Richtlijnen

Om ervoor te zorgen dat iedereen, over gans Vlaanderen, op dezelfde manier rapporteert/indiceert, zijn een

aantal richtlijnen opgemaakt. Hou deze richtlijnen altijd in rekenschap bij het inschatten!

DABP (VDAB) moet het eindadvies en rapport steeds goedkeuren. Zij bewaken mee dat deze richtlijnen worden opgevolgd.

Deze richtlijnen werden opgemaakt in functie van het indiceringsproces, -onderzoek en advies/maatregelen.

Het inschatten van de afstand tot de arbeidsmarkt start echter vroeger en nog vóór een volledige indicering kan gedaan worden.

Vele richtlijnen zijn belangrijk om weten en vormen voor rapporteurs belangrijke achtergrond-

informatie tijdens de inschatting. Zorg ook dat je voldoet aan de kwaliteitscriteria.

    1. Lees zorgvuldig de definitie en gedragsindicatoren wanneer je een categorie beoordeelt.

    2. Zorg ook dat de je definities van de vier scores goed kent, vooraleer je gaat quoteren.

    3. Hou je indiceringsinstrument goed bij de hand!

    4. Motiveer bij elke inschaling waarom je deze score koos.

    5. Doe dit concreet aan de hand van voorbeelden.

    6. Plaats deze samen met de beschikbare informatie op de weegtyperingen maak op basis van dit totaalpakket een inschaling.

    7. Heb je onvoldoende informatie om een inschatting te maken, ga dan op zoek naar deze informatie door contact op te nemen met de klant en/of zijn omgeving (hulpverleners, opleidingverstrekkers, stagebegeleiders, werkgevers, welzijnsorganisaties, …). Vraag door!

    8. Eerst actie, dan onderzoek! Toon aan dat er stappen naar het Regulier Economisch Circuit zijn gebeurd.

    9. Beoordeel steeds het actuele functioneren.

    10. Informatie uit het verleden kan je meenemen, indien dit het huidige functioneren nog beïnvloedt en dus relevant is voor de dienstverlening.

    11. Info, die meetelt in score, mag maximum 2 jaar oud zijn.

    12. ICF's zonder recente info worden niet aanvaard.

    13. Vertrek van observaties, vermijd interpretaties.

    14. Iedereen interpreteert; dat is een automatisme. Maar wees je er bewust van en probeer alle interpretaties te schrappen.

    15. Breng hulpmiddelen/ondersteunende personen niet in rekenschap als je gaat scoren.

    16. Dit betekent dat je deze wegdenkt bij het maken van de inschaling.

    17. Je kan de positieve invloed van deze elementen wel n kaart brengen bij de omgevingsfactoren.

    18. Opgepast: medicatie en verlengende hulpmiddelen (prothese, bril, ...) denken we niet weg.

    19. Rapporteerders: schrijf de info die je hebt weg en scoor die categorieën.

    20. Indiceerders: schaal in functie van indicering en aanvraag recht alle categorieën in die vereist zijn per recht/advies.

    21. Indiceerders hebben de eindverantwoordelijkheid over het ICF-dossier.

    22. Een sterkte op één categorie kan een probleem op een andere veroorzaken.

    23. Bij een aantal categorieën kan iemand een eigenschap zeer sterk bezitten. Dit kan een negatieve invloed hebben op een aantal andere categorieën.

    24. Bijvoorbeeld: iemand die erg perfectionistisch is, zal op nauwgezetheid een sterkte scoren, maar door dit perfectionisme is het werktempo misschien een probleem.

  1. Vertrek van het dagdagelijkse leven van personen.

    1. Indien iemand geen werkervaring heeft, ga je op zoek naar informatie uit opleidingen, stages, vrijwilligerswerk, hobby's, andere tijdsbestedingen, ... .

    2. Werkgerelateerde info primeert, maar ook info uit het dagdagelijkse leven en observaties kunnen heel nuttig zijn!

    3. Je referentiekader in functie van indicering en aanvraag recht is het NEC

    4. = geen begeleidingsnood / geen ondersteuningsnood! Klik hier voor meer info.

Ook nuttig:

  • Strafrechtelijke info schrijf je NOOIT weg.

    • Meer info in verband met privacy vind je hier.

  • Rapporteerders schrijven een aanzet tot conclusie volgens de richtlijnen.

  • Indiceerders bouwen de conclusie op volgens de richtlijnen.

  • Richtlijnen conclusie