = afgeven van nuttige stoffen aan organen of de buitenwereld vb melk, speeksel
opname van stoffen vb voedingsstoffen t.h.v. de darmwand
transportfunctie (vb trilhaarepitheel)
zintuigfunctie (vb tast)
Bespreek steunweefsel.
Een weefsel is een groep cellen met eenzelfde functie en vorm.
Steunweefsel kan men in 3 grote groepen verdelen met onderstaande functies
bindweefsel: het geven van steun en het zorgen voor de samenhang van de organen
kraakbeenweefsel: bezit zowel stevigheid als vervormbaarheid vb oor, neus
beenweefsel: geeft steun aan de wekere delen en beschermt de vitale organen vb thorax, schedel, wervelkolom, bekken
Bespreek: spierweefsel
Een weefsel is een groep cellen met eenzelfde functie en vorm.
Spierweefsel is een samenstel van door bindweefsel verbonden cellen die in staat zijn tot uitgebreide en sterke samentrekking (= contractie)
Bespreek zenuwweefsel.
Een weefsel is een groep cellen met eenzelfde functie en vorm.
Zenuwweefsel bevat cellen die zorgen voor de prikkeloverdracht
Geef 2 voorbeelden van zeer kleine menselijke cellen.
trombocyt (diameter: 3 micrometer)
zaadcel
Wat is de diameter van een trombocyt in mm?
0,003 mm
Waar zit het erfelijk materiaal bij de mens?
in de celkernen
Hoe noemt men de buitenkant van een cel?
celmembraan
Hoe noemt men de processen waarbij complexe stoffen kunnen worden afgebroken toe eenvoudige stoffen, met gelijktijdige vrijzetting van energie.
katabolisme
Wat betekent de prefix kata? Illustreer met een voorbeeld.
neer, omlaag
vb katabolisme; afbraakprocessen
Wat betekent de prefix ana?
Illustreer met een voorbeeld.
opnieuw, omhoog
vb anabolisme; opbouwprocessen
Vul aan: De energie uit ................................................ reacties gaat voor 50% verloren als lichaamswarmte. De andere 50% gaat naar bruikbare energie (ATP) voor de ....................................reacties.
katabolische
anabolische.
Wat is het grote verschil tussen actief en passief transport?
voor actief transport is er energie nodig, voor passief transport niet
Waar of vals? De cellen in ons lichaam hebben allen dezelfde erfelijke informatie in hun kern
waar
De cellen in de hoornlaag van het epiderm noemt men endotheelcellen
vals
Hoe noemen we de cellen die alle delen van het lichaam bedekken die rechtstreeks of onrechtstreeks met de buitenwereld in contact komen?
epitheelcellen
Ik ga 70 minuten fietsen met mijn MTB aan gemiddeld 25 km/uur. Tijdens het fietsen merkte ik dat ik dieper en sneller ademde dan normaal. Mijn hartslagmeter loopt op een helling van 10% soms op tot 175 slagen per minuut. Als ik na 15 kilometer 5 minuten op adem kom, drink ik een suikerbevattende drank. Als ik thuis kom ben ik vuil van de modder, mijn onderhemd is bezweet en ik heb een rode kleur. Verklaar dit fenomeen aan de hand van een tekening. Gebruik in je antwoord volgende termen; celmetabolisme, anabolisme of katabolisme, input, output, capillairen, extracellulaire ruimte, excretie. Leg alle anatomische en medische termen ook uit.
Als ik sport verbruikt mijn lichaam meer energie. Mijn spieren moeten immers extra arbeid leveren. Op celniveau betekent dit een grotere verbranding van koolhydraten en vetten om deze energie te leveren (= katabolisme).
INPUT & TRANSPORT: De koolhydraten uit mijn drinkfles zorgen voor extra brandstof, de diepe en snelle ademhaling levert extra zuurstof (O2) , mijn hart vervoert deze zuurstof in een vlugger tempo (verhoogde hartfrequentie). TRANSPORT:De toevoer van O2 en koolhydraten gaat via de slagaders naar de capillairen (=bloedsomloop), de extracellulaire ruimte, en via actief en passief transport naar de intracellulaire ruimte.
PROCESSEN: Daar spelen de katabole of verbrandingsprocessen zich af. Op deze manier komt er meer energie, warmte, en meer afvalstoffen vrij. De energie kan in de spiercellen direct gebruikt worden om ze te laten samentrekken en ontspannen. Mijn lichaam levert meer warmte. Dit speel ik kwijt via een vasodillatatie (=uitzetten) van de capillairen (= haarvaten) t.h.v. de dermis (= oorzaak van de rode kleur). Deze extra warmte speel ik ook kwijt via een verhoogde zweetafscheiding. Dit draagt ook bij tot een snellere afkoeling van mijn lichaam.
OUTPUT & TRANSPORT: De afvalstoffen (vb CO2 ) worden van de intracellulaire ruimte afgegeven aan de extracellulaire ruimte en vandaar aan de capillairen en dan aan de aders (=bloedsomloop) om zodoende via de longen (CO2) en via het zweet +de lever en de nieren te worden geëlimineerd (= verhoogde excretie van afvalstoffen en water).
Geef één term voor: de leer van de microscopische bouw van plantaardige en dierlijke weefsels.
histologie
Vul aan. Gewoonlijk beschouwen wij het lichaam als één geheel. Toch is het opgebouwd uit verschillende ....................., die bestaan uit meerdere ............................, die zijn samengesteld uit verschillende ........................, die op hun beurt een verzameling zijn van eenzelfde soort ........................Een cel bestaat uit een ................................................., dat de cel omgeeft, .........................., met organellen, waar de stofwisseling plaats heeft en een .................................. waarin erfelijke eigenschappen zittenEen spiercel trekt samen en levert ......................................., een zenuwcel leidt prikkels en levert .............................................Om te kunnen functioneren moet elke cel voortdurend van ............................................. en zuurstof worden voorzien.
stelsels, organen, weefsels, cellencelmembraan, cytoplasma, nucleusbewegingsenergie, elektrische energievoedingsstoffen (= brandstof)
Welk deel van een cel bevat het erfelijk materiaal?
nucleus
Vul aan. ....................................... zijn de celorganellen die het vuile huishoudelijke werk opknappen. ............................... zijn de celorganellen die energie leveren.lysosomen (lyse betekent afbraak),
mitochondriën
Uit welke cellen of uit welk weefsel bestaat de binnenkant van de maag (gaster)? Geef de functie van die cellen?
uit dekweefsel, gevormd door epitheelcellen
bedekken en beschermen (tegen ons eigen maagzuur)
Het epitheel dat de neus langs de binnenkant bedekt bevat trilhaartjes. Geef een andere term voor trilhaartjes. wat is hun functie?
cilia deze haartjes vangen stof, vuil en andere deeltjes op
Epitheel kan je onderverdelen in verschillende soorten: eenlagig epitheel, meerlagig epitheel, overgangsepitheel. (In functie van de vorm kan je epitheel nog onderverdelen in plaveisel of afgeplat , kubisch of vierkant, cilindrisch of cilindervaormig) Kan je een soort illustreren met een voorbeeld?
Het epidermis bestaat uit een meerlagig (plaveisel)epitheel.
Bindweefsel bestaat uit verschillende soorten vezels; witte vezels (met collageen), gele vezels met elastine), en reticulinevezels. Tot welk soort weefsel behoort bindweefsel.
steunweefsel
Bespreek de relatie tussen vermoeidheid en hemoglobinegehalte bij een vrouw.
Hemoglmobine (Hb), te meten via een bloedonderzoek, is een onderdeel van de rode bloedcellen dat instaat voor het vervoer van zuurstof.
Normaal heeft een vrouw van 12 tot 14 gram hemoglobine per dl (100ml) bloed.
Indien je als vrouw minder dan 12 gram hemoglobine per dl bloed hebt, dan krijgt uw lichaam onvoldoende zuurstof en krijg je een vermoeidheidsgevoel.